Miniatuur: Mes mots

Foto: R.Cabanilla

Een anonieme pen schrijft in mooie ronde letters: Mes mots, mijn woorden. Hoeveel woorden kent u? Woordenkennis hangt af van de omgeving waar iemand opgroeit. Van een kind van zes jaar oud wordt verwacht dat hij een aantal woorden kent. Met twaalf jaar is dat aantal vertienvoudigd, enzovoorts. Hoe groter de woordenkennis van de ouders, hoe groter die van kinderen. Daarom hoort het tegengaan van taalachterstand prioriteit nummer één van het onderwijs te zijn en te blijven.

Voldoende woorden kennen wil echter nog niet zeggen dat degene die spreekt of schrijft ook de betekenis van die woorden kent. Want deze betekenis hangt af van de context of van de toon waarmee woorden worden uitgesproken. Voor een buitenlander die Nederlands tracht te leren, is dit een schier onneembare hindernis. Ik kan ervan meepraten.

Sympathiek is een prachtig Grieks woord, in het Nederlands terecht gekomen via het Frans, waar sympathique een positief woord is, dat veel goeds zegt over de beminnelijkheid van de beschreven persoon. Maar in het Nederlands is er is iets vreemds in dat woord gevaren.

Per 1 juli dit jaar wordt de eeuwenoude zwanendrift (het houden van zwanen voor de verkoop) in Nederland wettelijk verboden. Nederland is daarbij het laatste land in de wereld dat deze vorm van pluimveehouderij verbiedt. De in de vrije natuur lopende zwanen worden gemakkelijk teruggevonden door hun bezitters. De zwanen kunnen niet vliegen (ze zijn gekortwiekt, geleewiekt heet dat, mooi woord, dat wel!) en krijgen een tatoeage op de snavel. Het vangen gebeurt met een soort lasso waarmee de vogels naar de oevers worden gesleurd. De strijd tegen deze dieronvriendelijke toestand is langdurig geweest. Ik durf te wedden dat bij de eerste voorstellen van milieuorganisaties te horen viel: ‘we hebben uw sympathieke voorstel gelezen maar kunnen het helaas niet overnemen’. Sympathiek ruikt in het Nederlands naar geitenwollen sokken. Sympathieke lui zijn dromers, een beetje dom eigenlijk. Het woord betekent iets anders dan wat wordt gezegd. Ik zei het al: arme buitenlanders!

Eenzelfde lot treft het eveneens Franse woord serieus. Zegt een politicus: jazeker, ik ga serieus naar uw standpunt kijken, dan is het sterk de vraag of het vermaledijde standpunt ooit au sérieux wordt genomen.

Waarom zou dat toch zijn? Waarom morst de pen die net Mes mots in sierlijke letters op het witte blad heeft geschreven met kloddertjes inkt? Slordigheid? Of zouden de Nederlanders hun moedertaal hier behandelen met de Franse slag?

Berkvens en Berkvens

Zie ook

Redactioneel
19 mei 2016

Redactioneel

Ook de vrijzinnige geloofsvorm moet het ten diepste niet hebben van iets wat je bedacht hebt en redelijk lijkt, maar van een dwingende ervaring: dit geloof ik nu eenmaal, het lukt me niet om iets totaal anders te geloven zelfs al zou ik dat sterk willen. Over zulke ervaringen gaat de AdRem van deze maand… Lees verder

19 mei 2016

Fluitje van een cent

Het geloof van mijn jeugd bestond voor een groot deel uit leren. Liedjes, de catechismus, bijbelteksten, van alles moest erin gestampt en wee degene die niet goed uit het hoofd kon leren. Ik kon goed uit mijn hoofd leren, dus voor mij was godsdienst een fluitje van een cent. Behalve als ik er (licht) kritische vragen over had, want die waren niet gewenst. Dat vond ik wel lastig.Toen kwam ik bij vrijzinnigen terecht. Uit het hoofd leren hoefde niet, vragen stellen moest wel; de wereld omgekeerd… Lees verder