De vreemdeling als brenger van geluk. Recensie boek Christa Anbeek

De vreemdeling als brenger van geluk. Recensie boek Christa Anbeek

Foto: Georgie Pauwels

In haar nieuwste boek Voor Joseph en zijn broer beschrijft Christa Anbeek hoe in haar familie het ‘hunkeren naar de dood’ al bij haar grootmoeder begon, hoe twee van haar kinderen, Christa’s vader, haar tante en tenslotte ook haar broer vroegtijdig zelf hun leven beëindigden. Zij stelt zich de vraag: ‘hoe krijg ik de sombere lijn, die al drie generaties aanhoudt, omgebogen?’ Een vraag, nog dringender geworden nu zij zelf een kleinkind heeft dat binnenkort ook nog een broertje krijgt. ‘Hoe zorg ik ervoor dat plezier in het bestaan de overhand krijgt?’ Maar als zij in een nieuw boek kritische kanttekeningen wil plaatsen bij het idealiseren van de zelfgekozen dood, krijgt zij een writer’s block. Zij voelt zich door de suïcide van haar vader en die van haar broer ‘onteigend aan mezelf’. ‘Het lijkt me onmogelijk die ervaringen definitief achter me te laten en een andere koers te varen’.

Deze contrastervaringen zijn het uitgangspunt van haar denken geworden. Zij vormen tevens de rode draad in haar boeken en andere publicaties. Het zijn ontregelende, openbrekende ervaringen die de bekende werkelijkheid overstijgen. Soms zetten zij het bestaan ‘behoorlijk op z’n kop’, soms leiden zij tot vreugde, verwondering, dankbaarheid. Dat laatste gebeurt wanneer Christa’s dochter in verwachting is. ‘Zij gaat mijn beslissing van dertig jaar geleden doorgeven om tegen de meesleurende stroom van de zelfgekozen dood in te kiezen voor het leven’. De geboorte van ‘de vreemdeling’ (hij is een zoontje van een Filipijnse vader) verloopt heel voorspoedig, ‘hij is een kleine boeddha, een geluksbrenger’. Sinds ‘de vreemdeling’ er is, ervaart Christa dat de wereld goed is. ‘Een wereld waarin je als kind kunt spelen en veilig bent, beschermd wordt, zodat je tot bloei komt en van betekenis kunt zijn’.

Helen en spelen

Maar hoe kan zij deze ervaringen integreren in haar levensvisie, in haar ‘theologie van de kwetsbaarheid? Zij gaat bij geestverwanten te rade en vindt bij feministische theologen ‘kritische en ongebruikelijke visies over het vreemde en ontregelende’. Het gaat daar niet langer om theologische concepten, maar om helende praktijken. Door dat laatste voelt Christa zich aangesproken: ‘Ook ik wil deel uitmaken van die helende praktijken en overvloedige hoop! Dwars door de verschillen heen elkaar ondersteunen, met elkaar spelen, lachen en tegen de stroom in iets nieuws creëren’.

Bij dat laatste blijkt het spel goede diensten te kunnen bewijzen. Religie en spel kenmerken zich beide door het ‘doen alsof’, te midden van deze werkelijkheid een andere werkelijkheid creëren. Spel kenmerkt zich door heilige ernst (Johan Huizinga, Homo ludens). De spelwereld tilt ons op uit het echte leven, maar raakt ook de bittere realiteit aan. Vormt fantasie de basis voor verandering? Is het mogelijk om in plaats van zelfaversie een minimale conversie te bewerkstelligen in de richting van een andere versie van onszelf? ‘Hoe kan ik opnieuw kopje-ondergaan in het verrukkelijke, adembenemende, onstuimige, en dan weer windstille, eindeloos uitgestrekte avontuur van leven?’ Het is haar kleinzoon die nu voor een doorbraak zorgt: ‘de vreemdeling’ lacht naar haar en verleidt om mee te lachen.

