Ik was zo’n meisje dat op de lagere school altijd overbleef wanneer er twee teams moesten worden gevormd. Het team met mij verloor altijd. Sporten? Niks voor mij. Hoe komt het dan dat ik nu wandel en (rustig) hardloop?
Toen me de vraag werd gesteld iets te schrijven over discipline en sport moest ik lachen want voor mij is de relatie tussen deze twee zaken niet zo eenduidig. Ik ben een nogal bourgondische gereformeerde doopsgezinde. Toen ik begin twintig was dacht ik: als ik lekker wil blijven eten zal ik toch eens in beweging moeten komen. Anders blijf ik maar bezig met al die diëten. Samen met een kennis begon ik met een verantwoord opbouwschema: twee minuten hardlopen, drie minuten wandelen, twee minuten hardlopen, enz. Hijgend (op laarzen) draafde ik door het schemerige Deventer park. Dankzij mijn maatje heb ik volgehouden en toen ook de echte hardloopschoenen gekocht. Overal waar ik heb gewoond had ik mijn rondje van zo’n 8 kilometer. O ja, nog zoiets als het gaat om discipline: op de middelbare school rookte ik mijn eerste sigaret en mijn pogingen om te stoppen waren nooit succesvol voor de lange duur. ‘s Avonds een laatste sigaret, de rest van het pakje verfrommeld of door het toilet gespoeld want: morgen begint de eerste dag van mijn nieuwe, gezonde leven! Terwijl ik de volgende dag door Deventer rende dacht ik al weer: waar koop ik nieuwe…. Discipline? In mij huizen een beroepsmilitair en een pubermeisje en ze lagen vaak overhoop. (Nu iets minder, maar ze zijn nog niet verhuisd.)
In Belfast is het me gelukt om het roken op te geven (dat durf ik nu wel te zeggen) en daar rende ik vrolijk door katholieke en protestantse wijken. Sinds 2002 loop ik, met of zonder mijn man Danijel, in de prachtige omgeving van Krommenie. Toen Danijel in 2009 besloot te gaan trainen voor de Dam tot Dam (DtD, Amsterdam – Zaandam, 16 km) zag ik mezelf bij de finish staan met een bos bloemen. Totdat de gedachte bij me opkwam om het zelf ook te proberen. We hebben ons beiden aangemeld bij atletiekvereniging Lycurgus om te trainen. Samen lopen is niet alleen gezellig: het betekent ook dat je het langer volhoudt en bovendien is het stimulerend om je samen op een loop voor te bereiden. Toen ik besloot de DtD te gaan lopen wist ik ook meteen dat ik me wilde laten sponsoren voor een goed doel. Lopen alleen vond ik niet genoeg, het moest ergens goed voor zijn.
Die eerste keer was onvergetelijk; ook de dag erna waren we nog in de zevende hemel. Het was de vijfentwintigste DtD en er werd zowel op zaterdagavond als op zondag gelopen. Wij liepen op zaterdag en gingen zondag opnieuw naar Zaandam om de lopers te zien binnenkomen. Ik voelde me vreemd ontroerd. De eerste keer hebben we geld bij elkaar gelopen voor ‘Op de muur’, een Zaans project dat zich bezig hield met gevangenen en vluchtelingen. Ook de keren erna heb ik voor een goed doel gelopen: Dokters van de Wereld, Doopsgezind Wereldwerk, Amnesty International. Tijdens het lopen zijn mijn gedachten bij de mensen voor wie ik loop en die verbondenheid maakt me blij.
In 2014 riep een vriendin haar vrienden op om mee te lopen met de Nacht van de Vluchteling. Samen met Danijel vormden we gedrieën het team “Liever een blaar op je zool dan eelt op je ziel.” Ter voorbereiding hadden we een paar langere wandelingen gemaakt, maar de veertig kilometer hadden we bij lange na niet gehaald. In de nacht na Hemelvaartsdag om 0.00 uur gaf burgemeester Aboetaleb het startschot bij de Erasmusbrug in Rotterdam. Een lange, veelkleurige stoet zette zich in beweging richting Den Haag. Jong en oud, samen op weg, te voet, omdat we dromen van een wereldwijde broeder- en zusterschap. Ik durf niet te zeggen dat deze ervaring maar in de verste verte lijkt op wat vluchtelingen meemaken. Ja, ik had blaren en spierpijn, maar onderweg was er muziek, koffie, water, broodjes, fruit. En in het Humanity House wachtte een medaille en een heerlijk ontbijt! God, wat zou ik dat die vluchtelingen gunnen!
We hebben nu twee keer gelopen onder dezelfde teamnaam. De datum voor volgend jaar staat genoteerd: 18- 19 juni. Natuurlijk ga ik weer. En dit keer met een team van de Haagse Gemeenschap van Kerken. Ik kan lopen, anderen zijn blij dat zij niet hoeven en geven geld… zo doen we allemaal wat we kunnen. Voor een hartelijke wereld. Discipline: ik heb het niet meer nodig voor het lopen. Het doet me goed. Zolang ik het ene been voor het andere kan krijgen, ga ik door.
Jannie Nijwening
Doopsgezind predikant in Den Haag
Karin Wagenaar (1958) fietste als kind in de remonstrantse kerk in Dordrecht, verstopte zich onder de kerkbanken en speelde op de kansel. De kerk voelde als huiskamer. Niet zo raar.. Lees verder
Nelson Mandela, Marcus Aurelius , Martin Luther King, maar ook dominees, een bijzondere vriend tot de eigen vader en moeder aan toe. Zij waren de gidsen en goeroes die de.. Lees verder