Dan zal de heilige Geest u geschonken worden… – Handelingen 2:38
Pinksteren als feest van de Geest wordt door Lucas aan het begin geplaatst van een geschiedschrijving van de kerk, zie het bijbelboek Handelingen. Daarbij aansluitend ging men de vijftigste dag na Pasen vieren als het begin, de geboorte van de kerk. Met Pinksteren viert de kerk om zo te zeggen haar verjaardag. Maar is zij nog wel jarig? Is het instituut kerk, waaraan het bloed kleeft van hen die in haar naam werden vervolgd, waarvan de trauma’s door het misbruik begaan door haar dienaren nog dagelijks voelbaar zijn, is zo’n kerk nog wel jarig? Is een kerk, waarvan de denkpatronen vaak haaks staan op het levensgevoel van deze tijd nog wel herkenbaar en het vieren waard?
Pinksteren plaatst ons voor de vraag wat voor kerk wij willen zijn. Van Ernst Troeltsch is de bekende onderscheiding van een spiritualistisch, kerkelijk en sektarisch type van christendom. Bij het spiritualisme komt het aan op het persoonlijk beleven van het goddelijke. De sacramenten worden symbolisch opgevat, het instituut kerk wordt gerelativeerd, het werk van de Geest aan mensen persoonlijk staat centraal. Bij het kerkelijke type gaat het om de kerk als heilsinstituut. De massa’s moeten worden gewonnen en gebonden door doop, dogma en belijdenis. Bij de sekte gaat het om een gemeente ‘zonder vlek of rimpel’. De boze wereld wordt buitengesloten, het doen en laten van de leden staat onder strenge tucht.
Remonstranten hebben zich altijd het meest thuis gevoeld bij het spiritualistische type van christendom. ‘Geloof begint bij jou’ is ook een uiting van het besef dat de Geest in mensen persoonlijk doorwerkt en niet via instituties of confessiedwang. Nu is het niet geheel uitgesloten, dat bij een dergelijke persoonlijke benadering het gevaar van subjectivisme binnensluipt. Remonstranten hebben dan ook telkens weer de nadruk gelegd op het ‘ene nodige’, de aloude zinspreuk indachtig ‘Eenheid in het nodige, vrijheid in het onzekere, in alles de liefde’.
Dat ‘ene nodige’ werd ook vaak zichtbaar gemaakt in de kerkgebouwen. Niet alleen door vermelding van deze zinspreuk als gevel- of wandtekst, maar ook door de symboliek van het spiritualisme aan te brengen. Zo kent de Nieuwe Remonstrantse Kerk (Vrijburg) te Amsterdam, een kerkgebouw dat als geen ander de remonstrantse opvattingen weerspiegelt, een groot Pinksterraam in het front boven de hoofdingang. Ander voorbeeld: de Nijmeegse kerk heeft op haar klokkentoren geen haan staan, maar een duif. Hierbij werd aangetekend: ‘Dit symbool van de Heilige Geest weerspiegelt het spiritualistische karakter van de Remonstrantse Broederschap’.
Het is dan ook geheel in de geest van het spiritualisme, dat de Geloofsbelijdenis van 2006 de Geest vooraan heeft geplaatst en Jezus genoemd heeft ‘een van Geest vervulde mens’. Het is de mens in wie de Geest Gods doorwerkt en concreet kan worden. De reeks ‘Goddeeltjes‘ begint dan ook met een deeltje over de mens, direct daarop gevolgd met dat over de geest.
Foeke Knoppers beschrijft hierin hoe mensen in extase kunnen verkeren doordat Gods Geest op hen vat heeft gekregen. ‘Ze vergeten zichzelf en alles om hen heen. Ze zijn geabsorbeerd door de Geest’. Zie het Pinksterverhaal! Maar wij kunnen ons ook op andere wijze laten leiden door de Geest. Zie de Pinksterbrief van Dietrich Bonhoeffer.
Knoppers laat aan de hand hiervan zien hoe het ook anders kan. Op tweede pinksterdag 1944 schreef de Duitse theoloog vanuit de gevangenis een brief aan zijn vriend Bethge. Bonhoeffer heeft het over hoe om te gaan met de bedreigingen van de oorlog. ‘Ik merk hier steeds weer dat zo weinig mensen in staat zijn met meerdere dingen tegelijk te leven. Komen er vliegtuigen over dan zijn ze louter angst, is er iets lekkers dan zijn ze puur begeerte, loopt iets anders dan zijn ze enkel wanhoop […] Ze zijn blind voor de volheid en de totaliteit van het eigen bestaan’. Bonhoeffer wijst er dan op, dat het christendom ons plaatst in verschillende dimensies van het leven tegelijk.
Een situatie wordt volkomen anders als wij ons niet geheel laten absorberen door angst of zorg om eigen veiligheid: dan wordt het leven niet gereduceerd tot één enkele dimensie, ‘het blijft meerdimensionaal-polyfoon’. Bonhoeffer tekent daarbij aan: ‘Wat een bevrijding dat je denken kunt en denkend het meerdimensionale van je leven kunt bewaren. […] We moeten de mensen bevrijden van dit één-baans denken; dit is een ‘voorbereiding’, een ‘voorwaarde’ voor geloof. Maar toch kan alleen het geloof zelf ons in staat stellen meerdimensionaal te leven en dit pinksterfeest te vieren ondanks alarm’.
Bonhoeffer wijst ons hier op een bijzonder effect van de gave van de Geest: het te boven gaan van een situatie waardoor je niet meer door haar geabsorbeerd wordt en het je mogelijk wordt in die situatie op een heel andere manier aanwezig te zijn. Tot die ‘bevrijding van het één-baans denken’, tot dat ‘bewaren van het meerdimensionale van het leven’ is de menselijke geest in staat. Het geloof in de werking van Gods Geest doet ons onderscheiden waarop het wérkelijk aankomt: een meerdimensionaal-polyfoon leven waarin bedreigingen en rampen, waarin zegeningen en zaligheden naast elkaar kunnen bestaan in een volheid van leven. Immers, ‘ons bestaan wordt niet voltooid door wie we zijn en wat we hebben, maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten’.