Vlak voor Pinksteren schreef ik voor het eerst van mijn leven een belijdenis. Toch ben ik al jaren, tot mijn grote genoegen, vriend van de Geertekerk. Het was geen vooropgezet plan maar ik voelde wel behoefte op te schrijven wat geloven (en God) voor mij betekent. Geloof en ik waren niet zo op elkaar afgestemd. In mijn hoofd voelde geloven vooral als de wat abstracte opdracht het goede te doen, te deugen als mens. Terwijl ik in het gewone leven een beetje wankelend mijn weg zoek tussen idealen, beperkingen, mogelijkheden en behoeften. Goeddoen kwam er een beetje bovenop als een wijsvingertje. Maar nogmaals het deed niets af aan de remonstranten, daar voel ik me thuis en verrijken gesprekken en verhalen me. Dus so what?
In een gespreksgroep onder leiding van dominee Marthe de Vries bespraken we wat geloof voor ieder van ons betekent en wat dat met ons doet. Vrij in het begin viel het woord genade, daar schrok ik van. Wat ik ‘hoorde’, was dat genade betekent je overgeven aan God, opnieuw een opdracht om een beter mens te worden. Laat duidelijk zijn, zo kwam het bij mij over. Het had niets te maken met degene die het aanroerde. Het gaf me wel het zetje om te verwoorden wat geloven in God voor mij wel betekent, nu ik me noch door genade en noch door die deugdzame mens gedragen voelde. En zo kwam ik bij eenzaamheid en verbondenheid, waar ik nogal eens mee worstel. Wat draagt me in mijn leven?
Ik ben geen mens die zich makkelijk verbindt, ik moet daar mijn best voor doen. Er zijn momenten dat ik alle verbinding kwijt ben, dat is beangstigend. Om te overleven moet ik me verbonden voelen en verbinden vraagt om actie, ook als ik er geen zin in heb. Het is niet anders. Geloven is voor mij, realiseerde ik toen, daadwerkelijk en betekenisvol in verbinding blijven staan met al wat leeft. Zonder die verbinding is er grote leegte weet ik uit ervaring. De filosoof Levinas, heeft het voor mij bijzonder verwoord, een belangrijke kernzin van hem is: ‘Het gelaat dat mijn aanziet en verontrust’. Leven is oprecht en open, betrokken en verantwoordelijk te zijn naar wie er voor je staat, jouw leven ontplooit zich door de aandacht voor de ander. Ik voeg er een citaat aan toe uit de meest recente remonstrantse geloofsbelijdenis, een belijdenis die overigens alleen ter inspiratie dient en niets oplegt aan remonstranten. ….’Ik besef en aanvaard, dat ik geen rust vind in zekerheden, die uitsluiten en beperken, maar de rust vind in verwondering over wat mij toevalt en geschonken word. Ik vind mijn bestemming niet in onverschilligheid en hebzucht, maar in wakker en verbonden zijn met al dat leeft’.
Ik vertel misschien weinig nieuws, maar voor mij viel er bij deze twee gedachten toch een kwartje. Het gaf me rust, toen dieper tot me doordrong, dat ik me gedragen voel, wanneer ik me verbonden voel met het leven om me heen, open, zonder dogma’s of vooringenomenheid. Die verbinding noem ik God. Ik vind het fijn dat bij de remonstranten het ieder vrij staat zijn eigen weg te vinden. En daarover met elkaar in gesprek gaat. Dat maakt ons een sterke geloofsgemeenschap.