Wetenschap is een groot goed, maar ze bestrijkt niet alle gebieden van kennis en ze heeft ook niet alle antwoorden. Veel mensen ervaren dat er meer is dan het (zintuiglijk) waarneembare, dat er meer is dan hemel en aarde. Soms vertaalt zich dat in de vraag ‘bestaat God?’ of de stelling ‘God bestaat’. Of algemener:
‘Er is meer tussen hemel en aarde.’
Wetenschappelijke inzichten en feiten jagen Remonstranten niet bepaald schrik aan en worden over het algemeen juist omarmd. Maar de Remonstranten zijn wel een religieuze gemeenschap en daarom mag je verwachten dat het over ‘meer’ gaat.
Het gevoel dat bepaalde zaken zich onttrekken aan het rationele en aan het wetenschappelijk verklaarbare past in dat ‘er is meer’. Sommige ervaringen zijn aanwezig maar niet te bewijzen of te verklaren. Denk aan abstracte realiteiten zoals ‘liefde’.
Mensen voelen liefde, ervaren liefde, maar probeer maar eens wetenschappelijk de vinger te leggen op wat liefde nu echt is. Weinig mensen zullen (willen) geloven dat het enkel gaat om chemie in het brein of evolutionaire psychologie. Net zo is het met ‘bijna dood’-ervaringen of het pregnante gevoel dat iets ‘zo moet wezen’ en dat gebeurtenissen ‘geen toeval’ zijn (‘maar leiding’).
Dat zelfde geldt voor ‘God’. Wat is God? Bestaat God? Voor een gelovige een gevoelde realiteit, maar net als ‘liefde’ is wetenschappelijk niet aan te tonen dat God bestaat.
Menselijke ervaringen, en zoek- en levensvragen zijn niet altijd afdoende uit te leggen of te beantwoorden met wetenschappelijke inzichten. Op niet alle vragen zijn antwoorden, en niet alle antwoorden hoeven wetenschappelijk te zijn.
Religie en theologie kunnen juist wanneer het om levensvragen gaat antwoord of steun bieden vanuit een breder perspectief. Of zoals theologe Christa Anbeek zegt over de maatschappelijk relevantie van theologie: ‘Tal van perspectieven worden zichtbaar die de mens, ook de hedendaagse, boven zichzelf en zijn persoonlijk leed kunnen uittillen’ [bron: Aan de heidenen overgeleverd, 2013].
Er zijn ervaringsmomenten waarop wetenschap geen bewijzen levert en er zijn zaken waar wetenschap geen bevredigende uitspraak over kan doen. Op die momenten betreed je het gebied van de irrationaliteit, waar feiten en bewijzen niet ter zake doen en er meer is tussen hemel en aarde.
De grens tussen het verklaarbare en irrationele is er een die je zelf mag bepalen bij de Remonstranten. Wat voor de een nog heel goed af te doen is met een wetenschappelijke verklaring (bijvoorbeeld een verschijnsel als een bijna-dood-ervaring) bevindt zich voor een ander al op het vlak van het spirituele.
De Remonstranten houden niet van ongenuanceerde tegenstellingen. Dus ook niet van het uitspelen van het strikt rationele tegen het volledig irrationele. De vraag ‘bestaat God’ is niet wetenschappelijk te beantwoorden, maar een Remonstrant sluit daarmee niet uit dat God bestaat.
Bij de Remonstranten bestaat de openheid om de grens tussen geloof en wetenschap sprake te brengen. Aan de ene kant aanvaarden Remonstranten zonder problemen wetenschappelijke inzichten, maar tegelijkertijd is er het bewustzijn dat elk individu zijn eigen persoonlijke betekenis geeft aan verschijnselen en gebeurtenissen.
En daar gaat het bij de Remonstranten om: wat geloof en de ervaringen van het leven voor jou betekenen. Dat vinden ze interessant: het geven van persoonlijke betekenis. Daar komen niet zoveel rationele afwegingen aan te pas, maar wel persoonlijke overtuiging en gevoel. Bij de Remonstranten is daar ruimte voor.