Slow food

Foto: F.D.Richards

Ontstaan

‘Vroeger was alles beter’, moet de Italiaanse Carlo Petrini gedacht hebben. Petrini (1949) was in zijn jonge jaren actief communist en schreef sinds 1977 over lekker eten en drinken en tegen de voedselindustrie. Toen in 1986 van een MacDonalds in een monumentaal pand vlakbij de Spaanse trappen in Rome opende, was dat de druppel die de emmer deed overlopen. Hij besloot een beweging op te zetten tegen de oprukkende fastfood ketens. Aanvankelijk noemde hij het Agricola (boer), maar in 1989 werd de beweging omgedoopt tot Slow Food – als tegenhanger van fastfood.

Anti-fastfood

In de eerste jaren lag de focus vooral op het protest tegen fastfood. Tegen het eten van rotzooi (weet u bijvoorbeeld hoeveel suiker er in een hamburgerbroodje zit?), tegen het jachtig eten, tegen de smaakvervlakking. De nadruk moest komen te liggen op goed voedsel, samen weer lang en gastronomisch tafelen en een rustigere levensstijl. Petrini, mediageniek, kreeg veel Italiaanse regio’s mee waar streekproducten werden gemaakt. Deze leverden een gulle financiële bijdrage van 15 miljoen euro om zijn verhaal kracht bij te zetten.

Anti-globalisering

Maar in de loop der jaren kreeg ‘goed’ voedsel steeds meer invulling. Lokaal produceren, duurzaamheid en biodiversiteit werden steeds belangrijker. Door de invloed van globalisering en grote (industriële) spelers op de markt, verdwijnen niet alleen oude ‘langzame’ productiemethoden maar ook planten- en dierenrassen in rap tempo, omdat ze niet binnen een gemakkelijk commercieel te verhandelen standaard passen. Omdat ze bijvoorbeeld langzamer groeien of minder melk geven.

Anti-smaakvervlakking

In het industriële voedselproductieproces stikt het van de chemische toevoegingen. Daardoor kunnen productiesnelheid omhoog en de kosten omlaag: conserveringsmiddelen, anti-oxidanten, anti-klontermiddel, verdikkingsmiddel, kleur- en smaakstoffen. Ook overheden werken hier aan mee: standaardisering vergemakkelijkt de handel. Als je bijvoorbeeld verplicht dat melk moet worden gepasteuriseerd, dan weet iedereen dat het risico op bepaalde schadelijke bacteriën er niet meer is. Maar tegelijkertijd treedt daarmee een enorme smaakvervlakking op. De lekkerste melk, boter en kaas krijg je van rauwe melk. Met pasteuriseren dood je niet alleen bepaalde bacteriën, maar er gebeurt ook iets met de rest van de melk. Zo stollen eiwitten en enzymen en vitamines gaan verloren.  Slow Food wilde juist ook de ‘eerlijke’, kleinschalige producenten te hulp schieten om zich te kunnen handhaven tegenover de –goedkopere – industriële producenten.

Wereldwijde beweging

Dankzij zijn charisma, tomeloze inzet, juiste connecties en financiën, wist Petrini van Slow Food in een aantal jaren een internationale beweging van te maken. Dit alles vanuit Bra, Petrini’s geboorteplaats, een klein stadje in Piedmonte. De doelstellingen van de beweging – die inmiddels wereldwijd meer dan 100.000 geregistreerde leden kent – is inmiddels uitgebreid, maar komt in het kort neer op het behouden van landbouwbiodiversiteit, traditionele lokale producten en productieprocessen. Goed, schoon en eerlijk eten. Daar waar een tomatenras dreigt te verdwijnen, grijpt Slow Food in. Pers je nog wijndruiven uit met je blote voeten? Grote kans dat Slow Food je een aanbod doet.

