
Remonstranten en hun volkstuin
Nel Cornelissen, de koster van de Geertekerk, en Fons van den Boogert, die in de jaren negentig op het landelijk bureau werkte, hebben allebei een volkstuin in Utrecht. Michel Peters zocht hen daar op en sprak met hen over hun relatie met de aarde die ze bewerken.
‘Al tweeëndertig jaar heb ik samen met iemand anders een volkstuin in Abstede, midden in de stad. Het is voor mij eigenlijk niet zo belangrijk dat ik er veel groente, bloemen en fruit uit haal, ik hoef er niet van te eten. Ik gebruik geen gif, dan komen die slakken maar! Die tuin is mijn rustpunt. Ik kom er zomer en winter om mijn drukke hoofd tot rust te laten komen. Ik zing er. Ik luister er naar de kikkers die uit de Minstroom komen die er langs stroomt, luister naar de vogeltjes en geniet van de egeltjes die er rondscharrelen. Mijn appelboom hangt op het moment vol met appels. Het wroeten in de aarde doe ik altijd zonder handschoenen, dat is een heel meditatieve bezigheid voor mij. Mijn geloof heeft daar alles mee te maken. Ik ben dankbaar dat ik een lapje aarde mag gebruiken en de vruchten ervan mag hebben. Ik denk dan aan het lied Zolang er mensen zijn op aarde (NLB 981): Zolang er mensen zijn op aarde / zolang de aarde vruchten geeft, / zolang zijt Gij ons aller vader, / wij danken u voor al wat leeft. En ik zing ook graag het lied Aarde is al: Aarde is al wat wij zijn, wat wij maken / adem ons open, maak ons uw aarde, / uw nieuwe hemel, vrede op aarde.

Ik ben eerst gast en daarna lange tijd kernlid geweest van de Nicola-gemeenschap, een religieuze gemeenschap in Utrecht. Daar kookte ik, zorgde voor de bloemen en begeleidde de avonddiensten. Ik woonde er vlak naast. Toen die gemeenschap tien jaar geleden werd opgeheven, ben ik op mezelf gaan wonen en heb ik een heerlijk huurhuisje hier in Abstede gekregen. Ik kom al veertig jaar in de Geertekerk bij de Remonstranten. Eerst was ik collectant en langzamerhand ben ik een soort koster geworden. Ik deed vroeger ook de uitvaarten, nu worden die door het horecabedrijf Heirloom verzorgd dat de externe verhuur van de Geertekerk regelt. Ik bak al dertig jaar het brood voor de Dienst van brood en wijn en eerder ook al voor de Nicola-gemeenschap. En bij dingen rond de kerk en calamiteiten ben ik altijd oproepbaar. Als er maandagochtend weer eens een verwarde vrouw voor de deur staat om de dienst bij te wonen, dan krijgt ze een kop koffie en beng ik haar terug naar het gasthuis naast de kerk. Mensen zijn welkom bij ons, maar ik heb ook snel in de gaten als er mensen komen met slechte bedoelingen. Ik heb wel mensenkennis, als ik iets niet vertrouw dan ben ik er altijd snel bij. Ik vind het belangrijk dat iedereen, wat zijn of haar geaardheid ook is, welkom is bij de Remonstranten. Dat ervaar ik zelf ook zo. Mijn opa was timmerman, uitvaartondernemer en koster. Ik ben er trots op dat ik alle drie die dingen ook gedaan heb.’
‘Ik heb nu drie jaar lang een kleine volkstuin van vijftig vierkante meter net buiten Utrecht op complex De Koningshof. Niet voor het eerst: ik had toen ik studeerde in Groningen al een volkstuintje en later ben ik betrokken geweest bij een biologisch-dynamisch landbouwbedrijf in Noord-Holland. Het terrein is een oude kwekerij met een grote kas erbij. Toen de kweker het overdroeg aan zijn zoon, heeft deze er een educatief project van gemaakt. Koningshof wil mensen in aanraking brengen met hoe voedsel geproduceerd wordt. Er zijn rondleidingen en op zaterdagochtend is er een kraam met producten die in de kas worden verbouwd met behulp van een groep vrijwilligers. Daar is ook koffie en gebak te krijgen, waardoor het altijd een heel gezellig moment en een sociaal gebeuren is. Ik ben er vaak bij. De haast vijftig lapjes grond zijn uitgegeven aan mensen die zelf willen volkstuinieren, zonder gif en zonder kunstmest. Ik had al een beetje kennis dus en heb dingen al doende verder geleerd. De spreiding van de oogst vind ik nog lastig, het blijft een uitdaging om te variëren en te optimaliseren. Nu komen alle sperziebonen tegelijk, die berg kun je niet allemaal op dat moment opeten.

Ik verwonder me nog altijd over wat er allemaal uit de grond komt, over de groeikracht van de aarde. In het voorjaar stop ik er een pootaardappeltje in en in de zomer oogst ik aardappelen van een enorme plant. Dat is niet te bevatten eigenlijk. Ik ben me in de tuin ook heel bewust van de jaarcyclus die snel gaat en altijd voortduurt. In de winter is de tuin kaal en zwart, in het voorjaar komt alles wat je plant of zaait uit zichzelf op – met een beetje (natuurlijke) mest van mij – en in de zomer volgt de volle bloei, dan spuit de groente de grond uit.
Al een tijdje beoefen ik de bewegingsleer Qi gong (of Chi kung). Die leer gaat ervan uit dat bewegingen die je maakt ontstaan vanuit de energie die de aarde levert en vervolgens door je lichaam stroomt. Er zijn krachten om je heen werkzaam die je kunt versterken en opnemen. Toen ik er aan begon was ik een soort ongelovige Thomas en wilde ik vooral soepel blijven. Nu ik het langer doe, ben ik meer gaan ervaren dat ik gedragen word door de aarde en gevoed door het universum in een voortdurend proces. Ik ben gaan beseffen dat mijn huid niet de grens is van het leven en dat er krachten van buiten op mij inwerken. Die ontvankelijkheid heeft alles te maken met wat ik jaar na jaar in de tuin zie gebeuren. Ik heb moeite om daar het woord God aan te verbinden, maar om het alleen energie te noemen is dan weer heel plat. Nou ja, het besef dat ik functioneer in een dynamiek en in een verbinding met wat buiten mij ligt, laat mij in ieder geval ruimer leven.’
Michel Peters

Het komt bij mij nog wel eens voor dat het onderwerp ‘schuld’ ter sprake komt, in een preek of in één van de gesprekskringen. Niet zelden is er dan iemand die zegt: ‘Schuld, daar doen wij toch niet meer aan, als vrijzinnigen?!’.. Lees verder

Pinksteren vind ik het moeilijkste feest, zei ze me. Ik had ‘Pinksteren’ van Gerrit Achterberg aangehaald: En voel het blinde wonder / op uw tong preluderen: / gij kunt de.. Lees verder