Over de toekomst kunnen we ons behoorlijk druk maken, soms liggen we er zelfs wakker van: waar moet dat heen, hoe zal dat gaan? Hoe ziet mijn persoonlijke toekomst eruit, hoe zal de samenleving zich ontwikkelen, hoe ligt de wereldbol er straks bij? Ook over de toekomst van geloof en kerk kunnen we ons de nodige zorgen maken. Wie schetst de kerk van morgen, hoe zal het de Remonstranten de komende tien jaar vergaan? Zeker is dat ook in het geloof de toekomst een belangrijk thema is. De toekomst gaat ons allemaal aan, als punt van aanhoudende zorg, maar ook als belofte.
Dat wil niet zeggen dat het toekomstaspect van het geloof altijd even sterk wordt geaccentueerd. Er zijn tijden waarin het begrip toekomst in leven én geloofsleven alle nadruk krijgt. Denk maar aan de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw: futurologie, verbeelding aan de macht, Lennons Imagine, Theologie van de Hoop van de Duitse theoloog Jürgen Moltmann. Hoop doet leven in een fragmentarisch bestaan zonder veel perspectief. Maar, er zijn ook tijden waarin het hier en nu alle aandacht krijgt, ook in het geloof. Maak je liever geen zorgen over de dag van morgen. Wie teveel stilstaat bij de vraag hoe morgen te leven, vergeet om dat vandaag te doen. Elke dag heeft genoeg aan z’n eigen sores!
Ook al lijkt de toekomst soms afwezig in ons (samen)leven, in de joodse en christelijke traditie waarin ook de Remonstranten staan is het thema toekomst van (levens)belang. Toekomst komt bijvoorbeeld ter sprake in onheilsprofetieën: als we zo door blijven modderen in het leven gaat het in de toekomst helemaal mis. Maar toekomst is er ook als aankondiging van naderend paradijselijk heil, individueel en gezamenlijk. Eens komt de tijd dat alle tranen zijn gewist, dat er vrede heerst op aarde, gerechtigheid. Het laatste woord is aan de liefde. Jezus spreekt in dat verband van de komst van Gods nieuwe wereld (koninkrijk). Hij belichaamt die wereld zelf in zijn woorden en daden en nodigt zijn hoorders uit om zich in het vervolg op die nieuwe wereld te oriënteren in doen en laten. De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws. (Marcus 1: 15) Nee, je kunt die nieuwe wereld, dat rijk niet aanwijzen, maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.(Lucas 17: 21)
Nu zijn er in het christendom uitgewerkte toekomstverwachtingen in heel verschillende soorten en maten. Je kunt nadruk leggen op het hiernamaals of het hiernumaals. Je kunt de sociaal-maatschappelijke of de individuele component accentueren. Je kunt op een letterlijke en ook op een meer poëtische, symbolische manier over (goddelijke) toekomst spreken.
Welke accenten leggen Remonstranten? Er is in ieder geval bewustzijn van de diversiteit aan beelden die de traditie aanreikt en ook van de kloof tussen bijbelse taal en modern levensgevoel. Daarom laten Remonstranten zich ook graag inspireren door andere verwoordingen van het bijbelse toekomstvisioen. In een mooi liedje zingt cabaretier Paul van Vliet van een stokoude droom die ons nog veel te geven heeft. Die droom is zo oud als de wereld en zo jong als de tijd. Wij moeten die droom beschermen, verzorgen, koesteren en vertrouwen. Dan weet je vandaag al of morgen waar het ooit om begon.
Vragen en gedachten over de toekomst horen in ieder geval bij ons mens-zijn. Ook in de remonstrantse traditie hopen we op en verlangen we naar een wereld die duurzamer is, vrediger, eerlijker dan de huidige samenleving. Ook bij ons is er een besef van gemis, van nu nog niet dat hopelijk gepaard gaat met een blijvend geloof in maar straks wel. Laat die droom, dat visioen waarvan de profeet Jesaja sprak en waarvan we elke Kerst zingen, alsjeblieft werkelijkheid worden: Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal nog de wapens leren hanteren. (Jesaja 2: 4) Zoals vaker schrikken Remonstranten ook als het om de toekomst gaat terug voor al te grote stelligheid, voor wilde speculatie en een overvloed aan woorden. Van onheilsprofeten met hun apocalyptische beeldenrijkdom moeten ze niets hebben. Doe maar gewoon en laat de christelijke toekomsttaal bescheiden-poëtisch zijn. We hebben de toekomst nu eenmaal niet in de hand, laat staan dat we precies weten hoe de door Jezus gepredikte nieuwe wereld eruit zal zien. Maar met Jezus’ voorbeeld voor ogen is er ook het besef dat de komst van dat rijk straks te maken heeft met ons handelen nu. Ethiek en praktijk van het geleefde leven zijn in de remonstrantse traditie nooit ver weg. In woorden van de remonstrantse theoloog Karel Hendrik Roessingh: Gods koninkrijk tot stand brengen is mensen niet gegeven. Maar, geholpen door Gods Geest, een bijdrage aan de komst van dat rijk leveren, dat kunnen mensen en dat moeten ze dan ook. Ombuigen in de goede richting kan!
Je zou dat de actieve zijde van de komst van het rijk kunnen noemen. Daarnaast is er een meer passieve zijde, de uitnodiging om ons open te stellen voor de glimpen die je hier en nu reeds van het komende rijk kunt opvangen. Bijvoorbeeld in een individueel of gezamenlijk moment van inspiratie. Niet altijd groots en meeslepend, maar o zo belangrijk om te herkennen en te benoemen. Zo maakte ik in onze kerk een Vrijheids- en Vredeslunch mee, georganiseerd op een zondagse vijfde mei. In een zeer pluriform samengesteld gezelschap vonden boeiende gesprekken plaats over de relatie tussen vrijheid, verdraagzaamheid en vrede. Bij de bespreking van zulke kernwoorden van leven en geloof zijn remonstranten natuurlijk present. En ook mij helpt het om vandaag te weten waar het ooit om begon. Natuurlijk is het niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat, op weg naar vrede, vrijheid en gerechtigheid. Maar elke druppel telt, ter bemoediging en motivatie.
En als ik dan inspirerende woorden van de jonge New Yorkse rapper Baba Israel lees, herken ik daarin het grote visioen. Op een klassiek festival combineert hij Händels Messiah met hiphop. Hij wil dat we de vicieuze cirkel van wraak en vergelding doorbreken en onszelf in een toestand van echte compassie brengen. Een staat waarin we respect en eerbied hebben voor elkaar en de universele principes van mededogen, vreugde en herstellende liefde centraal stellen. Zo’n eigentijds getuigenis helpt me om de toekomstgerichte slotzin van onze Belijdenis 2006 te kunnen blijven beamen:
Want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal, waar God eeuwig zijn zal: alles in allen.
Koen Holtzapffel
Predikant in de Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Het boek Mijn God is te bestellen voor €6,50 (excl. portokosten).
Er is ook een digitale versie te downloaden voor een bedrag van €5,-