De gelijkenissen van Jezus: context en kernthema’s

De gelijkenissen van Jezus: context en kernthema’s

Leiderschap is een belangrijk thema in moderne managementboeken. Stephen Covey’s beroemde werk over zeven eigenschappen van succesvolle leiders lijkt een heel genre van literatuur geïntroduceerd te hebben waarin kenmerken van goed leiderschap op zo’n manier beschreven worden dat je als lezer het gevoel krijgt dat je ‘dat ook wilt kunnen’. Een van de belangrijkste eigenschappen van leiders blijkt te zijn dat zij spreken in taal die blijft hangen. Liefst spreken in beelden.

Als er één leider was die sprak in beelden, dan is het Jezus wel. In het verslag dat het evangelie van Marcus van zijn optreden schetst begint Jezus na zijn doop in de Jordaan met het bezweren van onreine geesten en het genezen van zieken. De hoofdstukken 2 en 3 van Marcus zetten Jezus neer als een wonderdoener met bovenmenselijke macht. En vervolgens komt in hoofdstuk 4 dan zijn onderwijs aan bod. Hij opent met de gelijkenis van de zaaier: iemand gooit zaad uit op het land, een deel ervan valt op de rotsen, een deel ervan tussen de distels en nog een deel ervan in goede grond. In de uitleg van deze gelijkenis aan de leerlingen, in 4: 10-12, verwijst Jezus naar een citaat uit Jesaja 6: 9-10 en hij legt daarmee uit dat alleen de intimi van zijn leerlingen het geheim van het Koninkrijk kennen.

Grensvlak

Buitenstaanders moeten het met gelijkenissen doen en dan maar zien of ze het snappen.

In het vervolg van deze belangrijke episode in Marcus voegt Jezus nog de gelijkenis van het mosterdzaadje toe (4: 30-32): het kleinste zaadje van alle zaden loopt uit op de grootste plant. Zo is het ook met het Koninkrijk van God, aldus Jezus. Het begint klein, maar wordt groter en groter. Je zou kunnen zeggen: wie God toelaat, doet dat met een klein stapje, maar dat kleine stapje krijgt steeds grotere consequenties.

In 4: 33-34 legt Marcus dan nog uit dat Jezus gelijkenissen gebruikt om te spreken met buitenstaanders, maar tegen zijn leerlingen alles in klare taal uitlegt. Interessant genoeg bevinden wij ons als lezers als het ware op het grensvlak van de buitenstaanders tot wie Jezus zich richt en zijn leerlingen. Het is alsof de gelijkenissen in de evangeliën ons als lezers en hoorders over dat grensvlak heen willen trekken om de kring van intimi rond Jezus binnen te gaan.

Historische Jezus

De afgelopen twee eeuwen is er veel onderzoek gedaan naar de historische Jezus. Welke elementen uit de evangeliën gaan nu terug tot hem zelf? Hoe moeten we zijn optreden zien? Was hij een profeet die het naderende einde der tijden voorspelde? Of een wijsheidsleraar die de nabijheid van God present stelde? De evangeliën zijn meer dan een generatie na het optreden van Jezus geschreven en Marcus is het oudste evangelie. Het dateert van rond het jaar 70, dus zo’n veertig jaar na de dood en opstanding van Jezus. De andere evangeliën, inclusief het buiten-canonieke evangelie van Thomas, zijn van nog later datum. Er ligt dus een periode van mondelinge overlevering tussen Jezus’ eigen woorden en daden en de beschrijving ervan in de evangeliën.

Nu het vrijwel algemeen geaccepteerd in het onderzoek naar de historische Jezus: de gelijkenissen moeten wel terug gaan op hem zelf. Het zijn namelijk verhalend uitgewerkte metaforen en deze specifieke vorm van instructie is noch uit de joodse noch uit de Grieks-Romeinse context van de eerste eeuw af te leiden. We hebben met de gelijkenissen dus materiaal in handen dat in ieder geval heel dicht bij de historische Jezus komt.

