Onze Vader die in de hemel zijt

Onze Vader die in de hemel zijt

Foto: Freddy Fehmarn

Van alles wat u in uw leven aan bijbelverhalen of liederen of gebeden heeft gehoord, is waarschijnlijk het Onze Vader het bekendste. Het is het enige gebed dat ieder kind uit het hoofd heeft kunnen leren, thuis, op school, in de kerk. Althans, tot voor niet zo lang geleden nog. Je mag in ieder geval zeggen: het is een kerntekst van het christendom. De eeuwenoude woorden verbinden ons met onze geschiedenis, met onze toekomst en met de wereld om ons heen. We zijn eraan gehecht en tegelijk voelen we er twee moderne vragen bij. Ten eerste, als we bidden, waar zijn we dan eigenlijk mee bezig? Ten tweede: wat kan je je nou voorstellen bij een vader in de hemel?

In de kerkdienst op zondag bidden we het Onze Vader, maar we doen dat nà het stil gebed. Het zijn twee heel verschillende gebeden die elkaar goed aanvullen. Als we besluiten te gaan bidden stellen we ons open om onze vragen en problemen in een ander licht te gaan zien. We hopen dat – van buiten? –  ons iets zal worden aangereikt, een antwoord, een troost. In het ‘stil gebed’ in de kerkdienst spreken we onhoorbaar voor anderen, wat ons werkelijk bezig houdt. We geven vooral woorden aan onze zorgen, ons verdriet of onze onoplosbare problemen. Mogelijk spreken we ook dank uit voor dat waar we blij of gelukkig mee zijn. Maar vaak blijft het vooral bij het noemen van de zorgelijke kant van ons eigen leven en het vragen om steun of een oplossing. Het stille gebed is gericht op jouw kleine wereld, het is vooral ik-gericht. Dat is niet verkeerd, integendeel. Je spreekt je uit, je legt het voor aan een ‘iemand’ die je niet onderbreekt en niet oordeelt. Je maakt van je hart geen moordkuil. Dat lucht op en wie weet komt in de stilte iets van troost of zelfs iets van een antwoord op.

Focus van ik naar wij
In het Onze Vader dat volgt verschuift de focus van ‘ik’ naar ‘wij’, het is niet mijn Vader, het is onze Vader, de vader van ons allemaal, die van de mensheid. We zeggen niet ‘verlos mìj van’, maar ‘verlos òns van het kwade’. God wordt niet aangeroepen omdat hij mij moet helpen, maar ik roep hem aan, wij roepen hem aan, om hem eer te brengen, Uw naam worde geheiligd. We richten ons op het uiteindelijke doel, waar ik met mijn persoonlijke zorgen mij ondergeschikt aan maak: ‘Uw rijk kome’.  Dat relativeert. Dat plaatst mijn leven in een grotere context.

Het stil gebed richt zich op jouzelf en op degenen die belangrijk zijn in jouw leven. Het Onze Vader maakt je gezichtsveld vervolgens groter, je plaatst jezelf in een wijdere kring, die van de wereldgemeenschap.

Vader buiten of in onszelf?
Het adres waar wij onze vragen, onze zorgen en onze dank heen sturen kan ook problematisch zijn. Geloven we echt dat er een persoonsachtig iemand is die ons hoort? Is dat een vaderachtig type, waar wij ons op kinderlijke wijze toe richten? En waar bevindt die zich? Buiten ons of diep in onszelf? Carel ter Linden schrijft in zijn nieuwe boek Bijbelse Miniaturen dat we moeite hebben ons God voor te stellen als een ‘zelfstandige, onafhankelijk van ons mensen bestaande grootheid die af en toe in deze wereld ingrijpt, die onze gebeden al dan niet verhoort en ons leven heimelijk leidt.’ Voor hem is God ‘een heilig krachtenveld van eeuwige beginselen: liefde, trouw en recht, bevrijding uit onrecht en onderdrukking, vergeving en verzoening’.

Het oude Israël stelde zich deze eeuwige beginselen voor als een persoon met menselijke trekken, iemand die ons mensen vanuit de hemel ‘hoorde’ en ‘zag’ en die tot ons ‘sprak’. En als we ons God dan toch persoonsachtig willen voorstellen, zou dat dan niet moeten zijn met zowel moederlijke als vaderlijke, met zowel vrouwelijke als mannelijke trekken? Zouden we daarnaast niet dat ‘tegenover’ in ons gebed in meer algemene termen moeten aanspreken, bijvoorbeeld met ‘Gij, Bron van het Leven’ of met ‘Eeuwige’? Of werkt het juist bevrijdend als wij op het moment dat wij ons tot God richten even ons harnas van rationaliteit laten zakken en ons toevertrouwen aan een kracht die zich over ons ontfermt zoals een ouder dat doet? Door te spreken van vader en/of moeder komt het mysterie van God veel dichterbij en krijgt het een warmer en persoonlijker karakter.

