Hagar: Van baarmoeder tot aartsmoeder

Contextueel Bijbellezen bestaat uit de volgende drie stappen: Zien, Lezen, Handelen. Allereerst aansluiten bij het leven zelf. Dat leven verwoorden en interpreteren. Anders gezegd: het leven lezen. De tweede stap is het lezen van een bijbeltekst. Wat voor nieuw licht werpt een tekst op de werkelijkheid? Uiteindelijke doel van de bijbelstudie is transformatie. Transformatie van de werkelijkheid waar je mee begonnen bent en daarvoor is het nodig tot handelen over te gaan. In dit artikel wil ik aan de hand van deze methode het verhaal van Hagar lezen.

Zien

Tijdens mijn voorbereidingstijd bij Kerk in Actie sprak ik op een zondagmiddag een bevriende collega op een terras in de stad. Ik vertelde over de module Missiologie en hoe we samen het document Together Towards Life hadden besproken (Document over missie en zending, aangenomen op de tiende Assemblee van de Wereldraad van Kerken in 2013 in Busan, Zuid-Korea).

Mijn collega had die ochtend gepreekt over Sara en Hagar (Genesis 16: 1-16). Een moeilijke tekst waarin Hagar wordt gebruikt door haar meester en meesteres en daarna de woestijn invlucht, ten dode opgeschreven. Wat zegt deze tekst over Sara, over Hagar, over Abraham?

‘Uiteindelijk gaat het er toch weer om dat Hagar en Sara een zoon baarden’, verzuchtten we. Het lijkt er op dat daarom hun verhalen zijn opgeschreven En zo konden we meer bijbelse vrouwen bedenken. Rebekka, Rachel, Ruth, Elizabeth, Maria. Vrouwen die vooral bekend zijn omdat ze belangrijke zonen baarden. Ligt daarin de fullness of life, het grote thema van Together Towards Life, van vrouwen? In mogen baren? In echtgenote zijn? Kent een vrouw geen volheid van leven, intrinsiek, in zichzelf? Wat zou dat zeggen over mij, een kinderloze vrouw? Staat de bijbel wel zoiets voor, een volheid van leven voor vrouwen? En wat is dat dan? Het gesprek prikkelde mij. Ook in de machocultuur van Brazilië zijn dit uiterst belangrijke vragen. Is het ook mogelijk het verhaal van Hagar anders te lezen?

Lezen

In Genesis 16:1-16 komen we de volgende personages tegen: Sarai, Abram, Hagar, Ismaël JHWH, een engel van JHWH. Het verhaal begint als volgt: Sarai, de vrouw van Abram, had hem geen kinderen geschonken. Nu had zij een Egyptische slavin, die Hagar heette (Willibrordvertaling). De twee vrouwen in dit verhaal worden vanaf het eerste vers tegenover elkaar gezet. Het vers begint met de naam van Sarai en eindigt met de naam van Hagar. En Abraham staat in het midden. Sarai is rijk, vrij en getrouwd. Hagar is arm, slaaf en alleen. Sarai heeft, binnen de grenzen van het patriarchaat, beschikking over macht, terwijl Hagar machteloos is. Sarai is op eigen terrein terwijl Hagar, een Egyptische, ver weg van huis en haard is. Een verhaal over iemand die alles heeft, en iemand die niets heeft. Zo lijkt het. Maar Sarai is onvruchtbaar. En zo lijkt zij buiten de belofte van God te vallen. Zij duwt haar slavin het bed van haar echtgenoot in, om voor haar zwanger te worden. Hagars naam wordt niet genoemd. Ze wordt teruggebracht tot een baarmoeder. Wanneer Hagar zwanger raakt worden de rollen omgedraaid. Hagar is nu degene die alles heeft, terwijl Sarai niets heeft. Abram is de stille figuur op de achtergrond in dit drama tussen de twee vrouwen.

Hagar vlucht de wildernis in wanneer Sarai haar het leven zwaar maakt. Zij is de eerste in de bijbel die wegvlucht van onderdrukking. En dan kiest zij voor de woestijn. De woestijn is het niemandsland, daar houdt het leven op. De plek van leegte, de plek van de dood. En tegelijk de plek waar het leven tot de essentie wordt terugbracht.

Hagar wordt er bezocht door een engel. Ze is waarschijnlijk op weg naar Egypte, naar huis. Een hemels schepsel ontmoet deze verstoten vrouw die geen plek heeft in de wereld. En haar naam klinkt met een heldere stem in de woestijn: Hagar. Ze wordt aangesproken als mens, een mens met angsten, hoop, verwachtingen. In die woestijn is zij de eerste in het bijbelse verhaal die een ontmoeting heeft met een boodschapper van de Eeuwige. Zij de eerste en enige vrouw in de bijbel die hier een belofte ontvangt van een groot nageslacht, en zij is de eerste en enige die God een naam geeft, ‘U bent een God van het zien’.

Er vindt een omkering plaats. Van een naamloos onzichtbaar persoon met wie gedaan wordt, wordt Hagar een gezien persoon, iemand die zelf handelt en spreekt. Van slavin wordt Hagar aartsmoeder en profetes.

Handelen

De patriarchale samenleving is het referentiekader van de tekst, en doordringt  de levens van onze personages. Er wordt hiërarchisch en dualistisch gedacht. In mensen binnen en buiten het verbond, slaven en vrijen, machthebbers en machtelozen, mannen en vrouwen.

Maar aan het slot van het verhaal heeft Hagar dit systeem overstegen. Zij is niet zomaar een baarmoeder meer, maar zij is subject geworden. Auteur van haar eigen verhaal.

Een verhaal dat uitnodigt tot gesprek. Gesprek over machtsverhoudingen. Gesprek over omkering. Laten we het grotere verhaal ons domineren, of schrijven we een eigen verhaal?

Sietske Blok
Salvador Brazilië

Sinds januari 2015 is Sietske Blok (1986) uitgezonden naar Brazilië. Ze is verbonden aan het Centrum voor Bijbelse Studies (CEBI), dat kerken en gemeenschappen met bijbelstudiemateriaal en cursussen ondersteunt bij het lezen van de bijbel. Sietske verdiept zich in de leesmethode van CEBI en onderzoeken hoe deze methode ook in Nederland toegepast kan worden.

Zie ook

7 april 2016

Marta en Maria – Jezelf wegcijferen of juist niet?

Marta en Maria als vrouwelijke gidsen, dat lijkt misschien een beetje vergezocht. Maar tóch beschouw ik ze als zodanig. Ik leg graag uit waarom. De leerling en de gastvrouw Voor.. Lees verder

7 april 2016

Vrouwelijke gidsen uit de bijbel

AdRem staat nog één keer stil bij het jaarthema 2015-16: Gidsen en goeroes. Deze keer met een bijbelse blik. Omdat de bijbel vol staat met zulke ‘ervaringsdeskundigen op de weg.. Lees verder