Kernthema’s

Wie wil weten hoe Jezus naar God en zijn medemens keek doet er dus goed aan de gelijkenissen te lezen. Wat zijn dan de kernthema’s die Jezus aanstipt? Allereerst is er het Koninkrijk van God: het begint klein en wordt groter en groter, zoals het mosterdzaadje. Het is ook als zuurdesem: als het aanwezig is, verandert het alles van substantie (Matt.13: 33; Luc.13: 20-21). Daarbij is die moeilijke term ‘Koninkrijk van God’ het beste op te vatten als ‘Gods aanwezigheid’. Waar God aanwezig is, hoe klein ook, verandert alles.

Een terugkerend thema in de gelijkenissen is Gods oordeel. Jezus verwachtte duidelijk dat God een oordeel zou uitspreken over mensen en dat iedereen geoordeeld zou worden naar wat zij of hij gedaan heeft. Zo zullen volgens Jezus de schapen van de bokken gescheiden worden (Matt.25: 31-46). Bij dat oordeel heeft God dan ook nog eens het gezag om af te wijken van wat mensen eerlijk vinden, getuige de gelijkenis van de werkers in de wijngaard (Matt.20: 1-16).

Gewenste houding

Tot welke houding roepen de gelijkenissen mensen nu eigenlijk op, voor zover je dat kunt generaliseren? Allereerst een houding van waakzaamheid. Dit is het thema van de gelijkenis van de wijze en de dwaze jonge meisjes in Matt.25: 1-13. Het is ook het thema van de gelijkenis van de knechten in Luc.12: 35-40. Overigens delen deze beide gelijkenissen het motief van de bruiloft, een traditioneel beeld voor het feest dat aanbreekt bij de komst van de messias.

Bij het oordeel over de mens kan God besluiten de rollen om te keren. Dat is precies wat gebeurt bij de rijke man en de arme Lazarus in Luc. 16:19-31. De kern van deze gelijkenis lijkt erin gelegen dat je als mens een verantwoorde leefstijl erop na dient te houden. Eveneens in Lucas komt naar voren dat rituele verplichtingen minder belangrijk zijn dan zorg voor de naaste. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan maakt dit duidelijk. Er wordt een man half dood geslagen en een priester en een leviet laten hem liggen, uit angst zichzelf onrein te maken. Een Samaritaan pakt hem op, verzorgt hem en brengt hem naar een herberg
(Luc.10: 25-37).

Instructief

Jezus’ verhaal over de verloren zoon, ook al zo bekend, staat ook in het evangelie van Lucas en dit verhaal maakt duidelijk dat God weliswaar een oordelende God is, maar ook dat hij vergevingsgezind is en mensen graag in erbarmen terug aanneemt (Luc.15: 11-32).

De theologie van de gelijkenissen van Jezus is aldus instructief: wie wil weten hoe Jezus over God en de mens dacht, kan het beste eerst maar eens proeven uit de bron van de gelijkenissen. Sommige elementen uit die theologie staan haaks op het levensgevoel van de 21e eeuw, met name natuurlijk die oordelende God. En toch is het de moeite waard juist daarover eens na te denken.

Bert Jan Lietaert Peerbolte
Hoogleraar Theologie van de Vrije Universiteit. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van het vroegste christendom en het jodendom van dezelfde periode.

 

Zie ook

Speciale aandacht voor de beeldtaal
4 juli 2022

Speciale aandacht voor de beeldtaal

De illustraties van het boek ‘Vele talen, in alles de liefde’ zijn gemaakt door een aantal jonge beeldmakers van midden twintig en begin dertig jaar. Tijdens hun laatste jaar aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht hebben Aida de Jong, Veerle van der Veer, Imke Bogers en Lybrich Wieringa hun atelier opgezet in de culturele broedplaats ‘de Nijverheid’ in Utrecht… Lees verder

Wees niet bang! Interview met Freek de Jonge.
5 december 2019

Wees niet bang! Interview met Freek de Jonge.

‘Wees niet bang’ schreef Freek de Jonge voor zijn dochter. Twintig jaar later is zijn gedicht nog even actueel. Een gesprek met de gelauwerde cabaretier, domineeszoon en vader.  .. Lees verder