Redactielid Geertrui Meinema werkt als leerkracht in het basisonderwijs. Zij schrijft in AdRem geregeld over haar ervaringen en over bijzondere gebeurtenissen op school en in de klas.
Een nieuwe leerling halverwege het jaar: leuk! Ik ben altijd benieuwd hoe zo’n kind instroomt en zijn of haar plekje in de groep vindt. De groep is al gevormd; vriendschappen gesloten. Het woord gesloten zegt het al, waar is er plek? Toch loopt het vaak ook wel soepel; kinderen zijn bereid op te schikken, vinden het leuk om een ander wegwijs te maken.
Mijn nieuwe leerling heet Paul. De eerste dag houd ik hem dichtbij me. Op de tweede dag koppel ik Felix aan hem, een sociale jongen, die makkelijk contact maakt. En om hem wegwijs te maken neemt Felix Paul mee voor een rondje door de school, samen met een juf. Waar zit welke klas? Waar kun je spelen? En wie zijn alle andere juffen en meesters die je tegen kunt komen? Paul ziet het allemaal aan, knikt, fluistert zijn naam, maar laat zich nog niet verleiden tot veel meer interactie dan dat. En ook de dagen erna blijft hij heel stil. In de pauzes zie ik hem vaak van een afstandje kijken naar wat de anderen doen.
Ik maak met zijn moeder een afspraak voor een kennismakingsgesprek. Dat gesprek doen we altijd thuis. Kinderen vinden het vaak leuk om hun kamer te laten zien en je krijgt op deze manier enige kijk op het gezin dat bij dit kind hoort. Paul staat erbij, als ik de afspraak maak en trekt zijn moeder dringend aan haar mouw: mam, mam…! Moeder negeert hem. Ik ben geïntrigeerd. Wat is er zo dringend? Maar moeder rondt af en vertrekt. In de gang hoor ik Paul zeggen: ‘…niet thuis hoor! Dat wil ik niet.’
De week erna rond ik de werkdag tijdig af en fiets naar het onbekende adres van Paul. Moeder doet open. Paul is nergens in beeld en ze neemt me mee naar een woonkeuken. Thee op tafel. Dan vliegt er in de gang een deur open en hoor ik opeens een mannenstem bulderen van het lachen, terwijl Pauls kinderstem er tussendoor klinkt. Paul vertelt breeduit over de schooldag aan deze ongeziene manspersoon en weet van elk detail van de dag een goed verhaal te maken. En zelfs als het niet grappig is, voegen ze samen wat toe om het grappig te maken.
Moeder en ik vallen stil en genieten samen even van de pret in de andere kamer. Ik kijk haar vragend aan. Dan vertelt ze opeens struikelend over haar woorden: ‘Pauls vader is ziek. Kanker. We zijn hierheen verhuisd om dichter bij familie te zijn. Hij is nu in het ziekenhuis voor een nieuwe ronde chemo. Zijn broer, oom Olivier, is gekomen om ons straks naar het ziekenhuis te brengen; ik heb geen rijbewijs. Olivier en Paul…tja, ze zijn soulmates. Paul vindt het moeilijk om zijn vader zo ziek te zien en wilde om die reden dit gesprek liever niet thuis’.
Opeens kloppen de stille Paul van school en deze levendige blije Paul met elkaar. Ben benieuwd of we ze allebei op school gaan tegenkomen.
Geertrui Meinema – Linders
Het afgelopen jaar vierden we vierhonderd jaar Remonstranten. Dat is een ambivalent gegeven, want de vroegste Remonstranten vonden dat zij gewoon thuis hoorden in de grote protestantse kerk van ons vaderland… Lees verder
Wat doet een dominee nu eigenlijk de hele dag? In deze rubriek krijgt u daar een beeld van. Vandaag een inkijkje in het leven van de Utrechtse predikant Alleke Wieringa… Lees verder