Foeke Knoppers filosofeert over hoop als de macht van de toekomst. ‘Elk nieuw begin heeft immers net als de vrijheid die er de vooronderstelling van is, iets uitnodigends. Aan degene die er ontvankelijk voor is, deelt zich een macht mee. Je zou die macht de macht van de toekomst kunnen noemen die in dat nieuwe begin besloten ligt. Die macht noemen wij hoop’.

De verrassing is, naar het woord van de Engelse schrijver C.K. Chesterton (1874-1936), de grootste vreugde van ons leven: iemand komt bijvoorbeeld onaangekondigd in ons leven en de ontmoeting met hem of haar ervaren wij als een belofte, als iets dat toekomst heeft, met andere woorden als iets dat ons vervult met hoop. Dat is toch wat je in de eerste plaats van de hoop zou moeten zeggen namelijk dat zij in ons gewekt wordt door wat ons overkomt, als iets dat wij als een belofte, als een nieuw begin ervaren. Met wat in ons gewekt is willen wij zo zorgvuldig mogelijk omgaan, opdat het zich zal blijven laten gelden in ons leven. Dat is wel het minste waartoe wij ons verplicht zullen voelen. In de christelijke spiritualiteit is het klassieke woord voor deze houding volharding. Volharding is een inspanning waartoe wij graag bereid zijn omdat wij niet willen dat we door nalatigheid of nonchalance verliezen wat ons als een belofte geschonken werd.

Ultieme vrijheid

Elk nieuw begin heeft iets sprankelends en verrassends. Ervaren wij het zelf niet als een wonder als het ons lukt zelf een nieuw begin te maken? De vrijheid om dat te doen ervaren wij als iets dat ons geschonken wordt. Die vrijheid maakt het ons mogelijk niet langer in de ban te zijn van wat ons belette een nieuw begin te maken. Er is veel dat ons kan verhinderen om dat te doen: het verleden dat ons zó bindt dat het ons niet lukt om ons ervan los te maken of de toekomst die ons met zoveel zorgen vervult, dat zij ons verlamt.  Het is een vrijheid die vat op ons krijgt en die ons in staat stelt initiatieven te nemen of verrassende dingen te doen zoals het toekeren van de linkerwang als wij op de rechter worden geslagen of het vergeven van een ander die ons iets aandeed of onthield.

De macht van de toekomst

Soms krijgt die vrijheid vat op ons als wij haar bij een ander waarnemen. Als wij dat doen verliezen immers de vele wijzen waarop wij gebonden meenden te zijn hun vanzelfsprekendheid. De vrijheid waar de ander in staat, ervaren wij als een uitnodiging om onze eigen onvrijheid achter ons te laten. Elk nieuw begin heeft immers net als de vrijheid die er de vooronderstelling van is, iets uitnodigends. Aan degene die er ontvankelijk voor is, deelt zich een macht mee. Je zou die macht de macht van de toekomst kunnen noemen die in dat nieuwe begin besloten ligt. Die macht noemen wij hoop. Zij tilt je uit boven een in zichzelf opgesloten bestaan en opent je de ogen voor het feit dat, in tegenstelling tot wat je dacht, er nog altijd ruimte in je leven is voor de verrassing.


Verrassingen brengen je leven in beweging, ja zelfs in een stroomversnelling want ras in het woord verrassing is een oud-Nederlands woord voor snel. Ik heb het altijd zo’n aardig detail gevonden in het kerstevangelie, zoals Lucas ons dat heeft overgeleverd, dat de herders nadat zij de boodschap van de geboorte van Jezus hebben gehoord meteen op weg gaan.

We kunnen misschien wel begrijpen waarom in de bijbel Gods lof vooral gezongen wordt vanwege zijn vermogen een begin te maken. In de profetieën van Jesaja wordt God op de volgende wijze sprekend ingevoerd: ‘Blijf niet staren bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden nu rusten. Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het- heb je het nog niet gemerkt?’ (Jesaja 43: 18 en 19). Wie het nieuwe begin waarneemt, kan de macht ervan ervaren als een uitnodiging om mee te doen en in beweging te komen. Geen toeschouwer blijven maar meedoen. Daar lijkt het om begonnen te zijn. Dat geldt ook voor het nieuwe begin dat wij  evangelie noemen. Iemand heeft eens gezegd dat dit samengevat zou kunnen worden in het ene woordje Kom. Wie aan die uitnodiging gehoor geeft, zal de macht van de toekomst die erin besloten ligt ervaren.


Vrucht dragen

In één van zijn brieven aan zijn broer Theo schrijft Vincent van Gogh: ‘Gij zegt: ‘laat ons hopen op betere tijden’. Zie, dat is een van de dingen waar men mee moet oppassen m.i. Hoop hebben op betere tijden moet niet een gevoel zijn, maar een iets doen in het heden. (…) Juist omdat ik de hoop op betere tijden levendig in mij voelde, bleef ik er met alle kracht me inwerpen – in ’t werk van ’t heden.’

Ik heb dat altijd een mooie omschrijving gevonden van hopen: hopen is ‘een doen in het heden’. Hopen is een kwaliteit van de dingen die wij doen. Wat wij doen, doen wij toch omdat wij hopen dat zij vrucht zullen dragen of met andere woorden toekomst zullen hebben? Wat ik hoop? Wel, kijk naar de dingen die ik doe.

Foeke Knoppers
Remonstrants emeritus-predikant

Zie ook

Diepere bron van kracht
22 december 2022

Diepere bron van kracht

Voor predikant Antje van der Hoek is hoop iets anders dan optimisme. Hoop is de kwaliteit van de ziel, de zekerheid dat iets zinvol is, afgezien van de afloop, het resultaat… Lees verder

Kerkgebouwen als plaatsen van hoop
22 december 2022

Kerkgebouwen als plaatsen van hoop

Elza Kuijk vindt hoop in de schilderingen, het houtsnijwerk en de fratskoppen in een kerk. Ze getuigen van een lange geschiedenis van hoop en wanhoop ervaren door generaties voor ons… Lees verder