Alke Liebich nam eind 2024 afscheid als predikant van de Johanneskerk in Amersfoort. Meteen daarna reisde zij af naar Oost-Jeruzalem als waarnemer voor het Ecumenical Accompaniment Programma on Israël and Palestina (EAPPI) van de Wereldraad van Kerken. Geloof en Samenwerking van de Remonstranten ondersteunt dit programma financieel. Met Pasen van dit jaar was zij weer terug. Michel Peters sprak met haar over haar werk daar en haar ervaringen.
Solidariteit
‘In 2020 zou ik al gaan, maar door corona ging mijn deelname aan het programma toen niet door. Nu lukte het dus wel. Ik vind Palestina een van de ongelukkigste plekken op aarde, ik wilde met mijn aanwezigheid een bescheiden bijdrage leveren aan het verbeteren van de omstandigheden daar. Ik realiseerde me weer eens: de vrede en veiligheid die wij normaal vinden, is eerder de uitzondering. Bovendien: ik ben achter de muur in Oost-Duitsland opgegroeid. Ook de mensen in Palestina leven achter een muur. Ik weet hoe fijn het is als mensen geïnteresseerd in je zijn. Mijn aanwezigheid was ook een vorm van solidariteit dus. Tijdens mijn bezoek heb ik mij onthouden van het gebruik van sociale media. Het is niet de bedoeling dat ik onbewust traceerbare dingen meld waarmee ik mensen in problemen kan brengen. Nu ik weer terug ben wil ik heel graag over mijn ervaringen vertellen, ook in gemeenten. Ter plekke waren we ook niet herkenbaar omdat zionisten ons getarget hadden als vijanden van Israël. Dat was een paar jaar geleden nog anders. Toen liepen waarnemers nog met EAPPI-vesten aan rond. Die beschermende aanwezigheid werkt niet meer, want in het land heerst op het moment wetteloosheid en straffeloosheid.’
Taken
‘Mijn taak was het onderhouden van contacten met de Palestijnse gemeenschappen en het monitoren van incidenten. Bijvoorbeeld bij het naar school gaan van Palestijnse kinderen. We waren daar tijdens de Ramadan. Belangrijk was ook het monitoren van de toegang tot de Al Aqsa moskee om te bidden. Bij het busstation en de halte van de tram in de buurt stonden veertig politiebusjes opgesteld, dat was redelijk intimiderend. Bovendien monitorden we de toegang tot Oost- Jeruzalem vanaf de Westbank. Mensen moeten toestemming aanvragen en de leeftijdsgrenzen gaan steeds omhoog. Nu mag je alleen nog binnen als je boven de 55 jaar oud bent. Palestijnen worden aan de grens gefouilleerd en soms geweigerd. Het meest bedreigende wat we meegemaakt hebben waren drie militaire jeeps die vlak voor ons stopten, waarna vijftien militairen met hun geweer in de aanslag uitstapten en later een veertienjarige jongen ondervroegen. We weten niet wat er aan de hand was, het kan zijn dat militairen gewone politietaken uitvoerden, de-escalerend was het zeker niet. We hoorden over nachtelijke invallen in woonwijken en vluchtelingenkampen, een vorm van willekeur en staatsterreur. Ook hadden we contact met Israëlische ex-militairen van de organisatie Breaking the Silence die bijvoorbeeld protesteerden tegen het controleren van kinderen bij checkpoints. Van wie moeten we dit eigenlijk doen, vroegen ze zich af, wat is de visie er achter? Zij geven aan dat het leger steeds repressiever optreedt in dienst van of op aanwijzing van de kolonisten.’
Waarde
‘Onze rapportages plaatsten wij digitaal in een systeem, waarmee ze ter beschikking staan van UN OCHA, de VN-organisatie voor Humanitaire Hulp, die ook actief is in de Palestijnse Gebieden, en van mensenrechtenorganisaties. Luisteren en horen was het grootste deel van het werk. We waren bij een coöperatie van vrouwen die samen een naaiatelier runnen. Nu de mannen geen werkvergunning meer krijgen om te werken in Israël neemt de armoede toe en zoeken de Palestijnen naar creatieve oplossingen om het hoofd boven water te houden. Ook spraken we met Bedoeïenen, die van hun land worden verdreven en in stedelijk gebied worden ondergebracht. De mannen zijn werkloos zonder vee, de vrouwen zijn niet gewend om op straat te zijn en blijven dus voortdurend binnen. Huiselijk geweld komt veel voor. In Jeruzalem hebben we ook veel kerken bezocht. Met name protestantse kerken beschermen de heiligdommen in een poging om de judaïsering van Jeruzalem in te perken en het multireligieuze karakter van de stad te bewaren. Of het EAPPI-programma zinvol is? Moeilijk meetbaar, in ieder geval is aantoonbaar dat in coronatijd, toen er geen waarnemers in het land waren, de meisjes niet naar school gingen omdat ze aangevallen werden door kolonisten. De polarisatie in het land is enorm. Helaas hebben we weinig contact kunnen hebben met joodse mensen, behalve met maatschappelijke organisaties met wie we samenwerken, zoals met Rabbi’s for Human Rights en ex-militairen bijvoorbeeld.’
Oplossing
Van de oorlog in Gaza heb ik niet veel gemerkt, toen ik er was heerste er net een wapenstilstand. Later hoorden we slechts straaljagers overvliegen. De nieuwsvoorziening gaat via Al Jazeera, dus alle Palestijnen zijn goed op de hoogte. Praten over oplossingen gaat veel te snel. Een tweestatenoplossing kan een uitgangspositie zijn. Maar het belangrijkste is dat Palestijnen nu als tweede- en derderangsburgers behandeld worden. Van jodenhaat heb ik weinig gemerkt, maar mensen voelen zich gedehumaniseerd en onrechtvaardig behandeld. Dat is de crux denk ik: Palestijnen moeten rechtvaardig en gelijkwaardig behandeld worden. Voor nu roepen Palestijnen ons op om te vertellen wat we zien en meemaken, om dat in de openbaarheid te brengen en hen niet in de steek te laten.
Michel Peters
Alke Liebich is graag bereid om over haar ervaringen tijdens het EAPPI-programma te komen vertellen. Haar mailadres is: abliebich@kpmmail.nl
Johan Roeland spreekt over de interfilm-conferentie ‘From Darkness to Light’ die van 8 -12 oktober plaats vindt in Amsterdam… Lees verder
Klaas Blanksma (1954) woont al twintig jaar met zijn vrouw op een boerderij uit de 14e eeuw in natuurgebied het Reestdal, op de grens van Drenthe en Overijssel. Sinds kort.. Lees verder