Een gelukkig toeval, of misschien zou een aantal van de Assemblee-gangers er wel de hand van God in zien: mijn eerste ontmoeting hier bracht gelijk geloofsherkenning, verwondering en het begin van vriendschap. Precies waar Karlsruhe voor bedoeld is.
Na mijn registratie hier liep ik het terrein van de Assemblee op. Moe van het sjouwen schoof ik aan op een bankje waar al een vrouw wat zat te lezen. We raakten aan de praat, want zo gaat het hier: wanneer je naast iemand zit, stel je je voor en als vanzelf ontrolt zich een gesprek. Janet, zo heet ze, vroeg van welke kerk is was. En nee, van de Remonstranten had ze nog nooit gehoord. Ik ook niet van haar kerkgemeenschap: de Church of Christ in Canada. We wisselden informatie uit. En constateerden tot onze vreugde en verbazing hoeveel we op elkaar lijken als kerken. Dat gaat zelfs zo ver dat hun motto het volgende bleek te zijn: “In essentials: Unity, in non-essentials: Liberty, and in all things: Charity”. Klinkt behoorlijk bekend toch?! Intussen zijn de eerste plannen gesmeed om een band van zustergemeentes op te bouwen tussen Gouda en Mapleton.
In alles de liefde. Dat ademde vandaag ook de openingsviering. Al die denominaties, al die culturen vanuit de 352 kerken die hier vertegenwoordigd zijn, zoeken in de diversiteit steeds weer de liefde. En hoe divers het hier is blijkt alleen al uit deze twee momenten uit de Opening Prayer van vanavond: Moeiteloos gaan we van de preek door de Patriarch van Antiochië naar een swingend Jamaicaans loflied. Van een koptisch kyrie naar een Ierse hymn. Er zijn momenten dat ik mijn ontroering nauwelijks kan wegslikken. In alles de liefde, dat je voel je hier.
En tegelijk is het ook spannend. In de toespraken van vanmiddag kwam ook de politiek de Assemblee binnen. Na afloop voerden we onderling gesprekken: hoe uitgesproken mogen de bijdragen zijn zonder de vruchtbare dialoog in de weg te staan? Hoe gaan we om met de echt precaire onderwerpen, delen we wat er op ons hart ligt en houden we elkaar toch vast?