‘Genade zij u en vrede’ en ‘Vrede zij met u allen’ zijn bekende kanselgroeten. Ze laten zien hoe belangrijk het begrip vrede is in de christelijke geloofsbeleving. De ultieme wens voor de ander is: vrede ontvangen en ervaren. Het christelijke woord vrede heeft zijn wortels in het joodse vredesbegrip sjalom. Dat letterlijk ‘vrede en welzijn’ betekent. Het woord sjalom betekent weliswaar vrede, maar heeft in feite een bredere betekenis, namelijk: ‘het goede leven’. In onze (maakbare) tijd kom je regelmatig het woord ‘levenskunst’ tegen. Levenskunst laat zich makkelijk associëren met het goede leven. Maar levenskunst is iets individueels. In de religieuze lezing van vrede is er pas sprake van ‘het goede leven’ wanneer je verbinding maakt met anderen. Alleen daar kun je iets positiefs aan overhouden.
Verbinding maken met anderen is belangrijk. Want (het ervaren van) vrede hangt samen met verdraagzaamheid en vrijheid. Als we ons bewust zijn van onze eigen feilbaarheid en onze afhankelijkheid zullen we minder snel oordelen over anderen. Anderen die ‘mislukken’ of verkeerde keuzes maken of het anderszins gewoon niet redden alleen. Maar we hoeven het niet allemaal alleen te doen. Vrede kenmerkt zich door nìet (ver)oordelen en door mildheid. De feilbare mens tegenover je zien is je eigen feilbaarheid zien.
Om die feilbare mens ontwikkelde de remonstrantse theoloog Christa Anbeek haar Theologie van de kwetsbaarheid. Het is een maatschappijkritische theologie die de nadruk legt op het belang van het zoeken van echte verbinding. En die verbinding ontstaat volgens Anbeek alleen door het onder ogen zien en toelaten van kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid ervaren we overigens niet alleen bij nare levensgebeurtenissen, maar in elke situatie waarin we geraakt worden door wat we meemaken. Dat kunnen dus ook mooie ervaringen zijn: ervaringen die betekenisvol zijn voor ons mens-zijn.
In onze samenleving zijn onzekerheid, falen, verlies en pijn eigenlijk taboe. We worden afgerekend op het beeld dat we scheppen van ons succesvolle zelf. Maar we zien langzamerhand ook de keerzijde van het negeren van feilbaarheid en kwetsbaarheid: de eenzaamheid, de talloze burn-outs. Ze worden veroorzaakt door leven zonder verband. Wanneer contacten alleen plaatsvinden op social media, de keuze-stress groot is en de maatschappelijke druk hoog is verliezen we onszelf en de verbinding met anderen.
Het is van groot belang weer (echte) verbinding te zoeken: dat levert meer op, want het is persoonlijk, werkelijk contact. Verbinding zoeken en vinden doe je door je kwetsbaarheid met elkaar te delen. Dat is tevens een probleem: het tonen van kwetsbaarheid is – zoals al opgemerkt – in onze maatschappij eigenlijk not done. Er is geen ruimte voor losers. Je dient juist je ‘successen’ te delen. Remonstranten vrezen dat de maatschappij opbreekt door deze mechanismen en opinies. Ook maken ze zich zorgen om de rol van social media hierin, omdat die zorgt voor minder verdieping in de relaties tussen mensen.
De remonstranten – en Anbeek met haar ‘Theologie van de kwetsbaarheid’ – zetten zich in om in gemeenschappen echte verbinding te realiseren. Daarom bepleiten ze het ‘omarmen’ van de feilbare mens: door angst voor falen mis je namelijk een (leerzaam) deel van je leven. Kwetsbaarheid is onderdeel van ons mens-zijn. Concreet-menselijke ervaringen kunnen je veel leren over zingeving. Het is goed om jezelf toe te staan fouten te maken en om je kwetsbaarheid te delen. Je moet alleen niet blijven hangen in je eigen nare ervaringen.
Je eigen ervaringen met kwetsbaarheid, falen en pijn verbreden met de ervaringen van anderen is belangrijk. Want daarmee neemt de noodzaak toe om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen en voor elkaar te zorgen. Dan ontstaan persoonlijke verbinding, begrip voor elkaar en maatschappelijke verbondenheid: meer heeft vrede niet nodig om te bestaan.