Nel Benschop – populair gerijmel

Nel Benschop – populair gerijmel

Foto: footo.nl

Altijd lag ‘Gouddraad uit vlas’, de eerste bundel van Nel Benschop uit 1967, ergens in de voorkamer van het huis in Den Haag waar ik opgroeide. Mijn moeder las haar gedichten graag en putte er veel troost uit, zoals veel mensen. Toen Benschop eindelijk een uitgever bereid vond haar gedichten uit te geven (ze liep al tegen de 50) werd die bundel een doorslaand succes. Net als alle volgende bundels trouwens. In totaal zijn er meer dan drie miljoen boeken van Benschop verkocht.

Kok en de commercie

Die uitgever (Kok, Kampen) schreef haar in 1958 nog dat vanwege ‘factoren die verband houden met het commerciële beleid van ons bedrijf’ er geen sprake kon zijn van het uitgeven van haar gedichten. En toen Kok uiteindelijk bereid was om dan toch maar iets van Benschop op de markt te brengen, was dat dankzij het feit dat de Arnhemse boekhandelaar Bert Oranje zich garant had gesteld voor tweehonderd exemplaren. Achteraf zullen alle uitgevers die ooit door Benschop benaderd zijn, zich nog wel eens achter de oren hebben gekrabd. En ook bij Kok zullen ze nog wel eens diep hebben nagedacht over hun commerciële beleid.

Benschops gedichten waren en zijn voor veel critici  niet meer dan godsdienstige rijmelarij, dus zo gek was het niet dat er weinig belangstelling voor was. Pas als je, zoals haar Arnhemse predikant ds Willemse, inziet dat haar thema’s (lijden, dood, troost) pastoraal bijzonder goed in te zetten zijn, begrijp je iets van haar populariteit. Hij zorgde er voor dat gedichten van haar in het kerkblad kwamen en hij wist hoezeer zijn pastoranten dit waardeerden. Dat geldt vandaag de dag nog steeds, trouwens. Veel, ook remonstrantse, predikanten hebben Benschop bij de hand. Op een of andere manier zijn haar ‘meditaties op rijm’ (zo noemde ze zelf haar gedichten) voor mensen in kerken van allerlei snit aansprekend.

Onconventioneel

Ze werd streng gereformeerd opgevoed in een gezin met zeven kinderen. Haar vader werkte bij de plantsoenendienst en thuis heerste armoede. Ze ‘mocht’ (zeker niet vanzelfsprekend in die tijd) naar de Kweekschool en werd lerares. In de oorlog haalde ze nog allerlei aktes, zodat ze ook Engels en Frans kon doceren op middelbare scholen. Ze was een onconventionele lerares. Zo behandelde ze bijvoorbeeld chansons tijdens de Franse les, wat in die tijd niemand deed. Ook droeg ze zeer uitbundige en gewaagde kleding. Dat was, zeker op christelijke scholen, hoogst ongebruikelijk.

Proefnummer AdRem, remonstrants magazine

Vraag nu een proefnummer aan van AdRem, het remonstrantse magazine!

Liefdesverdriet

Na de oorlog begon ze (ze liep inmiddels tegen de dertig) met gedichten schrijven. In die periode schreef ze ook liefdespoëzie. Aanleiding was de verhouding die ze kreeg met een getrouwde collega. Het was een geheime en onmogelijke relatie, waar ze zelf na een tijdje een punt achter heeft gezet. Zes jaar later overkwam het haar nog een keer. Ook toen nam zij het initiatief om het uit te maken. De gedichten waren haar geheim. Ze bewaarde ze goed en ze wilde absoluut niet dat ze werden uitgegeven als er nog betrokkenen in leven waren. Zes jaar na haar dood (2005) verscheen daarom pas de bundel ‘Echte liefde kan niet sterven’. Voor veel mensen was het een enorme verrassing, om niet te zeggen een schok, toen door deze bundel haar liefde voor deze twee getrouwde mannen bekend werd. Deze feiten pasten niet goed in de heiligenstatus die Benschop had verworven (en die ze overigens zelf altijd als eerste relativeerde).

Benschops liefdespoëzie is plat en zonder enige originaliteit. Maar haar naam is een sterk merk, dus het wordt gelezen. Vooral door mensen met liefdesverdriet, want daar gaan de meeste gedichten over in ‘Echte liefde kan niet sterven’. Uit het gedicht ‘Zonder jou’:

De zon is weg; ik zie niets meer dan wolken,

ik word omlaag getrokken door de kolken

van twijfel en van angst – en gods hand zie ik niet,

het water voert mij mee – ik stik in dit verdriet.

(Het woord ‘god’ staat hier met een kleine letter. Dat is bepaald niet vintage Benschop!)

In nood: lees Nel

Wat is dat toch met die religieuze poëzie van Benschop? Critici waren bijna nooit lovend. ‘Lonend dilettantisme’ werd het genoemd, ‘net geen poëzie’ of ‘schijnvrome rijmelarij’. Voor een deel was het ook wel afgunst, want geen enkele andere dichter verkocht zo goed. En de zogenoemde kwaliteitsdichters konden door Kok alleen maar uitgegeven worden, omdat het bedrijf met de bundels van Benschop zo veel verdiende.

Haar populariteit heeft ze, denk ik, te danken aan de combinatie van simpele woorden en zinnen, strakke rijmschema’s en een geloof dat weliswaar vrij stevig is, maar waarin ook ruimte is voor vragen en twijfel. Het leven is bepaald geen pretje, maar er is troost. Bij God welteverstaan. En al zie je hem (God is altijd hij) even niet, hij ziet jou wel en is altijd genadig, dus wees maar niet bang. Soms heeft een mens behoefte aan dit soort woorden in tijden van nood.

‘Gouddraad uit vlas’ zwerft niet door mijn huiskamer, zoals vroeger bij ons thuis, maar er zijn wel regels uit de bundel die soms nog in mijn hoofd ploppen, zoals de slotregels van ‘Gebed om moed’:

En toch geloof ik: Gij maakt alles goed –

maar geef mij alstublieft een beetje moed.

Ineke Ludikhuize
Redactie AdRem, gemeentelid in Utrecht

Zie ook

27 augustus 2018

Leven leren

Wie graag gedichten leest doet dit meestal tussen twee bundels in. Dus tussen die vooraf gaat en die volgt. Heb je zojuist de gedichten ondergaan van Rankine of Dickinson, of.. Lees verder

Vastgelopen oecumene weer vlot trekken
27 augustus 2018

Vastgelopen oecumene weer vlot trekken

Per 1 mei 2018 is Peter Nissen door de Radboud Universiteit Nijmegen benoemd tot hoogleraar Oecumenica. Hij is al sinds 1994 aan de Radboud Universiteit verbonden en heeft eerder onder meer de leeropdrachten Kerkgeschiedenis, Cultuurgeschiedenis van de religiositeit en Spiritualiteitsstudies vervuld… Lees verder