De geest. Om welke geest gaat het? Ja, de heilige geest. Maar wat zegt dat? Er zijn zoveel stemmen die op ons inpraten. Ze vertellen wat goed voor ons is. Maar niet alles is goed voor ons. Is er dan één stem uit die enorme veelheid die we werkelijk goed kunnen noemen?
Er is een middeleeuws pinksterlied waarin deze stem wordt aangeroepen. In dat lied wordt onder woorden gebracht wat mensen nodig hebben. In een enkel woord, verzoening. Daarom wordt in dit lied gebeden.
Want het kan veel erger. De veelheid van de stemmen die zeggen wat wij moeten doen en waarnaar we moeten luisteren, is al heel verwarrend. Erger wordt het wanneer die stemmen anderen kwaad toespreken. Haatmail. Akelige woorden neerschrijven, vervolgens een druk op de knop en het is weg. Beangstigend kan het zijn, intimiderend en heel onveilig. Ik ben er nooit slachtoffer van geworden. Ik weet dus ook niet hoe ik zou reageren. Kun je je daarop voorbereiden? Innerlijk?
De Middeleeuwen vormden ook geen veilige tijd. En toch ontstond dit lied. In het lied wordt de geest aangesproken die iets anders beoogt dan het kwaad dat over ons kan komen. Het lied buigt het kwaad om. In elke regel is het wel te lezen. Het vraagt om het goede, vraagt of deze geest ons bezielen mag. Enkele verzen eruit:
Kom geest, die heilig is,
zend uit de hemel
een straal van jouw licht.
Kom, jij die zich over armen ontfermt,
bron van goede gaven
kom, jij die ons hart verlicht.
Jij, de rust bij het zware werk,
kalmte in de razernij,
troost in ’t verdriet.
…
En dan komt het:
Reinig wat vuil is,
besproei wat verdroogd is,
heel wat gewond is.
Verzacht wat verstard is,
verwarm wat verkild is,
breng weer op weg wat verdwaald is.
Dit is waar het op aankomt. Om scheefgegroeide verhoudingen recht te zetten, onrecht te herstellen. Zonder kwetsuren komt een mens het leven niet door. Maar de pijn kan worden geheeld. Dat is het werk van de geest, de trooster. Het kwaad dat je wordt aangedaan heeft niet het laatste woord. Maar als je pijn is gedaan is het moeilijk om daar weer uit los te komen. Daarom dit lied. Het wil niet zeggen dat je niet in actie mag komen tegen wie jou kwaad doet. Dat je geen verantwoording mag vragen, dat er geen straf moet worden opgelegd.
Maar ook dat heeft niet het laatste woord. Blijf niet steken in de boosheid. Blijf ook niet steken in de angst die intimidatie en kwade woorden kunnen oproepen. Daarom dit lied van rond 1200. Het gebed om een lichtstraal uit de hemel te mogen opvangen en om te helen wat verkild is, bij dader en slachtoffer. Pinksteren, de geest die tot het leven leidt.