Wij waren verdrietig om te horen dat op 14 februari een einde is gekomen aan het leven van Theodoor Marius van Leeuwen, remonstrants predikant. Hij is geboren 24 september 1947 te Delft en werd proponent op 30 juni 1973.
Marius heeft een lange en veelzijdige loopbaan gehad in dienst van de Remonstrantse Broederschap, maar ook daar buiten. Hij begon zijn werkende leven in het vormingswerk in Barchem, waarna hij als gemeentepredikant werkte in Lochem-Zutphen (1978-1981) en Utrecht (1981-1993). Hij promoveerde in 1981 op een proefschrift dat ging over de filosofie van Paul Ricoeur, die hem zijn leven lang dierbaar is gebleven en geïnspireerd heeft. In 1992 is hij in de Algemene Vergadering van Bestuur benoemd tot hoogleraar van het Remonstrants Seminarium. In 2012 ging hij met emeritaat. Gedurende zijn hele hoogleraarschap was Marius ook adviseur van de Commissie tot de Zaken.
Kerk en wetenschap
Marius probeerde een trait d’union te zijn tussen wetenschap en kerk. Hij schetste zichzelf als vroom mens die leefde vanuit het Evangelie van Jezus Christus en hij stond ook stevig in de wereld. Hij had plezier in theologiseren, het uitwerken van theologische vragen in woord en schrift, in debat en gesprek. Zijn studenten probeerde hij goed voor te bereiden op het werk in een geloofsgemeenschap, met aandacht voor pastoraat en liturgie.
Marius was in alle opzichten een begenadigd schrijver. Van liedteksten voor specifieke momenten (denk aan de miniopera bij 375 jaar Remonstranten over ds. Sapma – waarin hij meteen zijn welluidende stem liet klinken) tot artikelen ‘op bestelling’ voor bijv. AdRem. Twee van zijn boeken vonden hun weg bij een breed publiek: Van horen zeggen en Van feest tot feest, en werden ook zeer geprezen onder theologen. Zelf hechtte hij erg aan het boek Teksten van mijn leven. Grote teksten uit de christelijke traditie, dat hij samen met Maaike de Haardt samenstelde.
Levensverbintenissen en geloofsbelijdenis
Terugkijkend op zijn werkende leven was hij trots op de herziening van de Kerkorde in 1986, met name op het punt van levensverbintenissen, waardoor mensen van hetzelfde geslacht in de kerk konden trouwen. Trots was hij ook op de geloofsbelijdenis 2006 en het hele proces om tot de definitieve tekst te komen.
De herdenking van Arminius in 2009 met het tweedaagse internationale congres in Leiden was een academisch piekmoment. De herdenking werd opgesierd door de publicatie Arminius, Arminianism and Europe, die hij in samenwerking met de coördinator van het Seminarium, Marijke Tolsma, en Keith Stanglin tot stand had gebracht.
Oecumene
Marius was actief in de oecumene. Tweemaal is hij namens de Remonstranten op een Assemblee van de Wereldraad van Kerken geweest, in Harare (1998) en Porto Allegre (2006). In Nederland was hij van 2007-2015 vicevoorzitter van de Raad van Kerken. Daar merkte hij dat de Remonstranten als kerkgenootschap weliswaar klein zijn, maar interessanter voor anderen dan wij zelf soms denken. Hij was voor de Raad auteur – achter de schermen – van de dooperkenning en de verklaring van toenadering van kerken rond dat thema. Hij stelde ook de tekst op De kerk: een veilige plek. In 2014 hebben 22 kerken hun handtekening onder deze tekst geplaatst.
Voor wie hem gekend hebben schieten woorden tekort voor alles wat hij heeft gedaan. Wij gaan een betrokken, bescheiden en aimabel mens missen.
Namens de Commissie tot de Zaken,
Annemarie Gerretsen, algemeen Secretaris