Het was intellectueel genieten op zaterdagochtend 12 maart. Mijn vriendin en ik bezochten de beraadsdag van de Remonstranten in Amsterdam. ‘Keynote’ spreker was de Franse rabbijn en filosoof Marc-Alain Ouaknin die met de nodige humor naar voren bracht hoe cruciaal taal, vertaling en interpretatie zijn bij het begrijpen van de Bijbel (en andere teksten). Hij speelde een intelligent en vernuftig spel met ons, tweehonderd aandachtig luisterende Remonstranten. Centraal stond dat woorden en begrippen vaak een dubbele betekenis hebben en dat je dit moet inzien om de tekst werkelijk te vatten.
Hij illustreerde dit aan de hand van het bekende verhaal van de verlamde man die zijn vrienden via een gat in het dak van de synagoge van Kafarnaüm voor Jezus neerlegden. Ouaknin liet zien dat de evangelisten Markus en Mattheüs in grote lijnen hetzelfde verhaal vertellen, maar in belangrijke details een andere lading aanbrengen. Kort gezegd: ‘Sta op, neem je bed op en wandel’ naast ‘Sta op, neem je leesvoer op en wandel’. Mij spreekt deze mix van theologie en ‘taalfilosofie’ enorm aan, het voelt remonstrants, waarmee ik bedoel dat het me verruimt dat ik zo open naar geloof kan kijken. Op een of andere manier raakt het mijn hart, hoe rationeel de werkwijze van Ouaknin ook lijkt te zijn.
Of we nog niet genoeg met God, bijbel en geloof waren bezig geweest, gingen we dezelfde avond naar ‘Knielen op een bed violen’, de film naar de gelijknamige roman van Jan Siebelink. Een heel andere kijk op geloof ontvouwt zich hier: kweker Hans Sievez raakt meer en meer verstrikt in een streng-orthodox protestantisme. Naar de kerk gaan was geen optie meer, men ging ‘thuislezen’ onder leiding van een dominee die door Siebelink gemodelleerd is naar ds. Paauwe, predikant in de eerste helft van de vorige eeuw. Interessant detail: Pauwe werd in 1914 de Nederlands Hervormde kerk uitgezet omdat hij vrijzinnige doopleden van elders niet wilde inschrijven.
De film belicht goed de enorme worsteling van Sievez met het ‘ware’ geloof en hoe hij zich daartoe moest verhouden. In mijn ogen lijkt het of hij behekst werd. Maar het meest bijzondere aan de film – en natuurlijk was het mijn vriendin die me daar op attent maakte – was de rol van de vrouw van Hans, Margje. Zij zag de weg die haar man ging met grote bezorgdheid en verdriet aan, zelfs op zijn sterfbed verdrongen de in dreigend zwart geklede mannen haar het zicht op haar man. Als het mij was overkomen, had ik de kerels bij kop en kont gepakt en het huis uitgezet. Maar Margje deed dat niet; ze zag dat Hans ten onderging en dat ze hem verloor aan de ‘zwaren’, maar ze aanvaardde dat het zijn keus was en liet hem tot zijn dood toe in zijn waarde.
Ik begrijp goed hoe Hans Sievez betoverd werd. Hoe eng ook voor ons moderne mensen, van zijn geloof gaat een enorme passie en overgave uit. Maar nadenken, dat deden ze niet meer. Ik begrijp ook goed het taalspel van Ouaknin, heerlijk en noodzakelijk om je geest te blijven scherpen. Maar heeft het nog met geloof te maken? En tenslotte bleef me van deze dag het meeste bij de liefdevolle houding van Margje. Ik denk dat het mannen zijn die willen vechten tegen het fundamentalisme, maar dat het vrouwen zijn die het uiteindelijk overwinnen.