Valt jouw lijden dit jaar samen met het verhaal van Pasen?

Valt jouw lijden dit jaar samen met het verhaal van Pasen?

Foto: Alessandro Concu
17 april 2022
Geschreven door Kim Magnée - de Berg

Het gevoel dat er een steen op je hart ligt. Het gevoel dat alle zin uit je leven verdwenen lijkt. Dat je nooit meer voluit zult kunnen lachen. Alles benauwt je, de tranen prikken achter je ogen en sleept je voort, maar waarom eigenlijk? Dat gevoel, die ervaring, is naar mijn idee zelden zo treffend omschreven als door de dichter Jan Wit toen hij psalm 42 hertaalde. “Hart onrustig vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel”, zo dichtte hij.

Een vleugellam geslagen ziel, wat een prachtig beeld en wat een diep verdrietige ervaring weerspiegelt dat beeld. Een ziel die alle lichtheid kwijt is, gevangen door het verdriet van zijn drager, zwaar en zwaarmoedig. Wanneer je tot in je ziel gekwetst bent, ben je in je hele mens-zijn geraakt. Iets in je is kapot gemaakt, waardoor je je vleugels niet meer uit kunt slaan. Dat is een gevoel waar je niet zomaar overheen komt, omdat het voortkomt uit een of meerdere ervaringen die je leven ingrijpend hebben veranderd.

Zoeken naar het graf van de opgestane Heer

Ik stel me zo voor dat Maria zich zo voelde, de morgen dat ze naar het graf ging. Een onrustig hart, vol van zorgen en verdriet, een vleugellam geslagen ziel. De man om wie haar leven draaide is dood, vermoord zelfs. En met zijn dood zijn haar dromen en verwachtingen, haar hoop en haar levenslust ook gestorven. Waar leeft ze nog voor? En daarom keert ze haar rug naar het leven toe en zoekt ze zijn graf. Heel vroeg is ze op weg gegaan, in haar en om haar heen is het nog donker, alsof het nooit meer morgen wordt.

En misschien zijn er vanmorgen hier in de kerk ook wel mensen die zich zo voelen. Die net tegen hun gevoel in hebben gezongen over vreugde en over de opgestane Heer. Want als je hart zwaar is, kan je niet zomaar alles meezingen. Je bent zo bevangen door verdriet dat alles wat je ziet door dat gevoel gekleurd wordt. Ze zijn er misschien wel, de mooie en hoopvolle dingen om je heen, maar ze dringen nauwelijks tot je door.

Het Paasfeest past misschien wel naadloos

En precies de andere kant van dat spectrum van het gevoelsleven van een mens wordt beschreven in Hooglied 2, dat Judith Herzberg zo prachtig in haar woorden opnieuw bezingt. Daar klinkt het lied van de verliefden. Van iemand die zich niet zwaar of zwaarmoedig voelt, maar licht als een gazelle. Alles kan ze aan, barrières ziet ze niet, de wereld is niet dicht maar open. En de natuur om haar heen, lijkt speciaal voor haar in bloei te staan. Alles is even mooi.

Kom naar buiten
kom meisje ga mee
de winter is over
met regen en storm
er komt sap in de takken.

Op de grond
en aan de twijgen
zijn al bloemen
en vijgen ja
de vruchten
krijgen al vorm.

De tortelduif koert al
en de jakhalzen dan
die de wijngaard vernielen
de jakhalzen zetten we vast.

Mijn lief is de mijne
en ik ben de zijne.

Kom naar buiten
kom duifje vertoon je
kom uit de kloof
waar je woonde
en laat je weer horen
kom duifje vertoon je.

Mijn lief is de mijne
en ik ben de zijne.
Als avondwind waait
en de schaduw komt aan
wees dan als een hertje
of als een gazelle
tussen de bergen in de verte. – Judith Herzberg, uit: 27 Liefdesliedjes (gedichten gebaseerd op het Hooglied)

Ook met dat gevoel zitten er hier misschien mensen in de kerk. En het Paasfeest past dan misschien wel naadloos in hun leven van dit moment. Maar het bijzondere van dit feest – en dat geldt overigens voor alle christelijke feesten – is dat het bedoeld is voor iedereen. Niet alleen voor de mensen die het moeiteloos mee kunnen maken, maar juist ook voor hen – en dat zou weleens de meerderheid kunnen zijn – voor wie die vederlichtheid geen vanzelfsprekendheid is.

Maria komt bij het graf

En al doorlezend in het Hooglied las ik een beschrijving van het moment voordat het dag wordt, of als je het figuurlijk leest, voordat je weer licht wordt. In de Willibrordvertaling voor mij het treffendst vertaald met de woorden: “Voordat de morgenbries opsteekt en de schaduwen vluchten…”

Precies op de tijd en precies in die sfeer komt Maria bij het graf. Het is nog nacht, maar – zo voel je als aandachtige lezer van het verhaal – dat is het niet lang meer, de omslag is vlak bij. En in de omslag, in die overgang naar het licht en het lichte, wil het Paasevangelie ons allemaal meenemen. Tot we op het volgende punt komen, dat je met bijna dezelfde woorden zo zou kunnen beschrijven: “De morgenbries steekt op en de schaduwen vluchten weg.”

