De kerk als toevluchtsoord

De kerk als toevluchtsoord

Foto: STEK, Den Haag

In de Haagse Bethelkerk wordt sinds 26 oktober 2018 een estafettedienst gehouden die een uitgeprocedeerd Armeens gezin bescherming moet bieden tegen uitzetting. Deze kerkelijke actie roept veel sympathie op bij christenen die willen opkomen voor de belangen van vluchtelingen. Maar ook worden er bedenkingen geuit tegen deze vorm van kerkasiel.

Armeens gezin
Eerst de feiten. De familie Tamrazyan kwam bijna negen jaar geleden als vluchtelingen uit Armenië naar Nederland. Over de reden van hun vlucht is maar weinig bekend gemaakt. Het gezin vroeg asiel aan in Nederland omdat de vader lid was van de politieke oppositie in Armenië.  Ze denken dat het nog steeds niet veilig is om terug te keren. Verschillende rechters hebben in hun asielzaak een voor hen positief oordeel gegeven, maar uiteindelijk besloot de Raad van State na negen jaar procederen dat het gezin, met kinderen die inmiddels 21, 19 en 15 jaar zijn, uitgezet kan worden. Om dat te voorkomen, klopte het gezin aanvankelijk aan bij de eigen kerk in Katwijk, de vrijgemaakt gereformeerde. Die bood voor een maand onderdak. Eind oktober verhuisde het gezin naar de Haagse Bethelkapel van de Protestantse Kerk in Nederland, waar een estafette-kerkdienst werd opgezet. Het zich bevinden in een kerkgebouw biedt op zich namelijk geen bescherming. Kerkasiel bestaat in Nederland wettelijk gesproken niet. Wel is iemand veilig tegen arrestatie tijdens een kerkdienst. Op basis van de ‘Algemene Wet op het binnentreden’ mag de politie namelijk niet een gebedsdienst verstoren. In de Algemene Wet op het Binnentreden ligt verankerd dat de overheid in beginsel een kerkdienst niet mag onderbreken. Sinds eind oktober is het dag en nacht een komen en gaan van voorgangers, veel van de PKN, maar ook van vrijzinnige en rechtzinniger kerkgenootschappen, die de kerkdiensten gaande houden.

Middeleeuwse wortels
Kerkasiel heeft een lange traditie. Het verschijnsel dateert uit de 6e eeuw en is ontwikkeld door bisschop Gregorius van Tours (538-594). De ruwe wereld waarin hij woonde was die van de overgang van de wereld van de oudheid en de Romeinen naar de nieuwe cultuur van het vroegmiddeleeuwse Europa en de Franken. Tours, een stad aan de Loire in Midden-Frankrijk, was in die dagen een belangrijk centrum door de populaire cultus van Sint-Maarten. Het was een bedevaartsoord, terwijl het ook van politiek belang werd doordat gevluchte leiders er, tijdens perioden van geweld en onrust, een toevluchtsoord vonden. Kerken kregen het recht om mensen op de vlucht asiel te verlenen. Daarbij beriep de bisschop zich op passages uit het Oude Testament. Wanneer iemand zich vastgrijpt aan een van de hoornen op de vier hoeken van het brandofferaltaar (Exodus 27:2; 38:2), stelt hij zich daarmee in veiligheid en is vrij van vervolging voor doodslag. De horens symboliseren kracht. Wie ze aanraakt, raakt het goddelijke zelf aan. Het altaar functioneerde zo ook als vrijplaats. In het bijbelboek Exodus wordt overigens niet gesproken over politiek vervolgden of oorlogsvluchtelingen, maar over lieden die onopzettelijk iemand hebben gedood: ‘Wie een ander zodanig slaat dat deze sterft, moet ter dood gebracht worden. Maar in het geval dat hij het niet met opzet deed en God zijn hand bestuurde, kan hij vluchten naar een plaats die ik jullie zal aanwijzen.’  Zo kon iemand ontkomen aan bloedwraak, maar wel onder een voorwaarde: ‘Wanneer iemand een ander echter verraderlijk vermoordt, met voorbedachten rade, mag je hem zelfs van mijn altaar weghalen om hem ter dood te brengen’ (Ex. 21: 13-14). Tot in de 17e eeuw werd de kerk vaak als vrijplaats gebruikt door voortvluchtigen, verdachten van een halsmisdrijf of ander crimineel gedrag.

Raad van Kerken spreekt zich uit
In 1986 verklaarde de Nederlandse Raad van Kerken dat kerkgebouwen gebruikt konden worden om vluchtelingen op te vangen. Twee jaar later, in 1988, werd het ‘Charter van Groningen’ ondertekend tussen verschillende Europese kerken. Hiermee wilden deze kerken zich inzetten voor vluchtelingen in nood. In verschillende kerken in Nederland werden met behulp van het kerkasiel asielzoekers opgevangen. Zo zocht in 1989 – alweer dertig jaar geleden –  een groep Syrische orthodoxe vluchtelingen hun toevlucht in een aantal Nederlandse kerken omdat zij dreigden te worden uitgezet. Twee jaar later, in 1991, gebeurde hetzelfde met een groep Vietnamese asielzoekers en een groep Palestijnse vluchtelingen.

