Mensen kunnen last hebben van schuldgevoelens. Ik heb iets fout gedaan – of iets nagelaten – en door mijn schuld heb ik daarmee een ander of de samenleving schade toegebracht en hoe kan ik daarmee leven of dat goedmaken? Dat laatste is niet altijd of volledig mogelijk en zeker dan zijn we aangewezen op vergeving. Op welke manier heeft binnen de kerk het besef van zonde en schuld steeds een beklemmende rol gespeeld, vraagt Peter Korver zich af? Heeft de moderne cultuur ons daarvan bevrijd? En hoe wenselijk is dat?
In 1987 verscheen het boek Hulpeloos maar schuldig. Daarin beschreef therapeut Aleid Schilder hoe de gereformeerde kerken steeds de nadruk hebben gelegd op de zondigheid van de mens en de onmacht om goede dingen te doen. Wat bijvoorbeeld te denken van het volgende citaat uit een brief van Paulus: Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik (Rom.7: 21). Dit onvermogen neemt niet weg dat de mens schuldig blijft. Een orthodox gelovige belijdt dat we als mens en als gelovige schuldig staan voor God, omdat we zijn geboden overtreden en onze naaste leed aandoen. Aleid Schilder, die zelf afkomstig was uit een vrijgemaakt-gereformeerd gezin, stelde vast dat deze veronderstelde onmacht leidde tot een onaanvaardbaar godsbeeld en een ziekmakend mensbeeld.
Wat behelst deze klassieke gereformeerde theologie eigenlijk? Die wordt helder gemaakt in de Heidelbergse Catechismus, één van de drie geschriften, die door de Synode van Dordrecht in 1618-1619 als de belijdenis van de toenmalige gereformeerde kerk werden aanvaard. Uit deze gereformeerde kerk zijn de Nederlands Hervormde Kerk en later de diverse gereformeerde kerkgenootschappen, alsook de in 2004 ontstane Protestantse Kerk in Nederland (PKN) voortgekomen. Een mens dient zijn ellende te kennen; ik schiet tekort, ik zondig voortdurend, ik bega overtredingen en doe verkeerde daden. Ik ga in tegen Gods wetten en daar is een goedmaking voor nodig. De schuld moet betaald worden. En daarmee raken we aan de kern van het orthodoxe christelijke geloof: de schuld die de mensheid op zich geladen heeft, vereist een offer. Zonder vergelding, zonder dat de straf op de zonde wordt gedragen, is vergeving niet mogelijk. En Jezus was bereid ons te verlossen van onze schuld door die op zich te nemen. Hij stierf voor onze zonden en de verhouding tussen God en de mens is hierdoor weer hersteld. Door die dood is de mens in een andere verhouding gekomen met God. De scheiding tussen God en mens is opgeheven. Uit dankbaarheid voor deze verlossing weten wij ons geroepen hem na te volgen.
Hoe stonden en staan remonstranten in deze discussie? Hoewel zij voortkomen uit dezelfde reformatorische traditie, hebben zij zich daar steeds meer van afgekeerd. Arminius en Hugo de Groot en andere remonstranten namen afstand van dat veronderstelde onvermogen van de mens om het goede te doen. Ze kenden een veel positiever mensbeeld. Dat de mens totaal verdorven is, dus lijdt aan wat de Engelse puriteinen total depravity noemen, is voor remonstranten een ernstig misverstand en doet volgens hen tekort aan echte menselijkheid, dus aan het geloof dat de mens beelddrager van God is. Mensen kunnen met elkaar in vrede leven, omzien naar elkaar en de wetten gehoorzamen. Remonstranten geloven nadrukkelijk wél in het bestaan van de vrije wil. Zij geloven dat een mens moreel begrip heeft en dat leidt tot een besef van verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid vertaalt zich in de mogelijkheid om eigen keuzes te maken en overwogen beslissingen te nemen. De mens kan kiezen, kan voor God kiezen en heeft een vrije wil tot het goede. In plaats van die nadruk op een niet weg te nemen schuld en onvermogen van de mens ten opzichte van God leggen de remonstranten de nadruk op vrijheid en het vermogen tot het dragen van verantwoordelijkheid.
Maar ook als we het concept van de menselijke schuld tegenover God achter ons laten, is daarmee het probleem van een persoonlijk gevoelde schuld niet opgelost. Niet altijd kunnen we ons gedrag acceptabel maken met een verwijzing naar onze opvoeding, bepaalde nare ervaringen of onze sociaal-maatschappelijke omstandigheden. Het kan dan gaan om schuld omdat we tekort schoten ten opzichte van onze kinderen, onze partner, onze ouders, onze vrienden of de samenleving. Hoe gemakkelijk nemen we het woord schuld in de mond als we menen dat we een ander iets te verwijten hebben. Wanneer voel je jezelf schuldig aan iets betreurenswaardigs? Soms kan die vraag niet ontlopen worden. Ik denk aan de situatie dat iemand uit je naaste omgeving uit het leven stapt. Wie ontkomt dan aan de vraag: ben ik niet in gebreke gebleven, had ik niet iets of meer moeten doen? We moeten ook wel eens erkennen dat we uitvluchten zoeken om ons niet schuldig of verantwoordelijk te hoeven voelen voor wat er is gebeurd:
Ik kon het niet
Ik wist het niet
Ik had geen tijd
Soms zijn we ook té kritisch op onszelf en zou wat meer zelf-compassie op zijn plaats zijn. Soms kan ik iets herstellen van wat ik veroorzaakt heb door excuses aan te bieden of een schadevergoeding te geven. Niet altijd is dat echter (meer) mogelijk of voldoende. Ik kan me schuldig voelen vanwege iets dat in het verleden heeft plaats gevonden en dat niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Als ik me schuldig voel vanwege een onaangename karaktertrek weet ik dat ik die vermoedelijk niet kan veranderen. Ik kan mij met recht schuldig voelen als ik iemand teleur stelde terwijl die op mij vertrouwde. In de rechtspraak is het mogelijk genoegdoening ter geven door een vrijheidsstraf of een boete op te leggen. In het persoonlijke leven ben ik aangewezen op vergeving. Dan rekent de ander die door mij benadeeld is mij mijn gedrag niet langer aan en kan zowel ik als de ander verder.
Het gebed dat ons vermoedelijk het meest vertrouwd zal zijn, is het Onze Vader. Daarin vragen wij: vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is. Waarom is vergeving krijgen gebonden aan het kunnen vergeven van anderen? Kennelijk leven we allemaal in het besef van tekort schieten naar anderen toe. Kennelijk zijn wij allemaal aangewezen op elkaars vergeving. Alleen door elkaar van schuld te bevrijden kunnen we verder. Alleen zo worden we vrij gemaakt van onze tekorten en opgenomen in wat ik blijf noemen Gods vergevende liefde.
Peter Korver
emeritus-predikant bij de Remonstranten, voorganger in de Majellakapel van de Vrijzinnigen in Naarden-Bussum.
Het Halleluja! Mijn vader zette het na de nachtmis altijd op en goed hard ook, terwijl mijn moeder bouillon en worstenbroodjes opwarmde: zie daar de tradities van een verlopen katholiek gezin. Later hebben we wel geprobeerd het vierstemmig te zingen: dikke pret, maar muzikaal niet om aan te horen. Maar toch: mijn eerste associatie met Pasen is het Halleluja van Händel… Lees verder
Vorig jaar deed ik een aantal keer mee aan de klimaatblokkades op de A12… Lees verder