Slow Kaas

En zo verging het ook de familie Kaptein uit Hazerswoude-Rijndijk. Op eerst paasdag werden ze een aantal jaar geleden tot hun verrassing gebeld door SlowFood Nederland. Of het klopte dat zij hun kaas nog persten in kaasdoek en houten vormen. Of ze niet mee wilden werken aan het behoud van de traditionele kaasmakerij én tegelijkertijd een heel mooi product wilden verkopen. Nu maakt de familie Kaptein met nog een andere familie Boerengoudseoplegkaas, een smaakvolle rauwemelkse kaas van koeien die dag en nacht buiten lopen en die tot wel 7, 8 jaar houdbaar is. Binnen een paar jaar stonden ze met hun kazen in Bra tijdens het Slow Food kaasfestival, tussen honderden boeren uit de hele wereld, naast een kaasboer uit Tibet.

Kamelenmelk

Maar Slow Food kijkt niet alleen achterom. Ze propageert ook moderne productieprocessen, mits ze dier, plant en de eerlijke smaak van het eindproduct niet in de weg zitten. Zo hielp de organisatie in Mauritanië om een melkfabriek op te zetten, zodat lokaal kamelenmelk kon worden geproduceerd, waardoor de bevolking niet meer afhankelijk was van geïmporteerde melkpoeder. De melk werd geleverd door de daar nog rondtrekkende nomaden, die hierdoor hun levenswijze in stand konden houden.

Hoe werkt Slow Food?

Slow food dankt zijn succes aan zijn bevlogen leden. Leden (consumenten én producenten) zijn lokaal georganiseerd in convivia. Dit zijn de ‘bakstenen’ van de organisatie. Zij promoten de aangesloten lokale producten, organiseren proeverijen en lezingen en geven smaak-onderricht in scholen. Slow Food onderneemt ook heel veel ambitieuze projecten, die dankzij de leden stapje voor stapje tot stand komen. Zoals bijvoorbeeld het project ‘1.000 tuinen voor Afrika’ om bij 1.000 scholen in Afrika een moestuin te hebben zodat de school in lokaal voedsel voor de leerlingen kan voorzien. De 1.000 tuinen zijn inmiddels gehaald en het project heeft nu een upgrade gekregen met als nieuw doel: 10.000 tuinen. In 2004 richtte Petrini zelfs een Gastronomische Universiteit op, gehuisvest in een heus paleis.

Voor- en tegenstanders

De Slow Food-beweging wordt niet door iedereen omarmd. Kritiek op de organisatie is dat het elitair is. Leden zouden het belangrijker vinden dat ze vooral zélf lekker kunnen eten, dan dat ze daadwerkelijk bevlogen zouden zijn met een hoger doel. Zo promoten ze bijvoorbeeld foie gras en pasteien waar bedreigde zangvogeltjes in gaan. Leden zouden soms als een soort sekteleden achter hun goeroe aanlopen.  Dat betekent volgens mij nog niet dat je de hele organisatie hoeft af te schrijven. Of je nu wel of niet van lekker eten houdt en ambachtelijke streekproducten. Dankzij Slow Food vált er tenminste nog wat te kiezen, zodat je niet hoeft te mijmeren: ‘vroeger was alles beter’. En daarvoor, Bravo!

Vanessa van Koppen

Zie ook

7 november 2016

Boekbespreking: Het nieuwe nietsdoen

Journalist en schrijver Gerhard Hormann kwam na een reorganisatie thuis te zitten. Zijn kansen, als vijftiger, om opnieuw aan de bak te komen waren niet bijzonder groot. Hij besloot om deze situatie positief op te vatten en maakte er een ontdekkingstocht van: wat zijn de mooie kanten van een leven waarin nietsdoen centraal staat?.. Lees verder

8 november 2016

Miniatuur: Chips en cocosmacronen

Bij de kassa van de Jumbo komt het opvoedkundige bezoek aan de supermarkt tot een apotheose: ‘Willen jullie déze chips?’ vraagt mama aan dochterlief. ‘Nee, ik wil dit!’ roept het zoontje, terwijl de cocosmacronen al door hem op de band geladen worden. ‘Ja hallo, we zijn hier nu met chips bezig!’ corrigeert moeder… Lees verder