Laatst sprak ik een journalist van het Reformatorisch Dagblad. Zoals bekend, is dat een heel andere wereld dan de vrijzinnige. Wel een interessante, trouwens. Opvallend is dat zij meer weten over vrijzinnigen, dan wij over hen. Als er bij ons iets gebeurt, berichten ze daar uitgebreid over in hun krant. We maakten wat grappen. Ik constateerde: er is meer Arminianisme in jullie kringen dan in die van de Remonstranten. Hij lachte, als een boer met kiespijn. Maar het is waar. Even waar het over ging: Arminius, de grondlegger van het Remonstrantisme vond dat de mens enige (heel bescheiden!) invloed op zijn eigen heil moest hebben. Anders was het tenslotte Gods schuld als de mens naar de hel ging. En dat kon niet.
Al kort na de Synode van Dordrecht die de predestinatieleer van Arminius als een ketterij veroordeelde, was de remonstrantse belangstelling voor dit onderwerp verdwenen. Ten diepste kwam dit door het feit dat het wat de Remonstranten betreft eigenlijk om iets anders ging. Niet een detail in de geloofsleer, maar de vraag met hoeveel verschillen je met elkaar in een kerk kon zitten. Remonstranten vonden veel minder zaken kerkscheurend dan hun orthodoxe opponenten. Dat is ook de reden waarom je in en op zoveel remonstrantse kerken de spreuk kunt lezen: Eenheid in het nodige, vrijheid in het mogelijke, in alles de liefde. Binnen de orthodoxe protestantse kerken wordt nog geloofd waar het toen in de strijd om ging, al zullen velen ongeweten het ‘ketterse’ standpunt van Arminius aanhangen. Zo dicht liggen die standpunten bij elkaar, voor de huidige mens.
Afgelopen zaterdag was er Kerkennacht in Rotterdam. Nou ja, nacht, het was nog niet donker toen het programma om 22.00 uur afliep. Daar moeten we nog eens wat doen. Er was een prachtig programma samengesteld in de remonstrantse kerk: van een rappende woordkunstenaar, een voorlezende, boeiende schrijver, een enorme boekenverkoop ten bate van de Pauluskerk tot ronddraaiende en dansende Derwisjen. Een kleinigheid, die mij in het bijzonder trof, was de gelegenheid om met Arminius op de foto te gaan.
Ik besef heel goed dat Arminius zich in zijn graf in de Pieterskerk zou omdraaien als hij zou kunnen bedenken wat de opvolgers van zijn geestverwanten van het geloof hebben gemaakt. Tegelijkertijd: hij heeft zelf wel de aanzet gegeven tot een geloof waarin eigen verantwoordelijkheid een grote rol heeft. Zonder eigen verantwoordelijkheid kon het voor hem niet. Daarom kunnen wij als verre navolgers gerust blijven zeggen: Geloof begint bij jou, en daarom sta ik graag met Arminius op de foto.