Betty Broug (1939) is islamoloog en lid van de Remonstrantse Gemeente Waddinxveen. Recent publiceerde zij een boekje over eerste herinneringen van mensen in haar omgeving (zie het decembernummer van AdRem). Michel Peters sprak met haar over leven en geloof.
‘Toen ik veertig werd vroeg ik me af hoe het komt dat ik geworden ben zoals ik ben. Mijn vader was timmerman, mijn moeder zorgde thuis voor de kinderen. We woonden in Den Haag. Mijn positieve mens- en wereldbeeld – m’n roze bril zeggen mijn kleinkinderen – is gevormd door de eerste jaren van de oorlog in Den Haag, waar we woonden. Iedereen zorgde voor elkaar, de saamhorigheid was er enorm. Ik herinner me nog – als een wonder in die schaarse tijden – een grote teil met rode appels die met iedereen in de buurt werd gedeeld. Na de mulo, de Geurt Volkersschool, ben ik gaan werken, o.m. zes jaar als redactie-assistent bij een grote uitgeverij in Den Haag. Op mijn 24e ben ik getrouwd. Mijn man was civiel ingenieur die overal in de wereld aan projecten werkte. Na ons trouwen gingen we naar Tunesië, toen terug naar Nederland waar we drie kinderen kregen, vervolgens naar Indonesië en Australië, waar ons vierde kind werd geboren. Op mijn 42e ging ik werken als bureausecretaris bij de Werkgroep Kerk en Ontwikkelingssamenwerking van de Raad van Kerken, waar Harry de Lange en Jan Pronk het voortouw hadden. Op mijn 50e besloot ik mijn leven een heel andere wending te geven. Ik ging studeren aan de Faculteit Godgeleerdheid in Leiden, met een specialisatie Islamologie na mijn propedeuse. In 1997 ben ik afgestudeerd en op suggestie van hoogleraar Van Koningsveld daarna ook gepromoveerd in 2006 op het proces van modernisering in Tunesië en de rol van de oelama, de islamitisch geleerden, in die periode (midden negentiende eeuw) in dat land. Daarna heb ik nog drie jaar lang studenten aan de Universiteit begeleid.’
Ik ben niet religieus opgevoed, maar vaak meegenomen naar de kerk door ooms en tantes. Daarmee groeide mijn religieuze belangstelling, ik denk dat ik altijd een gelovig mensen ben geweest. Mijn man was hervormd, we zijn in die kerk getrouwd en onze kinderen zijn er gedoopt. In Noord-Afrika en Indonesië leefden we natuurlijk te midden van de islam. Godsdienst raakt mensen, dat vind ik mooi! Ik zie nog het beeld voor me van een vuilnisman in Tunis die huilde terwijl hij op straat, tijdens de ramadan, de koran las. En van mijn oom die eens huilde in een dienst. Geloof is voor mij het op zoek gaan naar plekken waar ik Gods liefde herken en ervaar. God is voor mij niet een persoon, maar een aanwezigheid. Als ik bid, dan dank ik voor de dag, voor mooie ontmoetingen en gesprekken, voor wijsheid. Mijn taak in het leven zie ik als goed luisteren en er zijn voor mijn kinderen, mijn vrienden en andere mensen om mij heen. Via remonstrants predikant Johannes Tromp, die mijn baas was in Leiden, kwam ik bij de Remonstranten in Waddinxveen terecht. De openheid en betrokkenheid van een vrij geloof spraken me erg aan. En er mocht ook nog eens gewoon gelachen worden. Ondertussen zijn de mensen uit de gemeente een soort familie van me geworden. Ik ben er een periode kerkenraadslid geweest en heb meegedaan met gesprekskringen over bijvoorbeeld Vele talen, in alles de liefde.’
‘Schrijven is mijn hobby, na mijn pensioen ben ik vooral gaan publiceren. Ik gaf in 2015 het boek Van Jeruzalem naar Mekka uit. Daarin schrijf ik over dertien verhalen uit de bijbel en de koran die duidelijke overeenkomsten met elkaar vertonen. In 2018 gaf ik een novelle uit: De Verloren Broer. Ik wandel graag en ben betrokken bij kinderen en kleinkinderen, waarvan een deel in het buitenland woont. Ik ben al wel op leeftijd, maar ik ben niet zo bezig met de dood. Wat komt, dat komt. Ik heb een goed leven gehad, zolang het leven mooi is geniet ik ervan.’
Michel Peters
‘Vreest niet’ of ‘Weest niet bang’ zijn van die bijbelteksten die ik liever niet hoor. Vaak genoeg kan ik er niet omheen, want de kerk hoorde en hoort bij mijn leven… Lees verder
Leiderschap is een belangrijk thema in moderne managementboeken. Stephen Covey’s beroemde werk over zeven eigenschappen van succesvolle leiders lijkt een heel genre van literatuur geïntroduceerd te hebben waarin kenmerken van goed leiderschap op zo’n manier beschreven worden dat je als lezer het gevoel krijgt dat je ‘dat ook wilt kunnen’… Lees verder