Pasen: het verhaal van de opstanding verkondigen

Voor mij is dat de beweging die met Pasen gemaakt wordt. Het is niet in één keer helemaal licht, het is niet als bij toverslag volledig veranderd van binnen of van buiten, maar het is wel een onomkeerbaar begin: de morgenbries steekt op en de schaduwen vluchten weg. Je wrikt aan die steen op je hart en hij geeft mee. Je voelt de fluistering van de toekomst. Je opent je langzaam voor de troost van de mensen en de dingen om je heen. Je ervaart dat het leven doorgaat en dat God nog altijd bij je is.

“De morgenbries steekt op en de schaduwen vluchten weg.” Ik denk en hoop dat het vieren van Pasen uiteindelijk dit is: het verhaal van de opstanding zo verkondigen dat mensen die beweging mee kunnen maken. En dat is geen vanzelfsprekendheid. Dat was al niet zo voor de eerste leerlingen van Jezus. Zelfs Maria maakt het mysterie in eerste instantie maar nauwelijks mee, al voltrekt het zich onder haar eigen ogen.

Jezus zegt: ‘Houd me niet vast’

Maar zij is nog zo door de zwaarte van haar gemoed bevangen dat ze geen oog heeft voor haar toekomst, voor het leven dat doorgaat. En pas als ze zich omdraait begint het te dagen. Pas als ze haar naam hoort, springt haar ziel weer op. En dan begint er in haar iets te zingen. Heel anders, veel dieper nog, dan de aardse liefde van de jongen en het meisje uit Hooglied. Veel meer dan lichamelijkheid van de liefde die daar beschreven wordt gaat het hier over een ziel die aangeraakt wordt. En waar je je met je ziel verbonden voelt met de ander, kun je tegelijk ook loslaten.

‘Houd me niet vast’, zegt Jezus, om met mij en door mij verder te kunnen leven, moet je me los kunnen laten. Je krijgt er je eigen leven voor terug. En zo gebeuren er twee dingen tegelijk. Het éne heb je zelf in de hand. Maria moet in beweging komen, zich omdraaien, de juiste kant op kijken. En dan volgt het andere: al die dingen die je van buitenaf toevallen. De genade, de troost, de hervonden vreugde om het bestaan. De morgenbries die opsteekt, de schaduwen die langzaam vervagen.

Pasen: een kwetsbare belofte

Dat is geen vanzelfsprekendheid, maar het is wel de belofte die het Paasverhaal ons doet. Dat vind ik ook in twee boeken die ik ooit in tijd voor Pasen las en die me altijd zijn bijgebleven. Beide geschreven door mensen die vanuit diepe rouw hun Paasbeleving proberen te hervinden. Het eerste boek is van de hand van een oud docent van mij, hoogleraar theologie in Leiden, Kune Biezeveld. Haar boek ‘Als scherven spreken’ schreef zij in de tijd dat zij ernstig ziek was en wist dat ze spoedig zou overlijden. De laatste uitslagen uit het ziekenhuis kreeg zij uitgerekend in de Paasweek. En ze vertelt dan hoe haar moeite met Pasen als het feest van de grote woorden wordt onderstreept. Zij herontdekt dit feest als ‘bevochten vreugde’.

Pasen is voor haar een ‘kwetsbare belofte’ en dat verbindt ze dan met het seizoen van Pasen: de lente. Pasen is voor haar vooral: de hoop en het vertrouwen dat God met je meegaat, hoe je weg ook zal gaan. En dat wordt voor haar weerspiegeld in een gedicht dat een collega schreef en haar toestuurde. Zelf zegt ze daarover, vooral tegen die mensen die het verbinden van Pasen met de lente een heidense gewoonte vinden: lees dit gedicht, dan kan je niet meer zeggen dat het voorjaar geen taal kan leveren om het diepste te verwoorden en zo zelf in beeldtaal bron van kracht kan zijn.

En de beeldtaal van het betreffende gedicht klinkt zo:

Vertrouwen

Ik zie haar eerste bloei
nog op het kale hout
en vraag bezorgd
vanwaar die vroege groei
de nachten nog zo koud

de boom zegt niets
maar bloeit mij aan
alsof haar zachte kracht
de strengste vorsten
zal weerstaan
ook deze nacht.

Tegenover al die triomfantelijke woorden met Pasen, klinkt hier een ander, een zachter geluid waarin Pasen wordt gevierd als de voorzichtige overwinning van wat kwetsbaar, maar doorslaggevend waardevol is.

De opstanding een kostbaar geheim?

