Reclame voor een kerk, kan dat wel? Dat het gevoelig ligt, merkten we vorig jaar toen we onze campagne ‘Remonstranten, geloof begint bij jou’ lanceerden. De Nederlandse Spoorwegen lieten ons weten dat de posters met de ‘Mijn God’-uitspraken niet geschikt waren voor de stations. Ze waren te expliciet religieus. Maar dat was nou net onze bedoeling. Een gesprek met de verantwoordelijke functionaris bij de NS zette aanvankelijk geen zoden aan de dijk. Het station moest een neutrale omgeving blijven.
Inderdaad, de spanning rond religie in onze samenleving, werkte ook niet echt mee. NS zaten er uiteindelijk helemaal naast. De Bond tegen vloeken, de anti-abortus-beweging en “het einde van de wereld nadert” waren aan ons vooraf gegaan. En uiteindelijk hingen – na enige sociale media druk – ook onze posters op de stations. Met de kennis van nu was de aanvankelijke weigering van de NS een geschenk uit de hemel. Alle aandacht hiervoor zorgde voor een vliegende start van de remonstrantse campagne. En nu herhaalt de geschiedenis zich weer maar dan in Engeland.
De Church of England had het idee om een videoclip van het ‘Onze Vader’ te maken en dat als bioscoopreclame in te zetten. De Engelse bioscopen moesten er niets van weten. De bioscoopganger kan het niet aan. En dus werd het filmpje geweigerd. Dat is natuurlijk de grootst mogelijke onzin. Godsdienstvrijheid in Nederland, maar ook in Engeland – waar de Anglicaanse kerk weliswaar staatskerk is – houdt in dat elke (geloofs)overtuiging gelijke toegang heeft tot de publieke ruimte.
Godsdiensten hoeven zich niet te verschansen in schuilkerken of zich op te houden achter de voordeur. In Frankrijk kennen we de laïciteit. Dat wil zeggen dat religie in alle opzichten een persoonlijke zaak is. In de Franse setting valt religieuze reclame te betwisten. Maar in Nederland, en wat mij betreft ook in Engeland zouden we ons er juist hard voor moeten maken. Laat maar zien dat geloof vele gezichten heeft, op scholen, op stations en ook in de bioscoop. Dat is de gedachte achter onze vrijheid van godsdienst.
https://www.youtube.com/watch?v=vlUXh4mx4gI
En inderdaad, dat betekent ook dat moslims in de bioscoop reclame mogen maken voor hun overtuiging met subsidie van een Saoedische sjeik. Protestanten mogen protesteren voor betere opvang van vluchtelingen omdat gastvrijheid een christelijke waarde is. Een Engels ‘Onze Vader’ moet dus gewoon kunnen, ook al nemen mensen hier aanstoot aan.
De gedachte achter godsdienstvrijheid is juist dat je het ongemakkelijke gevoel dat je kunt hebben bij een andere opvatting of overtuiging uit kunt houden. Dat je avondje Star Wars of James Bond net zo gezellig blijft met een extra ‘Onze Vader’ of een onsje meer islam in het voorprogramma. Je kunt reclameboodschappen beter helemaal verbieden als ‘ergernis’ en je er ‘ongemakkelijk bij voelen’ doorslaggevende criteria zijn.
“Behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”, staat er wel in het zesde artikel over godsdienstvrijheid. Helemaal grenzeloos is reli-reclame dus niet. Oproepen voor meer geweld of voor minder mensen van een andere kleur, sekse of seksuele geaardheid mogen niet. Engeland is Nederland niet maar een videoclip van het ‘Onze Vader’ blijft – zoals ik het zie – ruim binnen de grenzen van het betamelijke.
“Mijn God is de liefste.” Als we het gesprek hierover in woord en beeld kunnen voeren zouden we de vrede weleens een handje kunnen helpen. En om dat te onderstrepen zou een eenvoudige disclaimer aan het eind van de kerkelijke commercial wellicht de ergste kou uit de lucht kunnen halen: Heilige oorlogen uit het verleden geven geen garantie op vrede in de toekomst.