Marjorie Specht beschrijft hoe de eetgewoonten van de Nederlander de afgelopen decennia zijn veranderd. Een feest van herkenning (voor boomers als wij).
Onze koloniale geschiedenis speelt een belangrijke rol in de introductie van de buitenlandse keuken in Nederland. In het begin van de twintigste eeuw kwamen de eerste smaakmakers vanuit de koloniën naar ons koude kikkerlandje. De Hollandse pot kreeg door verschillende specerijen ineens een enorme upgrade. Rode kool werd bereid met kruidnagel en over de bloemkool werd nootmuskaat geraspt.
De komst van Franse migranten zorgde ervoor dat er Franse chefs in de keukens van restaurants kwamen te staan, waardoor recepten werden aangepast en smaakmakers als knoflook tot ons kwamen. Italiaanse migranten openden pizzeria’s en introduceerden daarmee deegwaren, eerst in de vorm van macaroni en spaghetti, later in alle soorten en maten.Met de terugkeer van Nederlandse militairen en de stroom van repatrianten uit Nederlands Indië, groeide in Nederland de behoefte aan Indonesisch eten. Er werden toko’s geopend door het hele land. Later volgden de Chinees-Indische, Surinaamse en Vietnamese restaurants, bapao- en loempiakramen en Marokkaanse en Poolse winkels. We krijgen ons eerste McDonald’s restaurant in 1971, in Zaandam en in 1987 opent de keten zijn eerste drive-thru vlakbij de voormalige vliegbasis Soesterberg, waar veel Amerikaanse soldaten woonden in Amerikaanse wijken. In de loop der tijd verschenen er ook Marokkaanse en Poolse winkels.
Door technologische ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog konden exotische vruchten zoals ananas en lychees ingeblikt worden waardoor het mogelijk werd exotischer voedsel in Nederland te eten. Daarbij werden we als land welvarender en met die welvaart ontstond het fenomeen toerisme. Steeds meer mensen gingen reizen binnen Europa en daarbuiten, om vervolgens hun culinaire ervaringen mee terug naar huis te nemen.
Ook huishoudelijke tijdschriften gingen ermee aan de haal. De Margriet kwam in de jaren ’60 met de rubriek ongevaarlijk avontuur, waar buitenlandse recepten met paprika, chilipepers en gember gedeeld werden. Het blad wilde zijn lezeressen niet per se culinair opvoeden, maar ze wel stimuleren om eens iets anders te koken dan runderlapjes. Op die manier werden buitenlandse gerechten toegankelijk en eigengemaakt en ontstond er een bepaalde beeldvorming over buitenlands eten. Als opvolger van de tijdschriften vind je vandaag de dag op de sociale media aanbieders als 24 kitchen waar je alle recepten kunt vinden die je zelf niet kunt bedenken. Plus een filmpje met de handelingen die je moet doen.
Het restaurant is ontstaan in Parijs waar in 1765 een kok, A. Boulanger, een eethuis opende. De naam restaurant is afkomstig van het Franse restaurer, of herstellen: de vermoeide reiziger kon een krachtige bouillon nuttigen, waarna deze de reis weer fit en aangesterkt kon vervolgen. Zo ongeveer is in Nederland het begrip uitspanning ontstaan, de plek waar de vermoeide paarden uitgespannen werden en vervangen werden door een stel uitgeruste paarden die de reis konden voortzetten. Hierop wachtend konden de reizigers ook iets eten en drinken. Hier waren het dus de paarden die konden herstellen.
Naast de Franse bistro’s gingen Nederlanders steeds vaker naar Chinese restaurants. In 1920 werd in Rotterdam de allereerste geopend: Cheung Kwok Low. Er deden de wildste geruchten de ronde over de voor Nederlanders onbekende gerechten. Zo zou er bijvoorbeeld kattenvlees geserveerd worden. Bij de Chinees eten werd onderdeel van onze cultuurverandering. De reden was nogal pragmatisch: de Chinees was goedkoop en je kreeg er enorme porties. En wie uit eten gaan toch nog een stap te ver vond, kon een maaltijd bestellen en afhalen.
De traditie gebood in de jaren vijftig dat de man het loon binnen hengelde en de vrouw het huishouden deed, en daar had ze een drukke dagtaak aan. Dit veranderde o.a. door enkele belangrijke uitvindingen: de (af)wasmachine en de stofzuiger. Het huishouden kostte steeds minder tijd en die tijd gebruikten de vrouwen buiten de deur: steeds meer vrouwen gingen werken. Daardoor kon er nóg minder tijd aan het huishouden besteed worden. Dit ging ten koste van de tijd in de keuken. Ook door de komst van de koelkast en diepvries hoefde niet elke dag meer vers gekookt te worden. Een markt voor gemakseten werd hierdoor gecreëerd. Eerst nog in de vorm van erwtjes en witte bonen in glas, maar al snel doken de exotische ingrediënten ook hier op.
Vanuit mijn woonplaats Aerdt, een dorp met 850 inwoners, kan ik met één belletje naar Thuisbezorgd bereiken dat er in no time een brommertje door de uiterwaarden mijn landweggetje oprijdt met: sushi, chuka wakame, tja sieuw, spare ribs, pokey bowl, pizza, tortellini, calzone, jalapeño burgers, kapsalon, döner, dürüm, kebab, baklava, pita, mexicano’s, roti, moksi meti of pom. Ik maak er nooit gebruik van. Liever bestel ik op drukke dagen een doos verse ingrediënten met recepten die ik vervolgens zelf moet bereiden. De inhoud van de box ziet er in eerste instantie vrij sober uit maar door het recept te volgen tover ik er exotische gerechten uit met kokosrijst, orzo, tempura, burata en parelcouscous. Allemaal ingrediënten die in mijn dorpssuper niet verkrijgbaar zijn. Gemak dient de hongerige en avontuurlijke mens.
Men zegt dat de multiculturele samenleving is mislukt, maar persoonlijk vind ik de wereldkeuken een enorme verrijking!
Marjorie Specht
Op 16 oktober jongstleden was het vierhonderd jaar geleden dat Jan Pieterszoon Sweelinck overleed. Hij wordt beschouwd als de grootste componist uit de Nederlandse geschiedenis. Zijn muziek is minder bekend dan zijn naam die immers voorkomt in veel geschiedenisboeken en op talloze straatnaamborden… Lees verder
Anite Haverkamp van het Cathararijneconvent schrijft aan de hand van beelden over de ontwikkeling van de historische Nicolaas tot de moderne Sinterklaas… Lees verder