Jong gras ontkiemt

Jong gras ontkiemt

Foto: Robert Clemens

Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde
en dieren, weest gerust in bos en weide.
Jong gras ontkiemt, de wildernis wordt groen
in dit seizoen.

Dit is het eerste couplet van Gezang 39 in het Liedboek voor de Kerken. De tekst is een bewerking (door Jan Wit) van de bekende passage uit het boek Joël over de Geest die op het volk wordt uitgestort (Joël 2,21-3,5; in de NBG-vertaling 2,21-28). De apostel Petrus haalt de passage aan als hij op het allereerste Pinksteren de menigte toespreekt. De Geest is over hem en zijn elf mede-apostelen vaardig geworden (Hand. 2). Zij spreken in vele talen door elkaar. Er komt een massa mensen op af. Sommigen denken dat zij dronken zijn. Nee, zegt Petrus, dit is waar de profeet Joël het al over had. En dan citeert hij deze passage. Overigens niet het gedeelte met het ‘groen’.

In het boek Joël is het uitstorten van de Geest onderdeel van een veel omvangrijker gebeuren. Ook met het landschap gebeurt iets ingrijpends. In korte tijd wordt het weer groen. Dit verwijst niet alleen naar de lente. De lente is indrukwekkend genoeg, zeker in het droge en hete Midden-Oosten. Het landschap is daar grote delen van het jaar geel en dor. Het moment dat de lente aanbreekt, betekent een enorme verandering: het jonge gras komt tevoorschijn, overal komen planten op, het ziet er nu totaal anders uit.

Herleven na verwoesting

Maar in Joël herleeft de natuur niet na een gewone, jaarlijkse winterperiode, maar na een verschrikkelijke verwoesting. Vijandelijke legers hebben alles platgebrand. Over die legers, van ‘een groot en machtig volk’, zegt Joël: ‘Hun voorhoede is een verterend vuur, hun achterhoede een verzengende vlam; als de tuin van Eden ligt het land voor hen, achter hen blijft een kale woestijn’. Eerder vergelijkt hij hen met sprinkhanen, die in korte tijd alles kaal vreten, niets overlaten. De uitvoerig beschreven oorlogsverwoestingen verwijzen niet naar bepaalde historische gebeurtenissen. Het zijn dingen die de profeet in de toekomst ziet gebeuren, als het automatisch gevolg van de verkeerde koers die de samenleving volgens hem neemt. Joël is daar niet erg concreet over, maar in het algemeen gaat het bij de profeten dan om het vergeten van het verbond met God. In plaats van de Ene te eren in een eenvoudig en rechtvaardig leven, gaat het volk allerlei afgoden dienen. In plaats van te zorgen voor wie zwak is, zijn de rijken en machtigen alleen maar in zichzelf geïnteresseerd. Er komt een dag dat de Eeuwige dit niet langer door de vingers ziet.

Vijandelijke legers zullen komen. De gevolgen zijn afschuwelijk. ‘De dorre grond treurt, want het koren is vernield, de wijn verdroogd, de olie verloren. .. de vijgenboom verdord; granaatappel, dadelpalm en appelboom, ja, alle bomen zijn verdord. Verdord is ook de vreugde onder de mensen’.

Hoop

Maar nadien is er hoop. God laat zijn volk niet in de steek. De dieren, die een tijd lang niets te grazen hadden, kunnen gerust zijn (zoals het in het Gezang staat). De wildernis – het in een woestenij veranderde vruchtbare land – wordt tóch weer groen.

Zo gaat het gezang dan verder:

2 De wijnstok bloeit, de vijgeboom zal dragen.
Dit zal een oogstfeest zijn van welbehagen.
Sion, verblijd u, want de Here doet
u waarlijk goed.

3 De regen zal, de vroege en de spade,
u teken zijn van goedheid en genade.
De beken zwellen en de vijvers zijn

weer koel en rein.

God laat het dorre land herleven op de meest voor de hand liggende wijze: door het eens flink te laten regenen. De regens getuigen van Zijn genade. De volgende stap is dan dat God het niet alleen water laat regenen. Hij gaat verder met het volgende teken van die genade en goedheid:

4 Daarna doet God de hoge hemel open
en antwoordt op uw bidden en uw hopen.
Hij giet zijn eigen Geest in overvloed
op vlees en bloed.

Nieuw hart, nieuwe geest

In een ander profetisch boek wordt gezegd dat men na het oordeel, als alles achter de rug is en God zijn volk dat mooie nieuwe begin gunt, van de Eeuwige een nieuw hart zal ontvangen (Jer. 31,31-34). Het ontvangen van de Geest drukt hetzelfde uit. Met dat nieuwe hart, of met de Geest waar wij in kunnen delen, is het veel eenvoudiger te doen dicht bij God te blijven. Je hoeft er geen moeite meer voor te doen, het gaat vanzelf! Iedereen, wie ook maar, zal visioenen zien, dromen, profeteren. Het is dus een geweldig geschenk van God.

Gods nieuwe verbond zorgt ervoor dat mensen zullen opbloeien als nooit tevoren. Zijn levengevende Geest is in staat de meest dorre woestenij weer groen te maken, en dat kunnen we nu ook overdrachtelijk verstaan. Dat is wat we met Pinksteren vieren.

Interessant is dat het motief van het lente-achtig ‘groen worden’ ook met Pasen verbonden wordt. Logisch, want Pasen is het feest van de opgestane Christus, die de dood overwint. Daar komt nog bij dat in de traditionele christelijke beeldtaal Christus de nieuwe Adam is. Als nieuwe Adam opent hij de weg naar het Paradijs, die door toedoen van de eerste Adam afgesloten was. In het Liedboek voor de Kerken roept Gezang 209 (tekst Tom Naastepad) dus naast de graftuin van Jozef van Arimatea de Paradijstuin op:

 

1 Nu moet gij allen vrolijk zijn.
De bomen zingen in de tuin,
het lege graf verzwijgt het niet,
de mond geopend voor het lied, halleluja!

[..]

3 Geen vlammend zwaard verspert de weg,
de engel die het voerde zegt,
dat alle leed geleden is
omdat de Heer verrezen is, halleluja!

[..]

7 O goede engel bij het graf,
de lente lost de winter af,
bewaak het jonge groen en wijs
de ingang van het paradijs, halleluja!

 

Bert Dicou
predikant in de doopsgezind-remonstrantse gemeente Hoorn

Met toestemming overgenomen uit Open Deur

Zie ook

Uytenbogaert gaat uit logeren
28 maart 2018

Uytenbogaert gaat uit logeren

Dit jaar bestaat de Remonstrantse Gemeente Midden-Zeeland 65 jaar. Zij werkt samen met de Vrijzinnig Protestanten in de Koorkerkgemeenschap in Middelburg.
Ter gelegenheid van dit jubileum is van 12 februari tot en met 1 juni de kleine tentoonstelling ‘Remonstranten in Zeeland’ te zien in het Zeeuws Archief in Middelburg… Lees verder

Het gezicht van Germ Huizinga
28 maart 2018

Het gezicht van Germ Huizinga

Mag je iemand typeren als trouw en standvastig als je hem één keer hebt gesproken? Bij Germ Huizinga (1942) uit Hengelo durf ik dat wel aan. Ga maar na: zijn.. Lees verder