Vertrouwen op God sluit niet uit dat je je eigen verantwoordelijkheid neemt. In tegendeel, remonstranten zien verantwoordelijkheid nemen als een passend antwoord op Gods benadering van de mens. Sinds de mens uit het paradijs is gehaald heeft hij een nieuwe taak gekregen. Namelijk de verantwoordelijkheid om de schepping na het paradijs vorm te geven. De mens is co-schepper geworden naast God. De schepping post-paradijs is de werkplaats en de speelplaats van de mens. Wij moeten daar iets mee: met de natuur, de schepping en met de mens in die schepping. We mogen ervan genieten en we moeten het verzorgen. We zijn daarmee verantwoordelijk voor het behoud van de natuur in de schepping, en tegelijkertijd zijn we verantwoordelijk voor onze medemens.
Remonstranten menen dan ook dat geloven ook betekent dat je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Dienstbaar willen zijn is een belangrijke invulling van je verantwoordelijkheid nemen: je bent als mens verantwoordelijk voor de ander. Dat krijgt vorm in solidariteit, rekening houden met zwakkeren, met mensen die anders in het leven staan, en met mensen die minder zelfredzaam zijn dan jij zelf. De remonstranten kunnen zich goed vinden in het denken van de filosoof Levinas over de Ander (met hoofdletter): de Ander is net zo waardevol als jezelf bent.
In contact met de Ander wordt je ogenblikkelijk verantwoordelijk voor die andere persoon. De Ander is er niet om uit te buiten. Voor de Ander zorg je net zo goed als voor jezelf. In de Ander zie je (het gelaat van) God. Wanneer je dienstbaar bent neem je verantwoordelijkheid voor (het geluk van) de hele gemeenschap (de Ander) en niet zozeer voor het geluk van het individu (namelijk jezelf). Maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen is dan ook iets anders dan de ‘participatiemaatschappij’ waar de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid voor het eigen geluk, het eigen succes van de burger. Faal je in het leven en kun je niet meekomen met de rest, dan zul je wel niet goed voor jezelf gezorgd hebben is al snel de gedachte.
Omzien naar de Ander betekent ook omzien naar de naaste die je niet zelf zou uitzoeken. Verantwoordelijkheid nemen betekent in die zin dan ook het overbruggen van maatschappelijke kloven. Dat maatschappelijke verschillen steeds moeilijker te overbruggen lijken is een ontwikkeling in de samenleving waar remonstranten zich zorgen over maken. Omzien naar elkaar, verantwoordelijkheid nemen voor de ander, het overbruggen van sociale verschillen: het staat of valt met verdraagzaamheid. Niet toevallig is Verdraagzaamheid één van de vijf V’s die het 400-jarig gedachtengoed van de remonstranten samenvatten. Verantwoordelijkheid nemen is nobel, maar je kunt niet het leed van de hele wereld op je schouders nemen of alle problemen alleen oplossen. En dat is ook niet de bedoeling en niet nodig: iedereen kan zijn eigen verantwoordelijkheid of ‘werkgebied’ in de schepping kiezen. Op die manier nemen we op ontspannen wijze verantwoordelijkheid voor elkaar.