Ik geef het je te doen: dag en nacht beschikbaar zijn om telefonisch te spreken met mensen die aan zelfmoord denken. Ineke Ludikhuize sprak met de mensen achter Stichting 113 zelfmoordpreventie.
De vorig jaar overleden psychiater Jan Mokkenstorm richtte in 2009 de Stichting 113 zelfmoordpreventie op vanuit de overtuiging dat praten essentieel is voor mensen die zelfmoord overwegen. Niemand mag eenzaam en radeloos sterven door zelfmoord, vond hij. Daarvoor zette hij zich in. Yasmijn Oldenbeuving is psycholoog en werkzaam bij 113. Zij vertelt dat het werk van de stichting voor het grootste deel bestaat uit de crisislijn. Mensen die zelfmoord overwegen, kunnen 24/7 bellen of chatten met medewerkers (0900-0113). Daarnaast is er online therapie mogelijk voor wie meer dan een gesprek nodig heeft. De mensen (deels vrijwilligers) die dit werk doen, worden door de stichting opgeleid. En natuurlijk moet 113 er ook voor zorgen dat ze bekend zijn en blijven bij het grote publiek.
[In kader]
Bekend en lastig
‘Voor ons is het belangrijk dat iedereen ons weet te vinden. Mensen zoeken op het woord ‘zelfmoord’, omdat dat nu eenmaal het bekende woord is. Daarom gebruiken wij het in onze communicatie. Het is tegelijkertijd ook een lastig woord, want aan het tweede deel van het woord (-moord) hangt een negatief oordeel. Maar wij willen vindbaar zijn. Bovendien moet het niet lijken alsof wij er doekjes om winden. ‘Suïcidaliteit’ kan als een afstandelijk woord overkomen. Hulpvragers zoeken soms naar iemand die het beestje bij de naam noemt. Ik sluit in gesprekken aan bij wat mensen zelf zeggen. Als ik merk dat iemand bang is voor het woord ‘zelfmoord’ laat ik merken dat ik er niet bang voor ben.’
[einde kader]
Anoniem
‘Alles is bij ons anoniem: online of telefonisch’, vertelt Yasmijn. ‘Die anonimiteit is belangrijk, want de drempel om te praten is meestal hoog. Als het dan anoniem kan, is de drempel lager. Met zo’n gesprek oefenen de hulpvragers zich in het uitspreken van zelfmoordgedachten en kunnen ze beter nadenken over de vraag of ze met iemand uit je omgeving er ook over kunnen praten. Soms geeft het uitspreken tegen een onbekende al voldoende lucht om de gedachten minder sterk te laten worden en het leven weer aan te kunnen.’
‘Elke dag bellen er ongeveer driehonderd mensen met de crisislijn. Er zijn elke dag vijf levens te betreuren van mensen die zelfmoord hebben gepleegd. Het is bijzonder moeilijk in te schatten wat de ‘winst’ is van al onze gesprekken. Heel soms meldt een hulpvrager dat hij of zij dankzij ons er nog is, maar meestal horen we niets. Zo’n eenmalig anoniem contact beschermt de hulpvrager, maar beschermt mij en ons ook. Je kunt niet de verantwoordelijkheid overnemen van iemand. Ja, soms ben ik nieuwsgierig en zou ik willen weten hoe het verder ging met een bepaald mens, maar het is beter dat we het niet weten.’
Koel hoofd, warm hart
Hoe houd je dit werk vol, wil ik weten. Yasmijn vertelt over de open sfeer op het werk. Dat de medewerkers van de crisislijn dicht bij elkaar zitten, elkaar bevragen, gesprekken bespreken, elkaar bemoedigend toespreken en altijd de diensten gezamenlijk afsluiten. Dan kun je dingen kwijt over moeilijke gesprekken en elkaar steunen. ‘Als ik dan toch nog het werk mee naar huis neem, heb ik thuis gelukkig een partner met wie ik erover kan praten.’
‘Het belangrijkste’, aldus Yasmijn, ‘is dat je van je hart geen moordkuil maakt. Hulp vragen is niet populair onder hulpverleners, maar het moet. Tandartsen, zeg ik altijd maar, vullen ook niet hun eigen gaatjes. Om het vol te houden heb je nu eenmaal een koel hoofd nodig; niet een hoofd vol emoties. Daarnaast is ook empathie belangrijk; dat je de hulpvrager een warm hart toedraagt.’
Lucht
‘Ja, het is zwaar. De kunst is een balans te vinden tussen het incasseren van de zwaarte en het zorgen voor luchtigheid. Onder collega’s gaat dat makkelijk. Er is tijd voor wat luchtigs, een spelletje tafeltennis, een grap. In gesprekken met hulpvragers is die luchtigheid natuurlijk moeilijk. Maar relativering is wel een goede methode om de spanning weg te halen bij mensen. Je krijgt echt niet altijd dankbaarheid terug, maar ik voel in die gesprekken wel dat ik zinvol werk doe. Ik bied mensen die erg in de put zitten handvatten om ondanks alles verder te gaan.’
Geloven
Bij 113 wordt niet vanuit een bepaald geloof gewerkt. Dat is in andere landen soms wel zo. ‘Er werken wel gelovige mensen’, aldus Yasmijn. ‘Zij dienen in dit werk wel afstand te houden van eventuele oordelen vanuit hun geloof over zelfmoord. Hulpvragers vertellen soms over die oordelen of – het omgekeerde – over het begrip en de steun die ze ervaren van bijvoorbeeld hun predikant. De ervaring leert dat zelfmoord in islamitische families een groot taboe kan zijn. Onmacht en onwetendheid zorgen er dan voor dat over het onderwerp niet gesproken wordt, al is dat nodig. Het is ook de missie van 113 om te zorgen dat zelfmoord wel ter sprake kan komen. Omdat mensen weten dat praten helpt.’
Praten over zelfmoordgedachten kan via 0900-0113 of 113.nl
Ineke Ludikhuize
Redactielid AdRem, gemeentelid in de Geertekerk in Utrecht
Antoinette Hovingh (1950) kwam begin jaren negentig bij de Remonstranten in Doesburg aanwaaien en voelde zich er meteen thuis. Een doener die blij wordt van contacten met mensen van allerlei culturen. Actief in het diaconale werk… Lees verder
De stilte? De een geniet ervan en ervaart het goddelijke erin. De ander raakt erdoor geïrriteerd door en vraagt zich af wat ze moet doen in de stilte…? Ramen tellen in de kerk? Schaapjes tellen? Twee redacteuren met tegengestelde ervaringen met stilte gaan op pad om Remonstrants predikant Petra Galama te interviewen… Lees verder