Meer ‘kathedraaldenken’ nodig

Meer ‘kathedraaldenken’ nodig

In 2021 wijdde remonstrants predikant Antje van der Hoek haar studieverlof aan een onderwerp dat al langer haar belangstelling heeft: de natuur als bron van christelijke spiritualiteit. Ze schreef er een essay over met de titel ‘Terug naar Alta’. Hierin gaat ze in op de medeplichtigheid van het christendom aan de huidige ecologische crisis. Maar meer nog gaat ze op zoek naar verhalen en stromingen binnen de christelijke traditie die ons kunnen inspireren tot een groenere leefwijze. Rachel Adriaanse ging met haar in gesprek.

Gezeten in haar werkkamer en voorzien van thee met koek, steekt Antje van der Hoek direct van wal. ‘Het groene thema gaat al langer met mij mee. Ik groeide op in Zeist, waar een grote antroposofische gemeenschap woont. Antroposofen zijn zich sterk bewust van de aarde en van het ritme van de seizoenen. Ik herinner me ook dat ik als jong meisje al ontzag had voor de natuur. Mijn oma woonde in Den Haag en, wanneer ik daar logeerde, was ik soms bang voor overstromingen. Ik had de verhalen gehoord over de watersnoodramp in 1953 en het drong tot me door dat de natuur mensen ook kan bedreigen. Wat later begon ik mij bewust te worden van de eindigheid van onze natuurlijke hulpbronnen door wat mijn ouders mij vertelden over het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome (1972).  Wereldwijd zorgde dit rapport voor een eerste ‘milieubewustzijn’. Ik herinner mij als tiener en student vele gesprekken daarover met mijn vader. Hij vond dat we veel soberder zouden moeten leven. Daarbij wist hij zich geïnspireerd door de Nieuwe Levensstijl, een kerkelijke beweging die voorafging aan het Conciliair Proces van Vrede, Gerechtigheid en Heelheid van de schepping eind jaren ‘80. Veel later, in 2009 redigeerde ik met mijn Haagse voorgangster Marina Slootmans de remonstrantse uitgave Zolang er mensen zijn op aarde, reflecties op de relatie tussen natuur en geloof. Daarin ging het onder meer over de spiritualiteit van het Zonnelied van Franciscus van Assissi, over Hammarskjölds Merkstenen en natuurlyriek in gedichten van Ida Gerhardt’.

Contrastervaring

De keuze voor een onderzoek naar groene theologie kwam dus niet uit de lucht vallen. Maarer was wel een bijzonder momentum. ‘In de zomer van 2019, op vakantie in Noorwegen, belandde ik met mijn gezin in Alta, de meest noordelijke stad van dat land. We bezochten er de Noorderlichtkathedraal. De buitenkant, uit titanium gemaakt, reflecteert het poollicht dat in deze contreien ‘s winters de luchten kleurt. Binnenin de kathedraal wordt een Christusfiguur van bovenaf door het noordelijke licht beschenen. Het was een onvergetelijke sensatie. Daardoor was ook de plaatsnaam mij bijgebleven toen in juni van het daaropvolgende jaar een bericht in de media verscheen. Er was een aardverschuiving geweest waarbij een deel van de kust bij Alta met huizen en al in zee verdween. Dooiende permafrost was de oorzaak. Het was wat je, met Christa Anbeek, een ‘contrastervaring’ kunt noemen. Maar dan in ruimere zin. Niet alleen wij ménsen zijn kwetsbare, onderling afhankelijke wezens, maar ook de natuurlijke leefwereld is, als gevolg van ons doen en laten, broos geworden. Daar, bij Alta, kreeg dat inzicht plotseling een gezicht’.

Dit alles bepaalt ons volgens Van der Hoek opnieuw bij de vraag hoe we ons tot deze klimaatcrisis, vanuit onze specifieke traditie, verhouden. ‘Maar eenvoudig is dit niet. Al in 1967 stelde de Amerikaanse historicus Lynn White dat het christendom medeschuldig is aan de ecologische crisis. Omdat het Westerse christendom de mens tot heerser van de schepping maakte, in plaats van onderdeel ervan. Ook wees White op de lineaire tijdsopvatting in de bijbel als bron van vooruitgangsgeloof. Die opvattingen werkten, volgens hem, vervolgens door in de houding van Westerse wetenschap en technologie ten aanzien van de natuur. Op die aanklacht is later terechte kritiek gekomen. Maar het blijft een feit dat het Westerse christendom een bepaalde medeverantwoordelijkheid heeft aan theologische opvattingen die mensen als heersers boven de natuur plaatsen en de natuur reduceren tot materiaal voor menselijke vooruitgang.

