‘I’ll walk with you, we’re marching in the light of God’, zegt een van de deelnemers aan de Assemblee in de lobby van het hotel tegen zijn collega. Zijn collega wil een taxi nemen, maar met de tram reis je in 3 minuten naar het conferentiecentrum. Met een glimlach en een blik van herkenning kijken we elkaar aan voordat ze op weg gaan.
Dinsdagavond kwam ik door de NS-stakingen later dan gepland aan in Karlsruhe en woensdagochtend moet ik nog een klein beetje bijkomen. Toch zet deze eerste ontmoeting al meteen de toon voor mijn eerste Wereldraad van Kerken (WCC).
Wachtend op mijn badge in de rij komen de goede gesprekken vanzelf op gang. Als we later stil moeten zijn in de grote conferentiehal en de voorzitter van het Centraal Comité, dr. Agnes Aboumons ons met woorden niet stil krijgt, zet ze het Kyrie in. Zachtjes humt de zaal met haar mee. Het moment maakt diepe indruk op me.
In de conferentiezaal hebben wij als remonstrantse delegatie vaste zitplekken. Links van mij zit Kim, rechts van mij zit Rodriguez uit Salvador. Met handen en voeten proberen we iets tegen elkaar te zeggen. Verder dan ‘como estas’ en ‘buenos dias’ kom ik nog niet echt, maar ik beloof hem dat daar verandering komt. Naast bloggen committeer ik mij ook aan het oefenen van Spaans. Vandaag kwam ik hem weer tegen. We verstaan elkaar nog steeds niet maar toch spreken we met elkaar.
De speeches van de eerste dag laten mijn hoofd tollen en tegelijkertijd geven ze mij inzicht in hoe deze ruimte van de WCC werkt en hoe je in zoveel diversiteit en verscheidenheid bij elkaar brengt.
Om iets meer te begrijpen over de manier waarop de WCC werkt en de thema’s die spelen is het een aanrader om het rapport van de algemeen secretaris Prof. dr. Ioan Sauca van de WCC te lezen. Natuurlijk gaat het onder andere over het belang van oecumene om ruimte te scheppen voor urgente vraagstukken zoals het klimaat, racisme, Israël – Palestina en de oorlog in Oekraïne en vanuit die ruimte met elkaar in actie te komen.
Het rapport is niet zomaar een rapport, maar is een rapport geschreven door gelovig mens die op pad is geweest om met mensen en kerken in gesprek te gaan. Dat maakt het rapport persoonlijk en ook kwetsbaar bijvoorbeeld op het moment dat hij over zijn bezoek aan Syrië schrijft:
The image of a boy about 10 years old still haunts me. In one meeting we had with a congregation after the Sunday service, alongside others who spoke, this boy also asked to speak. With tears in his eyes he simply asked if we could help to bring medicines for the Syrian people. He did not ask this for his family or for his church but for all Syrian people. Then, he started crying out loud. We discovered that his father was dying of cancer and was now in the terminal phase. He had pains he could not bear, and, because of sanctions, could not find any medicines in the pharmacies.
During our visit, the appeals from the people we met could be summarized as these two requests: “Do not forget and abandon us,” and “tell the churches present at the Assembly about our pain and suffering and ask them on our behalf to do whatever they can to help for the lifting up of the sanctions because it is not the politicians or the government who suffer from it but the normal people”.
When we returned to Geneva, together with the general secretary of ACT Alliance, I signed a letter addressed to President Biden asking to lift the sanctions. And we are still waiting with hope to get a response.
Wachten dat gebeurt niet zomaar, maar wachten is een wachten met hoop. Voor mij maakt die uiting van hoop een wereld van verschil, hoe pijnlijk het wachten ook nog altijd is.
Ik weet alleen niet of wachten met hoop ook gezegd kan worden over Israël – Palestina. De situatie lijkt uitzichtloos te zijn.
De kwestie Israel-Palestina roept veel spanning op binnen de WCC. In februari kwam er een rapport uit van Amnesty International waarin Amnesty zich uitspreekt en inzet tegen Israëls Apartheid tegen het Palestijnse volk. De Zuid-Afrikaanse Anglicaanse kerk en een aantal kerken in het westen hebben WCC opgeroepen om Israël ook als een apartheidsstaat te beschouwen.
Sauca is daarop in gesprek gegaan met mensen in de regio. Volgens Sauca maak je met apartheid de dialoog monddood en is er geen gesprek meer mogelijk. In zijn rapport stelt hij dat de inzet tegen antisemitisme en de inzet voor rechten voor het Palestijnse volk samengaan. Geen grote maar zachte woorden klinken. Maar is dat voldoende voor de Palestijnse christenen die hier ook aanwezig zijn?
Het maakt me op de eerste dag al duidelijk dat de WCC een oefenruimte biedt die niet perfect maar wel ontzettend nodig is. Een oefenruimte waarin de ander met respect en waardigheid behandeld wordt door de religieuze taal die we met elkaar delen. Een taal die tot de verbeelding spreekt. Ik heb het vermoeden dat juist dan het stille midden ook buiten de Asemblee een uitgesproken midden kan worden.
Meer dan het verdragen van elkaar, zoeken we naar die bron van liefde die ons allen draagt. Het daadwerkelijk kunnen ontmoeten van de ander in zijn of haar lijden. Bearing witness, het zien en horen en getuigen en delen van onrecht komt op verschillende manieren regelmatig terug. We lopen samen op en dat gaat niet snel. Toch zijn we onderweg en in beweging. Ook ik.
Als de avond valt waag ik een dansje op de markt met mijn doopsgezinde collega. Met de oud-katholieke aartsbisschop kijk ik naar de lichtshow die ook al best indrukwekkend is. Dan is het laat en mooi geweest. ‘God bless you’, wordt er ergens als afscheid geroepen. ‘God bless you too’, klinkt het antwoord. Met een glimlach loop ik terug naar het hotel het donker in. Morgen weer een dag.