Op de achterkant van de voordeur van het appartement van Carla Josephus Jitta is de poster opgehangen van de geruchtmakende remonstrantse campagne. ‘Mijn God laat mij zelf denken!’, staat er in grote letters geschreven, niet te missen als je het thuis verlaat. Carla Josephus Jitta is trots op de remonstranten. En met enige reden. ‘Ik heb aan de remonstranten mijn leven te danken’. En dat bedoelt zij dan heel letterlijk. Samen met haar broer- en als enige in de familie- overleefde zij de Tweede Wereldoorlog dankzij een geantedateerd doopbewijs van de remonstranten. Carla en Alfred waren gedoopt in 1941 en om voor christelijk door te gaan en niet doorgestuurd te worden naar een vernietigingskamp, moest je vóór 1940 gedoopt zijn. Hun ouders waren lid van de remonstrantse gemeente in Bussum, maar dit heeft hen niet kunnen redden. De Duitsers lieten Carla en haar broer van Westerbork naar Theresienstadt gaan. In februari 1945 zijn ze met 1200 gevangenen, waaronder ongeveer 400 Nederlanders naar Zwitserland gegaan, uitgewisseld tegen vrachtwagens.
Na haar schooltijd in Bussum, waar zij in 1949 was aangenomen in de remonstrantse gemeente, verhuisde Carla naar Amsterdam om op eigen benen te staan. De jaren daarna kwam ze minder vaak in de kerk. Zij vond de sfeer afstandelijk, en enigszins kil. Toen ze voor de kerkenraad werd gevraagd moest zij er daarom even over nadenken. Zij ging toch op het verzoek in, en besloot samen met anderen om wat aan de sfeer te veranderen. Er werd nadrukkelijk gelet op de onderlinge betrokkenheid. ‘Thuis op verjaardagen laat je iemand ook niet alleen staan’.
Carla komt regelmatig naar Vrijburg om de kerkdienst bij te wonen. De onderlinge sfeer is goed. Daarnaast is Carla actief betrokken bij de Kring Centrum, die haar in de loop der jaren veel heeft gebracht. In de kerk zoekt zij een ijkpunt en een antwoord op de vraag: wat denk ik werkelijk, van binnen? Antwoorden vindt ze soms in de bijbelse verhalen en de overdenkingen. Bovenal biedt het geloof Carla een houvast. God is voor haar een kracht die alle tegenslagen te boven komt.
De zware perioden in haar leven had ze niet doorstaan zonder dit houvast. Zij kan bij God ook terecht met haar boosheid. Bij het overlijden van haar broer na een auto-ongeluk heeft ze God in haar hart vervloekt. Waarom werd haar broer, die het zo moeilijk had gehad, dit aangedaan? Je kunt boos worden op God, omdat je tegelijkertijd ervan verzekerd bent dat God jou vergeeft en begrip voor jouw situatie heeft. Haar houvast is Carla nooit verloren. Carla gelooft in de toekomst van de remonstranten, als wij ten minste blijven vooruitlopen, durven en vernieuwen. En open staan voor nieuwe vormen van spiritualiteit.
En er mag best campagne worden gevoerd voor de remonstranten, op straat maar ook op de binnenkant van de voordeur!