17 april 2023
Geschreven door Michel Peters

Ooit kende ieder dorp en stad zogenaamde ‘meenten’. Gemeenschappelijk bezit waar iedereen gebruik van kon maken, zonder dat ze iemands bezit waren. Denk aan bossen waar men hout kon sprokkelen of velden waar men vee kon laten grazen. In de loop van de geschiedenis werd de meent omheind en als eigendom geclaimd. Het gewone volk moest nu haar arbeid op de markt gaan verkopen. De onteigening van de meenten vormde zo het startschot voor de ontwikkeling van het kapitalisme. Tegenwoordig kunnen we bij meenten denken aan de openbare ruimte en gemeenschappelijke voorzieningen, maar ook aan kennis en cultuur. Ook het internet kan als meent worden gezien. Dit model van de meenten vormt het uitgangspunt voor het nieuwe boek van Thijs Lijster (1981) Wat we gemeen hebben. Een filosofie van de meenten. ‘Het gaat erom de meenten te zien én in stand te houden’

Spreker op Remonstrantse Beraadsdag

Lijster is hoofdspreker op de remonstrantse Beraadsdag aanstaande zaterdag 22 april in Vrijburg Amsterdam. Hij is universitair docent kunst- en cultuurfilosofie aan de Universiteit Groningen, maar bijvoorbeeld ook lid van het Filosofisch Elftal in Trouw. Lees meer over het programma van de Beraadsdag. Je kunt je nu nog opgeven.

Mensbeeld ontzenuwen

Hij wil het neoliberalisme als politiek-economisch systeem bestrijden en ziet het als een nieuwe vorm van onteigening van de meenten. Op onze Beraadsdag zal hij zich concentreren op het mensbeeld dat bij dit systeem hoort: het idee van het autonome, zelfvoorzienende individu dat verantwoordelijk is voor eigen succes en falen. Daarentegen stelt hij: ‘Als mens hebben we allerlei relaties en vormen van afhankelijkheid met anderen. En zonder die relaties kunnen we niet bestaan. We hebben relaties met onze familie, we maken deel uit van gemeenschappen (werk, sportclub, buren), maar om überhaupt als mens te kunnen functioneren zijn we ook afhankelijk van de natuur en technologieën’.

‘Een van de redenen waarom het neoliberale verhaal zo succesvol is, is omdat er heel lang een schrikbeeld is gecreëerd van wat gemeenschappelijkheid is, wat gemeenschap betekent. Het zou betekenen dat je als individu op gaat in de grijze massa, als zombies. Dat je eigen wil verdwijnt. Of je hebt het individu, maar dan is het collectief er niet. Of je hebt het collectief, maar dan mag het individu er niet zijn. Ik probeer een andere conceptie van individualiteit en gemeenschappelijkheid te laten zien.’

Gerelateerd

5 juli 2024

Een stilte waarin een andere stem kan spreken

Overdenking uitgesproken voorafgaand aan de Algemene Vergadering van Bestuur op 8 juni 2024. Mary Oliver en Dorothee Sö
4 juli 2024

Actie en contemplatie

Kerkelijk activisme heeft actie en contemplatie nodig om het vol te houden, stelt Jorn den Hertog in zijn proponentsessa
4 juli 2024

Ruimte voor diversiteit

Een samenvatting van het proponentsessay van Aly Meijer, die op 14 juni haar examen deed aan het Seminarie... Lees verd