De Tour de France komt naar Utrecht. Zaterdag 4 juli is de proloog. Zondag 5 juli is de stad het decor van de eerste echte etappe richting Neeltje Jans. Die zondag is er geen kerkdienst in de Geertekerk, het Remonstrantse kerkgebouw in de Utrechtse binnenstad. Over de betekenis van die dichte kerk kan je eindeloos filosoferen. Is dit een teken aan de wand? Betekent het dat de kerk nog verder terrein verliest? De definitieve secularisering?
Het is een bekende gedachte: sport als de nieuwe religie. In de katholieke versie: de sporter als de nieuwe heilige die we kunnen vereren. In de protestantse variant: zelf sporten als onderdeel van het geloof in het gezonde leven. Gedeeltelijk is het waar. Je zou ook kunnen denken dat sport steeds meer de gemeenschapsvormende rol van het geloof overneemt. Ooit waren kerken een bindweefsel in de samenleving. Nu zijn dat de sportscholen en de voetbalclubs. Kerken blijven knooppunten in het sociale netwerk, maar veel minder centraal dan vroeger.
Of, om met Marx te spreken, is het nu de sport in plaats van religie die het volk bezighoudt, zodat (neo-)kapitalistische krachten ongestoord de mensen kunnen kaalplukken. Wordt het opium van het volk vervangen door de EPO van de renners? Tot zover de filosofie. In werkelijkheid is de eenmalige kerksluiting puur pragmatisme: de kerk ligt midden op de route, de binnenstad wordt afgezet, kortom, de Geertekerk is zo goed als onbereikbaar. Toch was het geen gemakkelijk besluit.
Ik vind het zelf altijd wel een geruststellende gedachte, dat de lofzang gaande blijft: dat mensen blijven zingen, zoeken, geloven, ook als ik het zelf even niet kan of wil. Het hoeft niet allemaal van mijzelf af te hangen. Als het dan op 5 juli stil blijft in de Geertekerk voel ik mezelf juist geroepen om die dag even stil te staan bij het feit dat het zondag is. Ik zal mijn best doen. En daarna juichen voor de renners. Want dat kan natuurlijk ook nog: sport én religie, in plaats van ‘in plaats van’.