Alle witte mensen schuldig achten voor ervaren leed bij zwarte mensen is te simplistisch #slavernijverleden

Alle witte mensen schuldig achten voor ervaren leed bij zwarte mensen is te simplistisch #slavernijverleden

Foto: Koos Breukel

Paul Cliteur vertegenwoordigt in deze discussie een duidelijk tegengeluid. Hij heeft kritiek op teveel gegraaf in het verleden. ‘Een natie kan alleen voortbestaan als mensen vroegere conflicten kunnen vergeten.’

‘In premoderne culturen gaat men uit van collectieve schuld. In moderne culturen van individuele schuld. Je kan alleen schuldig zijn voor je eigen handelingen. Nooit voor die van een ander. Niet voor je ouders, je voorouders. Al zijn je ouders NSB ‘ers geweest dat maakt jou nog geen NSB ‘er. Natuurlijk kan je je wel schuldig ‘voelen’ over wat je ouders hebben gedaan. Je kan het ook betreuren. Maar een verstandig mens kan zich daar niet ‘schuldig’ over voelen.

De slavernij kan je betreuren, maar als je daar zelf niet bij betrokken bent geweest dan kan je je daar niet schuldig over voelen. Maar als je zelf iets verschrikkelijks hebt gedaan dan blijft dat altijd aan je kleven. De mens is wat hij zichzelf gemaakt heeft, zegt Sartre. Een moord blijft dus aan een moordenaar kleven, maar niet aan de kinderen van een moordenaar.

Of het  slavernijverleden een gedeelde toekomst in de weg zit zal afhangen van de vraag of mensen zich verstandig gaan opstellen in deze kwestie. Het gaat niet bepaald de goede kant op. Ernest Renan heeft in zijn fameuze rede over de vraag wat een natie is erop gewezen dat een natie alleen kan voortbestaan als mensen vroegere conflicten kunnen vergeten. Als ze dat niet kunnen dan zal de natie uit elkaar vallen. Er zijn tegenwoordig heel veel tendensen die erop wijzen dat mensen oud leed moeten opgraven. Helaas worden daar heel veel mensen ongelukkig van. Niet in de laatste plaats de mensen die zich identificeren met het lot van de als slaaf gemaakte mensen in het verleden.

Je vraagt of genoegdoening een spiritueel proces is of dat er ook betaald moet gaan worden. Wanneer je iets hebt van iemand anders (om wat voor reden dan ook) dan is het een daad van rechtvaardigheid om dat terug te geven. Dus wanneer in musea dingen liggen die op een dubieuze manier in Nederland zijn gekomen (gestolen, voor woekerprijzen verkocht) dan lijkt het me dat je die terug kan geven van land tot land. En wat dat spirituele proces betreft: witte mensen (wat ook hun geschiedenis maar is) in de positie plaatsen dat zij schuldig zijn aan ervaren leed bij zwarte mensen (wat hun geschiedenis ook maar is) is veel te simplistisch. Het is ook heel gevaarlijk om in zulke termen te gaan denken.

Jullie pleiten voor verzoening tussen extremen aan beide zijden door middel van een soort Waarheids- en Verzoeningscommissie. Maar welke zijden dan? Wil je een soort kleurenspectrum gaan aanbrengen met hele witte mensen aan de ene zijde, iets minder witte mensen, beige mensen, licht getinte mensen, donkerder gekleurde mensen tot zwarte mensen aan de andere zijde? En dan de meest witte tot de meest extreme slavenhouder benoemen en de zwartste tot de meest getroffene door slavernijverleden? En daar zou dan “verzoening” moeten worden aangebracht? Dat vooronderstelt dat die mensen elkaar iets hebben aangedaan en dat is toch helemaal niet het geval?

Ik begrijp jullie punt wel, maar ik sta toch niet aan jullie kant. Overigens niet om de reden dat ik zeg ‘zo ging dat toen’. Integendeel, slavernij is iets verschrikkelijks en het is ook goed om kennis te nemen van de zwarte bladzijden uit de geschiedenis van de mensheid om daaruit iets te leren. Maar ik vrees erg dat, alle goede bedoelingen ten spijt, je helemaal geen kracht ten goede bent in deze wereld door aan het slavernijverleden allerlei consequenties te verbinden voor hoe mensen zich nu ten opzichte van elkaar zouden moeten opstellen.

Tenslotte: ik las jullie brief over polarisatie. Dit lijkt mij heel wijs. Hou op met polarisatie. Het oprakelen van het slavernijverleden is zwaar polariserend en iedereen wordt daar heel ongelukkig van. Lees Pascal Bruckner, Pierre-André Taguieff en zorg dat de virulente identiteitpolitiek ons niet fataal gaan worden.’

Joost Röselaers en Kathleen Ferrier

 

 

Wie is Paul Cliteur?

Paul Cliteur is jurist en filosoof.  Hij is hoogleraar ‘Encyclopedie van het recht’ aan de Universiteit Leiden. Zijn werkzaamheden omvatten vooral het juridisch, cultuurhistorisch, filosofisch en ethisch gebied.

Cliteur is ook bestuurlijk en politiek actief. Zo was hij curator van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en van 1993 tot 1995 voorzitter van het Humanistisch Verbond. Vanaf 2015 was Cliteur verbonden aan Forum voor Democratie, waar hij onder andere voorzitter werd van het wetenschappelijk bureau en de Raad van Advies. Onlangs heeft hij zijn functies daar neergelegd.

 

Zie ook

Column ‘Jezus of Krishnamurti?’
2 augustus 2022

Column ‘Jezus of Krishnamurti?’

Remonstranten zijn kritische lezers. Dat merken we als redactie van AdRem. Met regelmaat (gelukkig!) krijgen we reacties. Het zijn reacties die we soms heel snel ter harte kunnen nemen en die zelfs in ons systeem gaan zitten. Prachtige, gekleurde vlakken met daarin lichtgekleurde letters, niemand van de redactie durft het meer aan… Lees verder

Hoe lang nog?
23 december 2020

Hoe lang nog?

Ava (1993) is geboren op een boerderij in Urmia, een Koerdische stad in Iran. Sinds 2018 woont ze in Nederland. Ze is hier ‘illegaal’… Lees verder