Soms gebeuren dingen onverwachts. In juni 2008 fietsten mijn vrouw en ik in het prachtige bossen- en merenrijke Brandenburg ten noorden van Berlijn. ’s Avonds lazen we meegenomen lectuur, waaronder van Annejet van der Zijl Sonny Boy en van Bernhard Schlink De Voorlezer. Wij raakten beiden van deze boeken onder de indruk. Kort daarop ontdekten we dat we op onze fietstocht langs twee concentratiekampen konden rijden, eerst Sachsenhausen, later Ravensbrück. Onze boeken hadden ons met dit aspect van de Tweede Wereldoorlog in aanraking gebracht. We besloten erheen te gaan. Alleen kamp Westerbork was op dit punt onze ervaring.
Het was tijdens beide bezoeken warm zomerweer. Wat een uitgestrektheid van die kampen, die nog groter blijkt wanneer men eromheen fietst, want dat kan, hoewel dit duidelijk niet vaak wordt gedaan. Je ontdekt dan bijvoorbeeld de werkplaatsen van Siemens aan het einde van het terrein van Ravensbrück. Lopend binnen de kampen en bijna bevangen door de warmte, vraag je je af of dit echt werkelijkheid kan zijn geweest.
De nog aanwezige gebouwen en andere zaken maken het echter onverbloemd zeker, de heldere exposities en toelichtingen nog eens extra. Het is een niet te bevatten werkelijkheid als je aan de oever van de Schwedtsee staat, waarin de as van de hoofdfiguur van Sonny Boy is gegooid. Evenmin als je het er naastgelegen crematorium hebt gezien, waarin ook als symbool van hedendaagse efficiency een brandblusapparaat hangt. Helemaal stil word je in de gevangenis van Ravensbrück met alle cellen, waarin toen niet het verlichte bord Ausgang hing.
Beiden hadden we het gevoel dat God hier bij ons was en ons hierheen had gestuurd.
Foto: Hindrik Sijens