Bestaat God? De vraag wordt meestal heel voorspelbaar aangevlogen. Of mensen vinden dat God bestaat (en waag het niet om hem te ontkennen) of hij bestaat niet. Dan leven we in het grote niets. En dan zijn er nog de ietsisten die God niet teveel toe willen dichten.
Maar waarom beginnen we niet eerst bij onszelf als we de vraag ‘bestaat God?’ serieus nemen? Onze levensverhalen zijn geen onsamenhangende brij van voorvallen waarbij we het stuur uit handen hebben gegeven. Wat we meemaken en hoe wij dat interpreteren zijn verborgen uitnodigingen om op zoek te gaan naar dieper gelegen redenen en verbanden. Waar het echt om gaat. En dan komt God vroeg of laat toch in beeld. In de eerste plaats niet als antwoord maar als de vraag: bestaat God?
Nu is het de kunst om bij het leggen van het verband waarheid en waarachtigheid aan je kant te krijgen. Dat is niet eenvoudig. Heel vaak lukt het ons niet om echt te zien wat er speelt. Onze wensen maar ook kwetsuren zorgen er soms voor dat we de lichtschakelaar niet altijd vinden. Soms zitten we liever in de meterkast en zorgen we voor kortsluiting. Soms moet je achteraf ook constateren dat je het niet goed zag. En waarom zou dat bij jouw beeld van God anders zijn?
De scheiding tussen weten en niet-weten is eigenlijk niet zo scherp in het geloof. En daarom is de vraag of God bestaat wat mij betreft een onzinnige vraag. Het antwoord “God bestaat” brengt mij namelijk niet dichter bij die werkelijkheid waar het woord God aan refereert. Een allesbezielend verband dat eeuwigheidswaarde heeft.
De vraag “bestaat God?” beantwoorden met een simpel ja of nee is zoiets als een trap beklimmen en alle treden die jou bij dat antwoord brengen overslaan.
God is geen quiz.
De ontdekking van God is niet het rationele antwoord op de vraag of God bestaat.
God is voor mij een moeizame weg waarvoor ik een heel leven nodig heb. En met een beetje geluk kom ik erachter hoe het zit. Helemaal aan het eind. Om heel eerlijk te zijn, ik denk dat ik er pas achter kom of God bestaat wanneer ik het niemand meer kan vertellen. Als ik as ben geworden. En aangezien feniksen ook niet bestaan, niet echt, vrees ik dat ik geen spoor van bewijs achterlaat. Dat is mijn uitspraak en daar moet u het mee doen.