Een pijnlijke spagaat – drie gedachten bij Werelddierendag

Foto: Savannah River State
4 oktober 2017
Geschreven door Ytje Poppinga

Het is een druilerige nacht, opengesprongen kastanjehulzen liggen op het natte wegdek dat verder bezaaid is met eikels en gevallen bladeren. We rijden met groot licht en speuren over het gladde asfalt. Ze zijn nauwelijks te onderscheiden, de padden en vuursalamanders die als bevroren tussen al het gevallene blijven zitten. Ik rijd er behendig omheen, dan weer probeer ik er één midden tussen de wielen te passeren. Niet te hard rijden, doe ik dat wel, dan kunnen ze door de aanzuigende werking van de luchtverplaatsing tegen de onderkant van de auto worden geslagen en alsnog worden gedood.

Hadden we toch maar de camionette genomen, verzucht P. naast me, die banden zijn twee keer zo smal en dan hebben ze meer kans. We vrezen deze nachten. En gaan dan liever de deur niet uit, we weten het: de koudbloedige diertjes zoeken een relatief warme gladde ondergrond en wat volgt laat zich raden. Het gaat gelukkig goed en tenslotte draaien we tevreden van de Departementale af naar huis als het volle licht van een grote vrachtwagen ons vangt en achter onze auto langs dendert naar waar wij net vandaan kwamen…

Jagers zijn watjes

Ronkende 4×4 en witte camionettes scheuren het bos in, de honden blaffen en janken vanachter de getraliede deuren. Ze zijn iets op het spoor. Een eind verderop staan de oranje hesjes. Ieder op z’n vaste plek, de dames aan de rand van het kastanjebos, de mannen bij de drie grote eiken en verderop richting meertje. De geweren hangen geduldig over de schouder. Jaar in jaar uit hetzelfde tafereel. Gebrul en geschreeuw in de verte, maar vooralsnog lijkt het niet te lukken. Wij vermoeden dat de ‘hangjagers’ stilaan koud geworden, inmiddels moeten verlangen naar de warme lunch waar de wijn rijkelijk zal vloeien.

Sinds 15 augustus, Maria Hemelvaart, is het jachtseizoen weer geopend. Alleen wilde zwijnen, de vloek van de boeren hier. Pas in september mag er op herten, reeën en kleiner wild worden gejaagd. Wij gaan aftellen, 28 februari dan is dit eindelijk weer voorbij. Voorlopig troosten we ons met de opgewonden woorden van onze ‘grootboer’: ‘die jagers hier, die kunnen er niets van! Bij ieder dier piepen ze, die is te klein, die heeft een jong, hier moeten we niet schieten… Ik heb niks aan ze! De watjes…’

Verlangen naar stadse kaasstolp

Soms verlang ik terug naar onwetendheid onder de stadse kaasstolp. De natuur en haar dilemma’s op afstand. Of toch niet… ik wil niet hoeven denken dat minder insecten alleen maar betekent dat ik minder insectenverwijderaar hoef te kopen. Dat bijna terloopse bericht moet ons toch wakker schudden, maar hier durf ik niet verder te denken. Dan verlang ik naar oude tijden en woorden als heiligen en zegenen. Dan zou ik stiekem wensen om de macht die godsdienst weleer nog had, in te mogen zetten voor het behoud van de schepping. Want nooit, nee, nooit zal het de politiek lukken om anderhalf miljard mensen geen vlees te laten eten…

Over Ytje Poppinga

Ytje Poppinga

Ytje Poppinga is remonstrants predikant. Zij woont op het moment in Frankrijk. Haar laatste remonstrantse gemeente was Alkmaar.

Gerelateerd

15 februari 2024

Volhouden #40dagen

De veertigdagentijd, ofwel de lijdensweken. Voor zover ik mij herinner, had die periode nauwelijks een bijzondere beteke
13 februari 2024

De veertigdagentijd als periode van omvorming

Peter Korver beleeft de veertigdagentijd heel bewust als periode van omvorming. Hij geeft suggesties hoe wij dat ook kun
10 januari 2024

Een kaars in Gaza

Het nieuws van de afgelopen maanden kan ons overspoelen. De beelden uit Gaza grijpen je naar de keel. Het verlies aan le