Ban verbroken

Christa’s leven komt tot een keerpunt. Drie generaties speelt de zelfgekozen dood een verwoestende rol in haar familie. Inmiddels staat zij zelf bovenaan drie generaties: zijzelf, haar dochter en kleinzoon. ‘Als ik volhoud en mijn leven gewoon uitleef is de ban verbroken.’

Door te gaan werken als geestelijk verzorger in een psychiatrische inrichting wil Christa ontdekken hoe mensen opnieuw een weg vinden voor wie de vanzelfsprekendheid van het leven danig door elkaar geschud is. Ze zet gespreksgroepen op waarin patiënten vertellen over hun levensloop. Het wordt een soort spel: een dialoogspel, met onderling vastgestelde regels. Belangrijke ervaringen worden met elkaar gedeeld, omdat je ervan overtuigd bent dat dat ons menselijk maakt.

Deze werkzaamheden helpen Christa haar leven op orde te krijgen. Maar als haar vriend in de Spaanse Pyreneeën aan een hartaanval bezwijkt, dreigt haar wereld in te storten. Zij herneemt zich en schrijft het boek Overlevingskunst. Zij verruilt de wereld van de psychiatrie voor de Universiteit van Humanistiek. Hier bouwt zij verder aan haar dialoogspel over contrastervaringen. Opnieuw laat zij zien hoe het dialoogspel draait om de vraag hoe we vanuit de ontregeling, chaos en verbijstering een nieuwe, betekenisvolle wereld kunnen binnengaan. Veel meer pretenties heeft het spel niet. Er valt ook niet te bewijzen dat het spel tot concrete resultaten leidt. Het moet telkens opnieuw gespeeld worden. Tijdelijk geeft het een nieuwe oriëntatie op de werkelijkheid, maar nooit definitief. We hebben elkaar en onze uitwisseling voortdurend nodig om niet opnieuw in het donker te verdwalen.

In de Epiloog krijgt ‘de vreemdeling’ een naam: Joseph. Nu zijn broer op komst is, lijkt de omslag in het voelen en denken van Christa door te breken. Is de sombere lijn, die al drie generaties in haar familie aanhield, nu omgebogen? Wat daarvan zij, het dialoogspel biedt een handreiking om te komen van wie wij zijn naar wie wij willen zijn.

Lappendeken

Tenslotte: de ondertitel van het boek geeft duidelijker weer waar het over gaat dan de titel. Het blijft raadselachtig waarom Christa haar kleinzoon aanhoudend ‘de vreemdeling’ noemt. Waarom blijkt hij tenslotte ‘Joseph’ te heten? Een verwijzing naar de Bijbel ontbreekt, al wordt wel een citaat uit Jozef en zijn broers van Thomas Mann als motto meegeven. Maar het citaat functioneert niet. Helaas moet ik constateren dat het boek meer weg heeft van een lappendeken, soms zelfs van een omgevallen boekenkast, dan van een evenwichtig betoog of een coherent verhaal. De aard van het onderwerp brengt dit wellicht met zich mee. Ondanks deze bezwaren is ook dit boek van Christa Anbeek een moedige en respectabele prestatie, waar zij ongetwijfeld velen mee zal weten te bereiken.

Eric Cossee
Emeritus remonstrants predikant te Rotterdam

Zie ook

Intussen in Dordt (2)
3 oktober 2018

Intussen in Dordt (2)

Op 13 november is het vierhonderd jaar geleden dat de Nationale Synode van Dordrecht werd geopend. Tijdens deze kerkvergadering werd de ‘rekkelijke’ opvatting van het protestantisme, zoals die door de Remonstranten werd verdedigd, veroordeeld en werden de Remonstranten uit de ‘vaderlandse kerk’ verjaagd. Waarom gebeurde dat tijdens een Nationale Synode?.. Lees verder

Opnieuw leren spelen. Interview met Christa Anbeek
6 november 2018

Opnieuw leren spelen. Interview met Christa Anbeek

Het ei is gelegd. Het nieuwe boek van Christa Anbeek, Voor Joseph en zijn broer. Van Overleven naar spelen en andere zaken van ultiem belang ligt in de winkel. Michel Peters prak met haar over vorm en inhoud… Lees verder