De geest van de Hoorneboeg werkt gewoon door

De geest van de Hoorneboeg werkt gewoon door

Enthousiasme, dat is wat de geïnterviewden van vanmiddag uitstralen. De Hoorneboeg is voor hen heilige grond. Niet omdat de grond heilig is, maar omdat ze er zoveel bijzondere momenten hebben meegemaakt. Een gesprek met Marianne Bouma, sinds 1974 betrokken bij de Hoorneboeggemeenschap en Casper Ebeling Koning. Ook aanwezig is Frits Barnard, voorzitter van Stichting De Hoorneboeg. We spreken over de Hoorneboeg, over wat een ieder daar meemaakte. Maar ook over het verdriet over wat voorbij is. De Hoorneboeg moest worden verkocht en dat deed pijn. Tegelijkertijd is er het vertrouwen dat de nieuwe eigenaars er iets bijzonders van maken.

Wanneer zijn jullie er voor het eerst geweest?
Marianne: ‘Ik kwam er begin jaren ’60 met een catechisatiegroep onder leiding van ds. Van Hille. Het was vlak voor onze aanneming. Ik kwam uit Amsterdam en was direct onder de indruk van de plaats. De rust van de hei was fascinerend.’
Casper: ‘In 1981 woonde ik voor het eerste een Mannenretraite met dr. Van Royen bij. Alleen al het oprijden van de oprijlaan. Het was een bijna magische ervaring, hoe je de wereld achter je kunt laten en in een frisse omgeving in de natuur nieuwe inspiratie op kunt doen.’
Frits: ‘Ook voor mij was het de catechisatie. We kwamen op de fiets uit Bussum. We bleven niet slapen. Dat was te dichtbij. Ik denk dat we gewerkt hebben op het landgoed. De moeder van een schoolgenootje (Gerda Petiet) werkte er als gastvrouw. Tot ik voorzitter van de Hoorneboeg werd, zou ik er niet meer komen.’

Hoorneboeggemeenschap
Marianne: ‘In 1976 kwamen we als gezin terug uit Amerika. In 1974 was de Hoorneboeggemeente, later Hoorneboeggemeenschap, al opgericht onder aanvoering van dominee Jan van Goudoever en Nico Broekhuyzen. Het was een soort experiment voor een parttime geloofsgemeenschap. Tot zo’n tien keer per jaar kwam er een wisselende groep een weekend lang op de Hoorneboeg bij elkaar, van vrijdagavond tot zondagmiddag. Veelal remonstranten deden eraan mee, maar ook mensen van buiten. Van Goudoever was de grote inspirator. Hij was een geleerd man. In een soort leerhuis werd veel aan studie gedaan. Het was, in de woorden van Van Goudoever: ‘bijbelstudie […] om iets te verstaan van de huidige maatschappelijke, culturele en politieke vraagstukken.’ Je sprak met elkaar, je werkte op het landgoed en later ging je dan die verhalen integreren: wat betekent het voor je zelf?’
Casper: ‘Het was een grote groep van wel tachtig mensen die in wisselende samenstelling aanwezig was. Het voelde als een soort familie. Ook kinderen deden eraan mee. Het programma bevatte in grote lijnen steeds dezelfde onderdelen. In 1994 en 1996 kwamen er ook bijeenkomsten met vluchtelingen. Dat was heel indringend. Later werden er sprekers uitgenodigd, waren er bijeenkomsten als een toneelweekend of een Karel Eykmanweekend. Vanaf 2000 werd het lastiger. Kinderen kwamen minder mee. Na 2010 kwamen er geen tieners meer. Het aantal deelnemers liep terug, al bleef de inspiratie en betrokkenheid groot.
Niet altijd hadden we het gevoel dat we op centraal niveau in het kerkgenootschap begrepen werden. Het voelde soms alsof we mensen weghaalden bij de gemeenten. Dat was natuurlijk niet zo. Voor de meeste remonstranten kon het goed naast elkaar bestaan. Grote steun kregen we onder anderen van predikanten als  Henk van den Berg, Wilfred Hensen, Ries Kassens en Foeke Knoppers.’

