Kersvers redactielid Rachel Adriaanse kijkt terug op de relatie met haar hooggeleerde vader Han Adriaanse die tien jaar geleden overleed.
Lang geleden, ik was ergens in de twintig, maakte ik een huttentocht in de Franse Queyras. De groep werd begeleid door een vrouw die een studente van mijn vader bleek te zijn geweest. Toen ze erachter kwam dat ik zijn dochter was, flapte ze er spontaan uit: ‘goh, nooit gedacht dat die man kinderen zou hebben’.
Nee, mijn hooggeleerde vader was inderdaad niet echt handig met kinderen. En dat was hem blijkbaar aan te zien. De verzorging van zijn kroost liet hij grotendeels aan mijn moeder over. Aan ouderavonden en sportvelden bezoeken deed hij niet. Toch was hij op zijn eigen manier aanwezig en betrokken bij zijn jonge gezin. Voor het slapen gaan zong hij steevast ‘Kinderen van één Vader’ voor ons. Ik heb goede herinneringen aan de vroege ochtenden waarop we zwijgend een legpuzzel maakten, zo eentje van duizend stukjes met bergen en veel lucht. Een stil en vanzelfsprekend samenzijn, heel onvoorwaardelijk. Toen ik drie jaar oud was, leerde mijn vader mij in het Grieks tot tien tellen, wat natuurlijk een leuk kunstje was om aan bezoek te tonen. Ik leerde hoe ik mijn vader blij en trots kon maken. De lat lag daarbij bepaald niet laag.
Mijn vader was een echte leraar. Hij vertelde graag verhalen en las veel voor. Tijdens de zomervakantie, die doorgaans in de Oostenrijkse bergen werd doorgebracht, vertelde hij ons tijdens het lopen een spannend vervolgverhaal over boeven en rovers, waardoor we de inspanning helemaal vergaten. ’s Avonds na het eten las hij uit de bijbel voor, eerst de kinderbijbel en later uit de gewone, inclusief de geslachtsregisters. Ik ben doordrenkt met taal en verhalen. Met geloofstaal ook. Mijn vader had een enorm universum in zijn hoofd, een grote wijsgerige en literaire ruimte waarin ook nog een aparte hoek was ingeruimd voor muziek. Bepaald geen toegankelijk gebied voor zijn kinderen. Je zou mijn vader een “grote geest” kunnen noemen, die voor de meer praktische aspecten van het leven niet veel aanleg en interesse had. Dat was niet altijd makkelijk. Bij ons aan tafel werd veel over literatuur, muziek en andere hooggestemde onderwerpen gepraat, waarbij het meestal mijn broer was die het moedig tegen mijn vader opnam. Vaak werd er naar de Winkler Prins – die in de boekenkast naast de eettafel stond opgesteld -, gegrepen om de intellectuele strijd te beslechten. Ik schaamde me soms voor mijn vriendinnetjes dat wij het niet over gezellige huis-tuin-en-keukentrivialiteiten konden hebben, zoals ik dat bij hen thuis wel meemaakte.
Zomaar een vader-dochter relatie. Maar wel uniek in zijn soort, zoals elke relatie uniek is omdat er maar één van bestaat. Mijn vader was de eerste man in mijn leven en alleen daarom al voel ik me sterk met hem verbonden. Ik werd vernoemd naar de bijbelse Rachel enerzijds, en naar de Joodse filosofe Rahel Varnhagen anderzijds, geheel in de geest van mijn vader dus. Ik heb veel van hem gekregen, geleerd of misschien ook wel rechtstreeks geërfd. Taalgevoel bijvoorbeeld, graag lezen en graag schrijven. Een sterk moreel kompas. Maar ook die religieuze antenne, een ontvankelijkheid voor de religieuze ervaring. Een vrijzinnig en remonstrants hart.
Tegelijkertijd was die relatie ook altijd wat afstandelijk. Mijn vader liet zich moeilijk kennen, was introvert en gesloten. Hij was veel en graag aan het werk, in wat hij zijn studeerkamer noemde, boven in het huis. Hij had vaak moeite om af te dalen naar de alledaagsheid van het gewone leven. En hoewel ik heus wel wist dat hij veel van me hield, had ik vaak het gevoel tekort te schieten in zijn ogen en niet slim genoeg te zijn. Ik heb er een groot verlangen naar vaderlijke goedkeuring aan overgehouden, noem het gerust een vadercomplex. Soms vraag ik me af, of mijn geloof niet wortelt in datzelfde verlangen. Het verlangen naar een kennende en onvoorwaardelijk liefhebbende Vader. Op zulke momenten mis ik hem ook weer, want met hem kon ik juist goed praten over geloof en theologie. Hij was begripvol en wijs op dit punt, ruimhartig en pastoraal.
Onze relatie veranderde toen zich bij mijn vader een dementie openbaarde. Zijn scherpe geest raakte in verval, waar hij erg onder leed. Maar tegelijkertijd werd hij, misschien wel juist daardoor, milder en toegankelijker. Ons contact gelijkwaardiger. In die laatste jaren en maanden spraken we met enige regelmaat een middag samen af. Dan gingen we wandelen, naar een museum of ergens lunchen. En hadden we diepe, eerlijke en persoonlijke gesprekken. Er was een intimiteit die er eerder niet was en niet kon zijn. Hoe moeilijk die tijd ook was; ik kijk er met een diepe dankbaarheid op terug.
Hoewel het alweer ruim tien jaar geleden is dat hij overleed, heb ik toch vaak het idee dat hij nog aanwezig is. Zo kan hij plotseling opduiken tijdens het zingen van een lied in de kerkdienst, steevast een lied dat hij vroeger luid galmend zong tijdens de afwas of het naar bed brengen. Ik zie hem terug in onze dochter. En hij laat van zich horen als de stem van mijn geweten, al moet ik hem soms ook verzoeken een toontje lager te zingen als ik vind dat hij zich te veel met mijn zaken bemoeit. Als hij kon lezen wat ik nu schrijf (hij zou dit overigens een onzinnige gedachte vinden; na de dood was er niets meer), zou hij minzaam zijn hoofd schudden. Stop nu maar, zou hij zeggen. Het is genoeg zo. Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen. Hij hield er niet van, zoveel aandacht voor zijn persoon. Maar hij zou glimlachen, desondanks, ruimhartig en pastoraal.
Rachel Adriaanse
Han Adriaanse (1940-2012), hoogleraar godsdienstwijsbegeerte en ethiek, remonstrants predikant, twee kinderen.
Rachel Adriaanse (1967), in het dagelijks leven GZ-psycholoog in de ouderenzorg, actief lid van de remonstrantse gemeente Den Haag, drie kinderen.
Redactielid Geertrui Meinema werkt als leerkracht in het basisonderwijs. Zij schrijft in AdRem geregeld over haar ervaringen en bijzondere gebeurtenissen op school en in de klas. Einde van de schooldag,.. Lees verder
God als vader. Het is een oud beeld dat al door Plato gebruikt werd, maar dat nog onverminderd betekenisvol is. En zelfs essentieel voor ons christenen, omdat het ons iets fundamenteels over God vertelt. Zo kijkt Eginhard Meijering er tenminste tegenaan… Lees verder