Johan Goud schrijft een meditatie met de remonstrantse geloofsbelijdenis als uitgangspunt.
Met de titelwoorden boven dit stukje zijn velen nog altijd bekend en vertrouwd. Wie wel eens een doop heeft meegemaakt, weet dat die met deze woorden begon. Zoals één van de dierbaarste kinderliedjes inzette met het zinnetje ‘kinderen van één Vader, geeft elkaar de hand’. En zoals het bekendste christelijke gebed met de aanroeping ‘onze Vader’ opent. Ze zijn talloze keren herhaald, die woorden. Dat heeft ze tot een herinnering gemaakt die nog altijd een beetje warmte verspreidt.
Liturgie, gebed, zang – ze bieden denk ik een natuurlijke plaats voor intieme woorden als deze. Ze horen erin thuis, veel meer dan in een dogma dat blijvende zekerheid wil uitstralen – zoals dat van de drie-eenheid. Op zijn best is dat een hulpconstructie voor wie niet wil vergeten dat de drie woorden ‘Vader, Zoon en Heilige Geest’ bijeen horen. Ikzelf geef de voorkeur aan woorden die het mysterieuze onderstrepen: ‘de Eeuwige’ of ook ‘de Naam’ zoals hij op een wonderlijke bijbelplaats wordt vertolkt: DIE-ER-ZAL-ZIJN (Exodus 3: 14, Naardense vertaling). Zo simpel als dat, maar ook zo raadselachtig: nooit van tevoren gekend, geslachtloos, bovenpersoonlijk, een beroep doend op mensen die bereid zijn de Naam te heiligen.
De remonstrantse geloofsbelijdenis 2006 geeft op haar eigen manier uiting aan dat raadsel.
Wij geloven in God, de Eeuwige,
die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan,
die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst
en ons wenkt naar een toekomst van vrede.
Het wijzen van de weg en het wenken naar een toekomst toe zijn betrekkelijk concreet. Ze herinneren, denk ik, respectievelijk aan de Zoon en de Geest die in oude belijdenissen optraden. Maar het begint met die paradoxale verwijzing naar een raadselachtige grond die ondoorgrond is. Liefde, je kunt er zo vaak over spreken en zingen als je wilt, maar dat zij je basis is, kun je alleen maar hopen en geloven. Je wilt er iets over zeggen om niet alleen te hoeven zwijgen. Je wilt erop vertrouwen, omdat je je twijfel en je hopeloosheid niet het laatste woord gunt. Maar zekerheid heb je nooit.
Raadsel, dat is het woord. ’t Is veel meer dan alleen een opgave voor je intellect, al is het dat ook. Je hele bestaan is erin betrokken. Raadsels zijn er vele. Ze plaatsen je voor zwarte gaten van mogelijke zin en dreigende zinloosheid. Ze zijn onontwarbare knooppunten, die pas gaandeweg hun plaats kunnen krijgen en deel gaan uitmaken van je leven: dat je in het leven bent geworpen, dat je liefdes eindig zijn, dat het kwaad onbegrijpelijk is en je kwelt. En zoveel meer.
Het raadselwoord Eeuwige biedt geen oplossingen en ontwart die knooppunten niet, maar plaatst ze wel in een verband dat ze anders maakt. DIE-ER-ZAL-ZIJN is een naam als een liefdesverklaring, schreef Wim van der Zee. De Eeuwige biedt zich aan en wacht op ons. Ik zal er zijn– die liefdesverklaring is even riskant, even bedreigd als iedere andere liefdesverklaring, maar ook even vol van belofte.
Johan Goud
Of God de Vader mag worden afgebeeld en hoe, daarover zijn de meningen vroeger en nu verdeeld. Rianneke van der Houwen – Jelles, conservator voor het Nederlands protestantisme, neemt u.. Lees verder
We kondigden de Beraadsdag 2023 al aan in het vorige nummer van AdRem: op 22 april van 10.30 -16.30 uur kunnen we na lange tijd weer bij elkaar komen. Dan.. Lees verder