Maar het let nauw! Sommige andere christelijke tradities hebben natuurvriendelijker visies. Zoals het Oosters orthodoxe christendom, waarin de wereld als icoon, als sacrament van God, wordt gezien. Of, dichterbij, het Keltisch christendom, waarin de schepping wordt gezien als Gods lichaam’.

Groene spiritualiteit

Veel theologen beschouwen de zorg voor de natuur vandaag de dag echter juist als bij uitstek christelijk. De natuur bewaren en onderhouden is volgens hen een centrale opdracht. Antje van der Hoek voelt zich verwant met de theologe Trees van Montfoort, die in 2019 het prijswinnende boek Groene Theologie uitbracht. Van Montfoort benadrukt dat in de bijbel niet de mens centraal staat, maar Gods liefde voor de hele schepping. ‘Dat boek doordrong mij van het inzicht dat het daar niet alleen over God en de mens gaat, maar over God en álle leven. We kunnen ons daardoor laten inspireren. Zo oefenen we in een belangeloze blik en een houding van aandacht voor onze directe leefwereld. Waardoor we ons weer verbonden voelen met de dieren en planten om ons heen’.

Inmiddels heeft ze een grote stapel boeken klaargelegd die haar inspireerden bij haar onderzoek. Het valt me op dat deze bijna allemaal zijn geschreven door vrouwelijke auteurs. Is groene theologie vooral een vrouwenaangelegenheid? ‘Ik beschouw mijzelf niet direct als een feministisch theologe. Maar stel wel vast dat de (Westerse) theologie eeuwenlang voornamelijk een mannenzaak was. Met een sterke scheiding tussen materie en geest. Groene vormen van spiritualiteit leggen meer nadruk op de verwevenheid daarvan. Op het cyclische van het leven, verbinding, gevoel en beleving’. Is dat typisch vrouwelijk?  ‘Nee, dat lijkt me te kort door de bocht.  De heiligheid van het aardse is een zaak van iedereen, zowel vrouwen als mannen. Wat dat betreft is de encycliek Laudato Si uit 2015 van paus Franciscus een inspirerend voorbeeld. Net als voor Lynn White is zijn middeleeuwse naamgenoot voor hem inspiratiebron bij uitstek voor een inclusievere omgang met onze leefwereld. In zijn Zonnelied vertolkt Franciscus van Assisi een democratische zienswijze, waarin hemellichamen, elementen en schepselen elkaars broers en zussen zijn en Gods lof zingen’.

Optimistisch mensbeeld

Nu naar de Remonstranten. In haar essay schrijft Van der Hoek dat remonstranten doorgaans een optimistische kijk hebben op de mens. Zij gruwen van de gedachte dat de mens onbekwaam zou zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, zoals de Heidelbergse Catechismus uit 1563 het formuleert. En terecht!  Ik vraag haar, of remonstranten niet té optimistisch zijn, met name in relatie tot de huidige, door de mens veroorzaakte milieuproblemen? ‘Een al te optimistisch mensbeeld werd al eerder gecorrigeerd, naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. Dit gebeurde in het zogeheten rechtsmodernisme door remonstrantse theologen als G.J. Heering (1879 – 1955) en K.H. Roessingh (1927 – 1982). In het licht van die barbarij werden er belangrijke kanttekeningen gemaakt bij een al te optimistisch mensbeeld. Die mens is immers ook tot veel vreselijks in staat. We zien dat op dit moment opnieuw met de brute invasie van Oekraïne. In het licht van het Antropoceen, dat door de mens beïnvloede geologische tijdvak waarin we zijn beland, zou het ook goed zijn om opnieuw naar onze christelijk-humanistische traditie te kijken. Hoe kun je vanuit die traditie de soevereiniteit van de aarde erkennen, zonder de mens vrijheid en autonomie te ontnemen?

