Aandacht is een schaars artikel

Aandacht is een schaars artikel

Foto: FaceMePLS

Folly Hemrica is nu drie jaar straatpredikant in Leiden, daarvoor werkte ze achttien jaar in de bajes. Passie voor mensen in de marge is haar drijfveer. ‘Ik heb daarvoor ook als gemeentepredikant gewerkt, maar dat is eigenlijk niks voor mij. Daar stoorde me aan alle gekissebis en ruzies. ‘Wat doet het er toe’, dacht ik vaak. Op straat heb ik dat nooit, we zijn hier bezig met het rauwe, kale leven.’ Een gesprek over kleine bloemetjes bij kwetsbare mensen.

Hoe ziet je werk als straatpastor er uit?
‘Ik heb een flexplek in diaconaal centrum de Bakkerij van de PKN in Leiden, maar zeker twee keer per week ben ik in de daklozenopvang De Nieuwe Energie die de gemeente Leiden heeft opgezet. Ik zou mijn functie omschrijven als: mensen helpen om het leven uit te houden. Dat is al heel wat voor mensen met ingewikkelde levens: psychische problemen, verslaving, schulden, ruzie met hun familie. Ik geef mensen aandacht en dat is op straat een schaars artikel. Wij kunnen tien mensen bellen als het rot met ons gaat, maar zij hebben geen netwerk.  ‘U bent de eerste die mij ziet’, zegt dan iemand  die al vier maanden in de daklozenopvang zit. Er zijn wel veel hulpverleners langsgetrokken die papieren met hen hebben ingevuld, maar nooit was er blijkbaar persoonlijke aandacht. Eens in de vier weken houd ik ook een dienst op de binnenplaats van de Bakkerij. Daar komen dan tussen de 15 en 35 mensen.  Dat gaat er niet zo gestructureerd aan toe hoor. Laatst kwam er iemand halverwege de dienst binnen met een rollator in zijn pyjama. Allemaal goed. In de gevangenis kwamen mensen ook wel eens te laat van hun afdeling. Dan mopperden ze dat ze de ‘oude woorden van de kerk’ niet hadden gehoord. Geen punt hoor, dan zei ik nog een keer: ‘Onze hulp is in de naam van God die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt voor altijd wat er ook gebeurt of gebeurd is’. Dat ongeordende is heel goed voor mij. Ik ben mijn perfectionisme wel afgeleerd en heb leren omgaan met chaos. Afspraken maken met mensen heeft vaak geen zin.  Alcohol en drugs nemen het leven van mensen over. Laatst kwam ik iemand dronken op straat tegen. ‘Weet je dat ik over een kwartier een afspraak met je heb in de Nieuwe Energie’, zei ik. ‘O ja?, zei hij, ‘nou dan ga ik daar maar snel heen dan.’

Is er groei en bloei mogelijk bij mensen op straat? Kan jouw werk daar aan bij dragen?
‘Kleine bloemetjes hoor, meer groei dan bloei eigenlijk. Maar toch, mijn ervaring is: als je mensen in het licht zet, dan gebeurt er iets met ze, zelfs met de ogenschijnlijk hopeloze gevallen. En dat licht bestaat dan uit aandacht, iemand die in ze gelooft of iets in ze ziet, wat ze zelf niet zien of kwijt zijn geraakt. Daklozen hebben vaak een laag zelfbeeld en zijn door iedereen uitgestoten. Ik denk aan een Ethiopiër, een boom van een kerel van twee meter, die het niet meer in de opvang uit hield en op straat sliep. Ik zei heel oprecht dat ik dacht dat het goed zou komen met hem, dat hij een stabiele, normale en leuke man was. Nu rijdt hij op een vuilniswagen van de gemeente. Toen ik hem laatst sprak zei hij dat onze gesprekken hem zo veel steun hadden gegeven.  Mensen steunen klinkt als een laag doel, maar vraagt veel aan kennis en ervaring. Hoe kom ik binnen bij mensen die losgeslagen zijn van de maatschappij en zichzelf? Van mijn leermeester Nico ter Linden heb ik geleerd om eerst ‘rondjes om het eiland varen’. Dat is een heel avontuur op zich. Ik stimuleer mensen wel een tot actie, maar ben nooit opdringerig. Als mensen niet geholpen willen worden, dan neem ik dat serieus.