Inschattingsfouten repareren
Op zondag 7 september 1997 kreeg een groep Iraniërs bescherming in de protestantse Johanneskerk in Sittard. Bij een parlementaire hoorzitting over Iran kwamen de omstandigheden waaronder zij en anderen waren gevlucht aan de orde, zoals het aantal van 72 zweepslagen dat staat op het niet correct dragen van een sluier, of de daden waarop onder meer de doodstraf staat: homoseksualiteit, een relatie tussen een moslimvrouw en een niet-moslim man, overspel en spionage. Er werd verteld dat spionage bewezen wordt geacht als een rechter dat zegt, of als vier veiligheidsagenten dat doen, of als iemand zichzelf driemaal beschuldigt, bijvoorbeeld na gemarteld te zijn. Het kerkasiel had vervolgens gezorgd voor nader onderzoek en leidde tot een verblijfsvergunning. De toenmalige voorzitter van de Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland, was van mening dat het onder andere de verantwoordelijkheid van de kerken was om aan de bel te trekken als zaken niet goed gingen. ‘Er komen nu eenmaal inschattingsfouten voor of onzorgvuldigheid in procedures.’

Dilemma’s
De kwestie van vandaag stelt niettemin de kerk voor een dilemma. De vrijgemaakt-gereformeerde dominee Rinkema van Katwijk, in wiens kerk de familie Tamrazyan aanvankelijk kon schuilen, stelde: ‘Als kerk willen wij de overheid gehoorzamen, dat schrijft God ons voor. Maar een ander gebod schrijft ons voor dat wij omzien naar mensen in nood. Als ik me voorstel wat de in Armenië politiek actieve vader van dit gezin te wachten staat als hij wordt uitgezet, dan kan ik het als christen niet over mijn hart verkrijgen dat te laten gebeuren.’

De kwestie leidt binnen de kerken ook tot verdeeldheid. In mijn gemeente zijn leden die van harte opkomen voor vluchtelingen en pleiten voor een ruime toepassing van de mogelijkheden voor kinderpardon, maar die kritische vragen hebben bij het kerkasiel. In het besef dat zoiets niet meer dan een tijdelijk middel kan zijn om een probleem onder de aandacht te brengen, is er ook een verantwoordelijkheid naar de betrokken asielzoekers toe. Wat betekent alle aandacht en het opgesloten zitten voor hen, als de vooruitzichten ook niet verbeteren? Dan is er de principiële vraag of de Bethelkerk met de dienst niet de handhaving van de wet verhindert. Volgens de critici zouden de kerken zich binnen een rechtstaat niet opzettelijk mogen onttrekken aan de beslissingen van de overheid en de rechter. Daarnaast is er discussie over de vraag aan wie er wel en aan wie niet er kerkasiel geboden moet worden. Voorts ligt er de vraag of een eredienst gebruikt mag worden als een passend pressiemiddel voor welk doel dan ook. Het bestuur van de landelijke PKN heeft zich achter de actie geschaard, maar bisschop Gerard de Korte van de rooms-katholieke kerk houdt afstand. Hij vindt dat hierdoor de kerk te veel betrokken wordt in het speelveld van politiek en rechterlijke macht.

Onbezette stoel
Waar alle aandacht thans uitgaat naar het kerkasiel, daar mag niet vergeten worden dat de kerken ook met andere initiatieven asielzoekers steunen. Direct zichtbaar was de stoel die op initiatief van de Raad van Kerken onbezet bleef tijdens de drukbezochte kerstvieringen van veel kerken. Die plek was gereserveerd voor een kind dat hier in Nederland zou moeten blijven. En minder zichtbaar is het werk van INLIA, het Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers, een netwerkorganisatie van en voor geloofsgemeenschappen die asielzoekers en vluchtelingen in nood helpen met maatschappelijke ondersteuning, met medische zorg of met een nieuw toekomstperspectief hier dan wel in een veilig ander land.

Peter Korver
Redactie AdRem, predikant in de Kapel in Hilversum

Zie ook

Een schuurtje naast de kerk
6 maart 2019

Een schuurtje naast de kerk

Mijn man komt al veertig jaar in een familiehotel in Zuid-Duitsland. Met zijn ouders destijds nog. Eind jaren negentig nam de zoon, waar mijn man vroeger in het hotel mee had gespeeld, het over van zijn ouders. Dat ging niet zonder kleerscheuren… Lees verder

Redactioneel: Van alles en nog wat
6 maart 2019

Redactioneel: Van alles en nog wat

Meestal probeert uw redactie u een blad mee te geven met een centraal thema. Niet altijd lukt dat. Dan is er een te grote verscheidenheid aan onderwerpen die op dat moment – in onze ogen –  relevant zijn om dat te doen. Dat is ook in dit nummer zo… Lees verder