Maar dan gaat het vooral om studieuze reflectie. Daarnaast gaat het om het verder verdiepen van ecologisch bewustzijn en streven naar gedragsverandering. Vorig jaar oktober was er een remonstrantse, diaconale klimaatdag, – Don’t look up!-, in de Utrechtse Geertekerk. Dat was een belangrijk initiatief dat hopelijk nog een vervolg krijgt. Remonstranten hoeven dit overigens niet op hun eentje te doen. In oecumenisch verband gebeurt er op dit gebied al veel, zoals bijvoorbeeld in Den Haag’. 

Redenen voor hoop

Tenslotte vraag ik haar waar zij haar eigen hoop en vertrouwen uit put. ‘Iemand die mij erg inspireert is Jane Goodall, de primatologe die zich intensief inzet voor natuurbehoud. Goodall wijst op vier redenen voor hoop. Er is hoop als mensen hun intellect op een wijze manier gebruiken, wanneer hoofd en hart samenwerken en zo onze verbinding met de natuurlijke wereld proberen te herstellen. Er schuilt, volgens Goodall, ook hoop in de veerkracht van de natuur zélf. Een prachtig voorbeeld daarvan is de Survivor Tree bij de gedenkplaats voor 9/11 in New York. De boom die bij die de aanslag ernstig gehavend werd, maar nu weer jaarlijks in bloei staat. Evenals twee bomen in Nagasaki die de atoombom in 1945 overleefden en iedere lente weer nieuwe blaadjes laten zien. Hoop ontleent zij ook aan jongere generaties, die zich inzetten voor haar natuurprogramma’s. En aan de menselijke geest die tegenslag en obstakels overwint.’

Hoop is iets anders dan optimisme

‘Daarnaast vind ik ook de gedachten van de Brits-Australische publieksfilosoof Roman Krznaric heel boeiend. Centraal bij hem staat de vraag hoe je een goede voorouder kunt worden. Hoe je je kunt bevrijden van denken op korte termijn ten gunste van denken op lange termijn. Hij spreekt in dit verband over kathedraaldenken. De bouwers van middeleeuwse kathedralen dachten over hun eigen leef-tijd heen naar de toekomst. Ze bouwden voor ‘de glorie Gods’. Met onze verbeeldingskracht kunnen we ons langetermijndenken prikkelen. Leren denken in boomtijd, als erflaters, kortom als een goede voorouder die volgende generaties ook een goed leven op een bewoonbare aarde gunt.
Hier zie ik nadrukkelijk ook een religieus motief: in het overstijgen van het ego, transcendentie over de eigen beperkte levensduur heen. En natuurlijk put ik hoop uit de inzet van jonge mensen die dit prangende onderwerp agenderen, zoals Gretha Thunberg en de aanhangers van Extinction Rebellion.’

Hoop is echter iets anders dan optimisme. Wat dat betreft sluit ik me graag aan bij woorden van een anonieme dichter, die zich liet inspireren door de Tsjechische politicus en schrijver Vaclav Havel:

Hoop is niet hetzelfde als optimisme,
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
ongeacht de afloop, het resultaat.

Rachel Adriaanse

Wie is Antje van der Hoek?

Antje van der Hoek (1961) is sinds februari 2017 werkzaam bij de remonstrantse gemeente Den Haag. Daarvoor was zij predikant in Dordrecht en Haarlem.
In 1994 schreef zij een proefschrift over de godsdienstgeschiedenis van protestantse en islamitische Molukkers in Nederland. Zij ziet het als een inspirerende uitdaging om, samen met anderen, de spirituele rijkdom van de christelijke traditie te vertalen naar de wereld van vandaag.

Zie ook

Seksisme is wel een groot probleem bij de Remonstranten
27 oktober 2021

Seksisme is wel een groot probleem bij de Remonstranten

De eindredacteur stuurde per abuis de concepttekst van de paneldiscussie ter goedkeuring naar predikant Rachelle van Andel, in plaats van naar panellid Rachel Adriaanse. Rachelle van Andel stuurde wel meteen een inhoudelijke reactie terug… Lees verder

Favoriete paasmuziek
21 april 2022

Favoriete paasmuziek

Het Halleluja! Mijn vader zette het na de nachtmis altijd op en goed hard ook, terwijl mijn moeder bouillon en worstenbroodjes opwarmde: zie daar de tradities van een verlopen katholiek gezin. Later hebben we wel geprobeerd het vierstemmig te zingen: dikke pret, maar muzikaal niet om aan te horen. Maar toch: mijn eerste associatie met Pasen is het Halleluja van Händel… Lees verder