Wat geeft mensen op straat houvast?
‘Tussen alle wazen en wanen door willen mensen vasthouden aan God als een vriend. Een stervende man zei tegen mij: ‘God gaat altijd met mij mee hoor.’ Het is belangrijk dat er in ieder geval iemand is die het laatste stuk bij hen blijft. Daarom zijn uitvaarten ook een belangrijk deel van mijn werk. Het is voor hen heel geruststellend om te weten dat er iemand is die hen waardig begraaft, dat ze niet ‘als een hond onder de grond worden gestopt.’ Van andere daklozen vraag ik dan om favoriete muziek en die draai ik dan.  Contact met familie is vaak verbroken, dus dan sta ik daar met twee agenten. Die kijken heel onwennig als ik ze uitnodig om een kaars aan te steken, maar ze doen het vaak toch.
Mensen hebben een direct geloof, met weinig reflectie en veel kaarsjes, iedereen steekt kaarsen op voor jan en alleman. De kern van hun geloof is de hoop dat ze bij God terecht kunnen, wat ze ook in hun leven hebben uitgevroten. Dat ze niet buiten Gods hand vallen.’

Wat doe dit werk met jou?
‘Ik vind het fascinerend om mee te maken hoe mensen op straat weten te overleven. Als alles wegvalt, als je alles moet loslaten wat blijft er dan over? In de gevangenis was dat ook zo. Daar zaten ook verkrachters natuurlijk. Dan gaat preken over vergeving echt ergens over. Het is uitermate boeiend om mee te maken hoe mensen aan de rafelrand zich verhouden tot de grote thema’s uit de bijbel. Ik ben helaas een typische alfa, maar ik zou ook goed psychiater kunnen zijn eigenlijk, werkzaam in de crisisdienst dan natuurlijk. Ik heb hier al mijn creativiteit voor nodig, je kunt bij een gesprek nooit slapen, heerlijk! Mensen zijn leuk, zeker als er iets me is. En ik ben vaak ontroerd door het vertrouwen dat mensen mij geven. Het is mooi om te zien dat mensen die door iedereen zijn afgedankt bij mij toch hun hart durven te openen en zelfs te huilen.

Door dit werk als straatpastor ben ik me ook wel heel bewust geworden van de kwetsbaarheid van ons als mens. Je kunt de illusie hebben dat je het allemaal goed voor elkaar hebt, dat je leven veilig en prettig is, maar dat bouwwerk kan maar zo in duigen vallen.

Welk gebed of bijbeltekst is je lief?
Dat moet toch wel de uitspraak van Jezus zijn: ‘Wat je aan de minste van mijn broeders
hebt gedaan, heb je aan mij gedaan.’ Ik ben onder de indruk van de totale identificatie van Jezus met de mensen aan de onderkant. In mijn opleiding heb ik natuurlijk alles geleerd over ‘professionele distantie’, nu kijk ik daar anders tegen aan. Je kunt echt naast mensen gaan staan, zonder je professionaliteit te verliezen en je grenzen te overschrijden. Behalve dan als ik weer eens een dakloze meeneem naar de C&A  om voor hem een nieuwe broek te kopen. Maar ach, door dit werk wordt je hart beroerd en dat moet ook.’

Michel Peters

Zie ook

Belijdenis zit vol commitment
28 maart 2018

Belijdenis zit vol commitment

Op Palmzondag 1981 deed Karel van Dam belijdenis in de remonstrantse kerk van Bussum. Dat is inmiddels zo’n zevenendertig jaar geleden. Wat sprak hij toen uit? Kwam daarmee zijn groei in het geloof tot voltooiing of was het een begin van een verdere ontwikkeling? Peter Korver deed gelijk met hem zijn belijdenis en legt hem nu deze twee – en andere – vragen voor… Lees verder

Redactioneel: Groei en bloei
28 maart 2018

Redactioneel: Groei en bloei

‘Aan alle sectarisme vreemd stellen wij ons voor door de uitgave van ons Tijdschrift het gemeenschapsbewustzijn te wekken en de overtuiging, dat een genootschap als het onze in deze dagen.. Lees verder