Oriëntatiepunt
Iemand vertelde mij eens geen binding te hebben met een kerk en ook niet gelovig te zijn, maar dat hij het wel op prijs zou stellen als er te zijner tijd bij zijn graf een Onze Vader gebeden zou worden. Waarom? Dat wist hij ook niet, behalve dat het anders wel érg kaal zou zijn… Het gebed blijkt na al die eeuwen nog steeds een oriëntatiepunt te zijn voor zowel gelovigen, half-gelovigen en niet-gelovigen voor wat belangrijk is in het leven.

Claartje Kruijff, die vorig jaar de titel Theoloog des Vaderlands mocht voeren, heeft in die hoedanigheid samen met zes theologen uit de christelijke, joodse en islamitische traditie een jaarlang gesprekken gevoerd over het eeuwenoude gebed. Een alevitische moslim, een joods rabbijn en katholieke en protestantse theologen lieten zich daarin uit over de existentiële thema’s uit het gebed: de wil, brood, schuld, vergeving en verlossing. Zelf zag ze de woorden van het Onze Vader voor het eerst op de boekenlegger van haar oma. Dat trof ze aan in het bijbeltje dat die bij zich had in Indië, in het jappenkamp waar ze in de oorlog gevangen zat. Ze vroeg zich af: ‘Hoeveel mensen hebben dit gebed wel niet gebeden? Die vrouwen in het jappenkamp hadden zoveel meegemaakt. Als de woorden op het boekenleggertje van mijn oma vrouwen kracht gaven, wat leeft er dan rond die woorden?’ Haar gesprekspartners hadden andere gedachten. Enis Odaci (42), een alevitische moslim, las het Onze Vader in de stilte van de nacht. Hij associeert het christelijke gebed nu met gebeden uit de islamitische traditie. Lody van de Kamp (69), joods, rabbijn geeft aan dat de joodse traditie het Onze Vader niet kent en als hij het hoort dan bidt hij niet mee. ‘Het gebed voor christenen is iets anders dan voor joden, dat moet je niet door elkaar halen.’

Zorg en aandacht
De gesprekken resulteerden uiteindelijk in het onlangs verschenen boekje Slowfood, broodnodige gesprekken over het Onze Vader. Een opmerkelijke titel. Waar fastfood staat voor gemaksvoedsel, dat snel bereid wordt en goedkoop is, daar is slowfood met zorg en aandacht klaargemaakt, er is de tijd voor genomen en het kost wat meer.
En, vergelijkenderwijs, zo namen de gesprekspartners de tijd, de moeite en de zorgvuldigheid om naar elkaar te luisteren en met elkaar het gesprek aan te gaan en niet voortdurend ‘nee, want..’ te zeggen, maar ‘ja, en..’.

Kan het Onze Vader mensen bij elkaar brengen? Ja, elke zondag wordt het in zoveel kerken, hoe verschillend ook, gebeden. Ja, wereldwijd spreken mensen van alle kleur, nationaliteit en sociale achtergrond dezelfde woorden, ieder in de eigen taal en dat al van generatie op generatie, al tweeduizend jaar lang. Maar ook: nee, als je let op hoe door de secularisatie steeds minder mensen vertrouwd zijn met deze woorden. En nee, want het gebed verbindt nog altijd christenen niet met belijders van andere godsdiensten. Een werkelijk universeel gebed dat àlle wereldbewoners kunnen beamen en bidden is er nog niet.

Peter Korver
Remonstrants predikant in de Kapel in Hilversum

Zie ook

Boekbespreking  ‘En nu ben ik aan de beurt; Spiritualiteit van het sterven’
31 januari 2019

Boekbespreking ‘En nu ben ik aan de beurt; Spiritualiteit van het sterven’

Ik was bevriend met Christiane. Dat was niet uitzonderlijk, ik weet dat Christiane veel mensen om zich heen had en de gave had hen het gevoel te geven dat ze bijzonder voor haar waren… Lees verder

Intussen in Dordt (4)
31 januari 2019

Intussen in Dordt (4)

Op 13 november 1618 werd de Nationale Synode van Dordrecht geopend, maar zonder remonstrantse deelnemers. Alleen de classis Utrecht had enkele remonstrantse predikanten durven afvaardigen. Pas op 6 december 1618 mochten twaalf remonstrantse predikanten in de Kloveniersdoelen aanschuiven… Lees verder