Verkoop
Toen de Commissie tot de Zaken besloot tot het verkopen van de Hoorneboeg was men het er niet mee eens. Casper: ‘Ik heb nog een stuk in AdRem geschreven dat volgens sommigen te activistisch was. Maar het was ons niet altijd duidelijk dat men wist wat voor inspiratie hier aanwezig was. Dat mocht toch niet verloren gaan!’
Frits: ‘Nadat Dammes Ochtman als voorzitter had geprobeerd de Hoorneboeg te verkopen aan het Goois Natuurreservaat, nam ik op verzoek van de CoZa het stokje over in 2012. Dat viel niet mee. Remonstranten in het Gooi hadden veel met de Remonstranten, maar ook met het Goois Natuurreservaat dat voor de rechter was gedaagd. Intern probeerde ik de neuzen in één richting te krijgen. Toekomstige bestuursbesluiten zouden alleen unaniem genomen worden. Ik probeerde tijdens de zomerbijeenkomsten de mensen te ontmoeten en langzamerhand ontstond er begrip voor elkaar. En zelf kreeg ik meer gevoel voor de bijzonderheid van de Hoorneboeg.’
Casper: ‘Dat vond ik zo geweldig om bij jou te zien!’

Natuurbegraven
Een mooi plan om de Hoorneboeg als natuurbegraafplaats in te richten – niet gek voor een plek waar als sinds de Bronstijd grafheuvels staan – sneuvelde op het sentiment in het Gooi: ‘Geen doden op de hei!’ Frits: ‘Het was een mooi plan, maar bij zoveel weerstand zou het toch niet lukken. Doorgaan op oude voet was onverantwoord. Daarvoor namen te weinig remonstranten deel aan de activiteiten. Het kerkgenootschap kon niet een exploitant van een (onrendabel) landgoed blijven. Soms leek het erop alsof de Hoorneboeg de exploitant, de YMCA, financieel steunde.’

En zo ontstond het plan van enkele mensen om de Hoornboeg te kopen en opnieuw uit te vinden als culturele en spirituele buitenplaats. Bewonderend bekijken de drie mensen enige foto’s op de telefoon van Frits. Het ziet er allemaal prachtig uit. Met liefde en respect voor de plek vinden er nu verbouwingen plaats.

Transformatie
Marianne: ‘Eigenlijk gaan de nieuwe eigenaars voort op de weg die Remonstranten 70 jaar geleden insloegen met de Hoorneboeg. Er is ruimte gemaakt voor veelbelovende nieuwe ontwikkelingen.’
Casper: ‘Zo kon er met steun van de nieuwe eigenaren gewoon een bijeenkomst plaatsvinden rond Oud- en Nieuw, zoals dat gebruikelijk was. En de Mannenretraite kan – met financiële steun van de Remonstranten – weer plaats blijven vinden.’
Frits: ‘Het is opvallend dat de nieuwe stichting die het landgoed beheert in grote lijnen de doelstellingen en de formulering van de eerste stichting heeft overgenomen. Door anderen wordt – nu het Remonstranten niet meer zelfstandig lukte – het gedachtegoed van juffrouw Pijnappel (de laatste eigenaresse die het landgoed schonk aan de Broederschap, noot TB) voortgezet.

Terwijl de ontwikkelingen met betrekking tot de Hoorneboeg in het Gooi altijd heel kritisch bekeken werden, schreef de journalist Ronald Frisart van de Gooi- en Eemlander hoe Remonstranten goede rentmeester waren geweest.

Tjaard Barnard
Redactielid, predikant in gemeente Rotterdam

‘Erflaatster [mej. Pijnappel] heeft, buiten haar testament om, echter als haar wens te kennen gegeven dat het landgoed ‘De Hoorneboeg’ zou blijven fungeren als een centrum voor geestelijk beraad en geestelijke vorming en bezinning.’ (Woorden over datgene wat bedoeld was met het testament.)

Zie ook

Column: Speelruimte
27 augustus 2018

Column: Speelruimte

Het is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Jongeren reizen tijdens hun opleiding – of als onderbreking daarvan – af naar verre oorden. Daar dompelen ze zich onder in een vreemde cultuur, een onbekend landschap of een ander klimaat. Het is mooi dat dit nu voor zo velen is weggelegd.. Lees verder

Herinneringen aan de Hoorneboeg
28 augustus 2018

Herinneringen aan de Hoorneboeg

Asielzoekersweek 1999 op de Hoorneboeg Ruim 18 jaar geleden, in 1999, organiseerde jongerengemeente Arminius een vakantieweek voor een groep asielzoekers uit een nabijgelegen AZC. Het moest een ontspannende en leuke.. Lees verder