Heb je het over vrouwen en hun positie in de wereld? Dan raak je al snel het onderwerp emancipatie. Of specifieker: dan spreek je over vrouwenemancipatie.
Emancipatie is een belangrijk onderwerp binnen de remonstrantse gemeenschap. Het streven naar een gelijkwaardige maatschappelijke positie van achtergestelde groepen of individuen proberen remonstranten zo goed mogelijk in eigen gelederen toe te passen.
Ook vrouwenemancipatie is de afgelopen eeuw een belangrijk aandachtspunt geweest in de ontwikkeling van het remonstrantse gedachtegoed.
De omgang van ‘de kerk’ met vrouwen is namelijk geen positieve geschiedenis. Het beeld dat kerken vrouwonvriendelijke instituten zijn is niet helemaal onterecht.
Erkenning van die negatieve bejegening van vrouwen in het verleden en heden is een eerste stap naar gelijkwaardige behandeling van vrouwen binnen de kerk.
Remonstranten proberen de gelijke rechten van vrouwen en mannen hoog te houden. Daarin hebben ze ook een geschiedenis als kerkgenootschap. Ze waren een van de eerste kerkgenootschappen die vrouwen stemrecht en de kansel gaven. Emancipatie is immers ‘het streven naar en de ontwikkeling van gelijke rechten en zelfstandigheid voor groepen die eerst werden gediscrimineerd.’ [bron:www.ensie.nl] Die gelijke kansen voor oorspronkelijk achtergestelde groepen kunnen bijvoorbeeld door wetten, zoals de wet gelijke behandeling en afspraken gerealiseerd worden.
De gelijke behandeling van vrouwen gaat voor de Remonstranten verder dan enkel de aanstelling van een vrouwelijke dominee of vrouwen andere officiële functies en ambten te geven. Het gaat erom je als kerk(genootschap) te realiseren dat de structuur, geloofstaal en beelden van de kerk erg patriarchaal zijn. En dat de kerkgeschiedenis en theologie vanuit een mannelijk wereldbeeld ontstaan en gemodelleerd zijn.
Wanneer je geloven losmaakt van een mannelijk denkraam is een vrouwelijk godsbeeld bijvoorbeeld heel goed mogelijk.
Het idee dat God (ook) een vrouw kan zijn komt uit de feministische theologie. Deze theologische richting is min of meer ontstaan uit de bevrijdingstheologie. Latijns-Amerikaanse theologen ontwikkelden de bevrijdingstheologie in de jaren zeventig met het doel de grote groep onderdrukten te bevrijden van armoede, uitbuiting en ongelijkheid.
Binnen de bevrijdingstheologie was er echter niet veel aandacht voor andere redenen voor uitsluiting – dan armoede – zoals geslacht. De feministische theologie ontstond ter bevordering van de vrouwenemancipatie.
In de eenentwintigste eeuw is de gelijkwaardigheid van vrouwen in theorie vanzelfsprekend, ook in steeds meer kerkelijke gemeenschappen. Maar in de jaren zeventig was het een nieuw mensbeeld dat hevige discussie opriep, en kerken liepen daarin niet voorop. Maatschappelijke tendensen gaan aan kerken niet voorbij. De Remonstranten vinden dat je juist moet aansluiten bij onderwerpen die leven in de maatschappij.
Als een van de eerste Nederlandse kerkgenootschappen lieten de remonstranten vrouwen de kansel op gaan (1915) en gaven ze kerkelijke ambten. Interessant is dat het landelijke kerkbestuur daar aanvankelijk meer moeite mee had dan de plaatselijke remonstrantse gemeenten. Onder druk van die gemeenten – waar de maatschappelijke tendens sterker was – werd de emancipatie van vrouwen binnen de remonstrantse gemeenschap in gang gezet.
De officiële naam ‘Remonstrantse Broederschap’ staat ogenschijnlijk haaks op het respect voor vrouwen en roept zelfs vrouwonvriendelijke associaties op. Daarom heeft de remonstrantse gemeenschap zich goed moeten bezinnen op deze historische naam. In het dagelijks gebruik noemt het kerkgenootschap zich liever gewoon ‘de Remonstranten’ en verdween het woord ‘broederschap’ uit het logo van de remonstranten.
Opvallend – en misschien veelzeggend – is dat er binnen de remonstrantse gemeenschap nooit echt een brede vrouwenbeweging is ontstaan. Er was weinig belangstelling voor het ‘remonstrants vrouwencontact’. Waarschijnlijk omdat het verbeteren van de vrouwenemancipatie nooit echt nodig is geweest in een kerkgenootschap waar vrouwen en mannen al snel een gelijkwaardige rol hadden. De verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke predikanten is tegenwoordig fifty-fifty en dat geldt ook voor afvaardigingen en bestuursverhoudingen binnen de remonstrantse kerk.
Daarin volgen de remonstranten het voorbeeld van Jezus. Hij stond op goede voet met vrouwen en behandelde ze met respect.
Ten slotte waren het de vrouwen die Jezus’ opstanding ontdekten en als eerste mochten verkondigen.
Een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Jezus’ aanwezigheid op aarde. Dat deze vrouwen weliswaar niet direct geloofd werden zegt meer over de maatschappij waarin ze leefden dan over de vrouwen.