Niet voor niets zijn de verhalen over de opgestane Jezus vooral ook intieme verhalen. Hij verschijnt niet zomaar aan iedereen, maar aan zijn leerlingen, in de beslotenheid, alsof zijn opstanding een kostbaar geheim is. Een mysterie dat meegemaakt kan worden door wie er oog voor heeft. Een mystieke ervaring die raakt aan de diepe poëtische waarheid van het bestaan. Een verhaal voor wie zich aarzelend aan het geloof over durft te geven dat de zachte krachten zeker zullen winnen.

Word vriend van de Remonstranten

Geïnspireerd door de Remonstranten? Word vriend! Je kunt landelijk lid worden of je verbinden aan een lokale gemeente.  Lees verder

Het tweede boek dat ik aan wil halen beschrijft eenzelfde soort ervaring. Het is geschreven door een man die op hetzelfde moment weduwnaar wordt en vader van zijn derde kind. En hij schrijft dan in een Paasoverdenking: “Pasen is dat de liefde van God voor altijd is. Dat ik altijd met alles bij God mag horen. Dat God sterker is dan mijn kwetsuren, mijn pijn. Dat er hoop is. Of ik dat geloof? Of ik dat zeker weet?

Jezus zegt haar naam

Er is maar één manier om daar achter te komen. Ik moet me laten aanspreken door God, die mijn naam kent. Zoals Maria. Ze staat daar, met haar gezicht naar het verleden, niet meer levend naar de toekomst. Maar Jezus zegt haar naam,

en ik keerde me om,
en veegde met mijn mouw mijn tranen weg,
toen ik de tuinman zag.

Hij stond er zo gerust en groot.
En ’t was of al de bloemen
nu opeens bloemen werden en de bomen
hun groen herkregen, toen hij naar mij keek,
en of ik niet alleen meer was, en of
het graf achter mij niet meer bestond,
niet meer als leegte als holle angst… – Maria Magdalena op Paasmorgen, van Michel van der Plas

Dit is Pasen, schrijft hij dan: dat God mij kent en weet wat ik nodig heb. Hij spreekt me aan en vraagt me: ‘Wat is er? Waarom huil je?’ Voor mij zit alle troost van God in die vraag: ‘Waarom huil je?’ Ik huil om alles wat ik niet meer heb, wat verloren is gegaan. Ik huil om wat mijn kinderen niet meer hebben, niet meer zijn. Ik huil om alles wat niet goed was en nog steeds pijn doet. Ik huil om alles wat anders zou kunnen zijn.

In het spoor van Christus

En dan word ik geroepen om me om te draaien en om toch weer naar de toekomst toe te leven. En om daar, in dat leven, in het hier en nu dus, te vertrouwen, lief te hebben en goed te doen. In het spoor van Christus die ons is voorgegaan en die nog altijd onder ons is. Die ons aankijkt met de ogen van onze mede-mensen. Die ons aanspreekt, bij onze naam noemt, ons uitnodigt om ons om te keren, weg van alles wat doods en duister is, met de blik gericht op het licht. Op wat licht is en wat licht maakt. Op wat ons en anderen optilt. Op wat het lied in ons doet opwellen. Zodat onze ziel weer vleugels krijgt.

“De morgenbries steekt op en de schaduwen vervagen.” Pasen is het feest dat ons voorhoudt dat het leven geleefd mag worden. Door het verdriet heen. En het feest dat ons vertelt dat God blijvend in ons midden is. Hier roept hij ons bij de naam. Hier hoort hij ons, in ons geluk en ons verdriet en hier trekt hij met ons verder. Nee, dat is geen vanzelfsprekendheid, maar het kan wel, zo dichtte ook Huub Oosterhuis met de poëtische overtuigingskracht die ook Pasen kleurt:

Wij willen dat het zo is
Wij hopen dat het zo wordt
Wij denken dat het niet kan
Wij zingen dat het zal zijn
En als er liefde is
Dan zal het, al kan het niet
Dan kan het, omdat het moet,
Omdat het zo niet meer kan.

Amen. Halleluja!

 

Bronvermelding: Judith Herzberg, 27 liefdesliedjes (uitgeverij De Harmonie), Kune Biezeveld, Als scherven spreken, over God in het leven van alledag (uitgeverij Meinema), Pieter Both, Dag zeggen, dolen in rouw (uitgeverij Buijten en Schipperheijn),

Over Kim Magnée - de Berg

Kim Magnée - de Berg

Kim Magnée - de Berg is remonstrants predikant in de Federatie Gouda, een samenwerkingsverband van Doopsgezinden, Remonstranten en de VVP.

Gerelateerd

21 juli 2022

‘Ik leef in het verlengde van jou’

Nu de zomer is aangebroken, wordt het stiller op straat en in de stad. Zaken worden afgerond. Laatste dingetjes worden g
13 april 2022

Nog even op een rijtje: waar gaat de lijdensweek nou eigenlijk over?

De verhalen over de laatste dagen van Jezus staan in de vier evangeliën. Hieronder wordt het verloop verteld. Dan kan j
26 juli 2021

Een Aramees Onze Vader

Bron van Zijn, die ik ontmoet in wat mij ontroert. Ik geef U een naam opdat ik U een plaats kan geven in mijn leven. Bun