Het zwaard omsmeden. De beoefening van iaido.

Het zwaard omsmeden. De beoefening van iaido.

Florus Kruijne beoefent de Japanse zwaarvechtkunst laido. Geen oefening in gewelddadig handelen (meer) – dat past niet bij hem -, maar een spirituele kunst.

Misschien wel een beetje gek om als je gewelddadigheid niet wilt cultiveren, zoals ik, toch een vechtkunst beoefent en wel Iaido. Het is de kunst van het hanteren van het Japanse samoeraizwaard. En staat op één lijn met andere Japanse martiale kunsten zoals het overbekende judo en het iets minder bekende aikido en kyudo (boogschieten).

Pasgeleden zag ik in een vitrine van een oorlogsmuseum in Zeeland een paar van die samoeraizwaarden liggen, als oorlogsbuit. De Japanse officieren moesten aan het eind van de Tweede Wereldoorlog massaal hun ceremoniële zwaarden inleveren.

Zwaard en geest worden één

Er is een tijd geweest in de Japanse geschiedenis van betrekkelijke rust en vrede (17e tot de 20e eeuw) waarin de krijgskunde (waaronder het zwaardvechten) die daadwerkelijk was toegepast in talloze bloedige oorlogen, werd omgebogen naar een spirituele kunst. Er vond een transitie plaats van ‘zelfverdediging’ naar ‘zelfontwikkeling’. In die vreedzame periode hielden de samoerai (de krijgerskaste) zich ook bezig met kunst, filosofie, meditatie en religie. Krijgskunde werd een spirituele weg, mede onder invloed van het zenboeddhisme.

Het ging niet meer om het doden of verwonden van een tegenstander, maar om het zwaard zo te hanteren bij een imaginaire aanval dat lichaam zwaard en geest één worden. Dat is een heel ander verhaal. Weliswaar is een voorgeschreven reactie op een aanval super efficiënt en als het een echte aanval zou zijn, zeer doeltreffend, maar sinds die vreedzame periode, vecht je dus niet met een ander maar  met jezelf.

Een lege, aandachtige geest

Eerst leer je de techniek. Er zijn 12 welomschreven reacties in 12 verschillende situaties (aanval van voren, van opzij, van achteren, van 2 kanten etc.), de zogenaamde ‘kata’s’ (vormen), die je eindeloos oefent. Het is net als piano leren spelen. Je oefent alsmaar toonladders, akkoorden en études om op een gegeven moment muziek te laten klinken. Zoals muziek kan opkomen uit de stilte, komen de bewegingen van de Iai-beoefenaar op uit roerloosheid, een lege en aandachtige geest.

Als een ‘zwaardvechter’ er goed inzit bij een uitvoering, dan neemt hij of zij de toeschouwers mee in een diepe stilte. Je hoort alleen het zoeven van het zwaard. Bovendien krijg je het gevoel dat er een écht gevecht wordt geleverd, op leven en dood, ook al is de tegenstander denkbeeldig. Als de bewegingen kloppen komt ‘schoonheid’ ook om de hoek kijken. Het is mooi om te zien.

Jezelf tegen komen

Het Japanse zwaardvechten heeft dus een ontwikkeling doorgemaakt van vechten naar een spirituele weg middels het zwaard. Van zwaarden naar ‘ploegscharen’ zoals het bijbelse beeld is (Jesaja 2: 4). Alleen bij de Japanners bleef het zwaard een zwaard, maar werd het anders gehanteerd. Er werd niemand meer gedood of verwond.

In de bewegingen kom je vooral jezelf tegen, je prestatiedrang, je krampachtigheid, gespannenheid, je angsten en je ‘kleine alledaagse ik’. En je bent op zoek naar een meer ontspannen, natuurlijke manier van bewegen die tegelijk de scherpte heeft van een wakkere en doeltreffende reactie.

Het doen omkeren van agressie

In de Westerse context is van de Japanse martiale kunst weer een vechtsport gemaakt. Kijk maar naar het huidige judo: vooral kracht- en techniektraining, een heel gedoe om elkaar alleen al vast te pakken, fanatisme, krampachtig willen winnen etc. Niet om aan te zien. Het staat veraf van de souplesse en de geestelijke houding waarmee judo werd geïntroduceerd door Jigoro Kano in 1882. Essentie van judo en ook van aikido is het doen omkeren van de agressie van de ander tegen hemzelf, op een zachte, soepele manier zonder elkaar dus bont en blauw te hoeven slaan zoals gebruikelijk was.

In de musische kunsten komt er een moment dat mét alle technische vaardigheden en training, er echte muziek klinkt door overgave en ‘het’ laten gebeuren. De uitvoerend musicus, het instrument en de muziek worden een geheel. Zo ook met de martiale kunsten. Een bekend voorbeeld is het boogschieten (kyudo). De pijl treft doel. ‘Het’ heeft geschoten. Het per se in de roos willen schieten en daaraan gekoppeld de angst om te missen zijn verdwenen. De geest was leeg van zichzelf en één met boog, pijl en doel.

Het gebeurt ‘aan hem’

Ook in voetbal en in alle sporten eigenlijk kan zoiets gebeuren. In de kwartfinale van het WK voetbal in 1998 maakte Dennis Bergkamp een winnend goal tegen Argentinië. Alles klopte. Technische beheersing werd in een paar seconden opgetild naar kunst. Bergkamp dacht niet meer na. Hij was één met de bal. Het gebeurde bijna aan hem. Zo’n moment vergeet je nooit meer.

En zo trainen en ploeteren we nog een poosje voort, in mijn geval met Iaido. Op 12 juni j.l. deed ik examen voor de 3e Dan. Ik ben nu een gevorderde beginneling. Als u wilt zien hoe Iaido eruit ziet, even googelen naar ‘Iaido’ en videos.

Het ‘omsmeden’ van een dodelijke zwaard in een instrument op een spiritueel pad is een vorm van echte beschaving.

Florus Kruyne
remonstrants emeritus-predikant

Zie ook

De vergetelheid: 1948 – Wereldraad van Kerken
12 oktober 2022

De vergetelheid: 1948 – Wereldraad van Kerken

Als u dit leest is de 11e Assemblée van de Wereldraad van Kerken in Karlsruhe voorbij. Ds. Kim Magnée – de Berg en ds. Rachelle van Andel vertegenwoordigen de Remonstranten.. Lees verder

We communiceren gewelddadig omdat we machteloos zijn
12 oktober 2022

We communiceren gewelddadig omdat we machteloos zijn

Jaap Marinus volgde cursussen geweldloze communicatie en deelt met ons de inzichten die hij daaruit opdeed. Al voor de oorlog in Oekraïne werden we bestookt met nieuws over geweld. Dichtbij.. Lees verder