Door de oorlog in Oekraïne staan de Nederlandse militairen op scherp. Ze proberen zich voor te bereiden, maar op wat eigenlijk? Hoe gaan ze om met de dreiging van de oorlog en een mogelijke militaire inzet vanuit Nederland? Michel Peters vroeg het aan Hannah Nováková, legerpredikant met remonstrantse zending.
Hannah werkt met tien collega’s op vormingscentrum Beukbergen in Huis ter Heide. Daar vindt de initiële opleiding van militairen plaats van alle onderdelen en van alle niveaus. Als predikant ondersteunt ze mensen bij de bewustwording over zichzelf en over de context waarin ze werken. ‘Het zijn de trage vragen die in onze gesprekken aan de orde komen: hoe gaat het met je? Wat voor effect heeft het werk bij Defensie op jou?’ Afkomstig uit Tsjecho-Slowakije, komt de oorlog in Oekraïne voor Hannah akelig dichtbij: ‘Het is alsof familie wordt aangevallen, beide landen hebben immers een lange gezamenlijke geschiedenis en achtergrond. Al jaren had ik een onrustig gevoel en een grote alertheid. Dit is een nachtmerrie die werkelijkheid wordt.’
‘Er is iets aanstaande, maar wat? Defensie is zoekend hoe zij zich moet voorbereiden op het onbekende. Enkele eenheden zijn al aangewezen om naar het Oostblok te gaan, een klein aantal militairen is al daar, bijvoorbeeld in het kader van de internationale samenwerking met Litouwen. Defensie is uitgekleed in de loop der jaren. Het leger is onthand door het gebrek aan middelen. Jonge jongens gaan voor het avontuur, die kunnen zich de gruwelen van de oorlog niet voorstellen. Het enthousiasme onder hen is groot, wachten is voor hen het meest vervelende wat er is. Zij willen gaan doen waar zij voor zijn opgeleid. Oudere militairen denken meer na over hun inzet en begrijpen dat de wereld complex is.
Angst is niet de eerste emotie van militairen, als die er al is dan wordt die naar de achtergrond gedrongen. Zij hebben een opleiding gehad in ‘skills and drills’, klaar om als automatisme effectieve militaire handelingen te kunnen uitvoeren. In hun meestal technische opleiding hebben ze vooral geleerd om secuur en praktisch te handelen. Het gevoel staat daarbij op de spaarstand. Burgers voelen zich vaak machteloos in deze oorlog. Militairen hebben juist de bevoegdheid en de middelen om iets te gaan betekenen en ze kunnen niet wachten. De angst is er vooral bij het thuisfront, bij partners en ouders. Het is nogal wat als je kind van zeg 18 jaar de oorlog wordt ingestuurd. Ook voor hen proberen we er te zijn.’
‘Geestelijk verzorgers proberen aan te sluiten bij de leefwereld van de militair, waarbij het tijd kost om het gevoelsniveau te bereiken. Via praktische zaken komen we soms uit bij de diepere vragen van het leven. Hoe ervaar ik Defensie? Wat brengt het mij? Hoe kan ik omgaan met mijn machteloosheid? Hoe moet de wereld er uit zien? Militairen gaan graag weg van huis, ze willen de wereld zien. Maar soms zijn er problemen in teams die tijdens een uitzending heel lang met hun neus op elkaar zitten of zijn er problemen met het thuisfront. Als je dan je gevoel niet kunt bereiken, dan is je ziel uitermate onrustig. Op schepen en bij kleinere missies gaan alleen de geestelijk verzorgers mee. Op grotere missies het volledige pakket aan sociaalpsychologische en geestelijke zorg. Maar het is erg lastig om je in het leger kwetsbaar op te stellen. In de hiërarchie waarin je zit kan alles wat je zegt tegen je gebruikt worden. Het is dus nogal een stap voor een militair om daar uit te stappen door naar ons toe te komen en over zijn of haar gevoelens te praten.
Na een inzet wordt er altijd gedebrieft, maar meestal hebben de terugkeerders daar dan nog geen behoefte aan. De vragen komen pas (veel) later, ik ken mensen die pas na twaalf jaar hulp gingen zoeken wegens PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom). Voor hen die ondertussen Defensie hebben verlaten heeft het leger het Veteraneninstituut opgericht.’
‘Ik was ook een tijd vlootpredikant. Het moeilijke van mijn vak vond ik toen dat ik ook mee ging op missie en in hetzelfde schuitje zat als de militair en dezelfde heftigheid meemaakte. Waar een militair dan vaak over gaat op een overlevingsmodus, moet ik mezelf kunnen dragen. Mijn presentie moet altijd voorop staan, menselijke warmte mag in zo’n situatie niet verdwijnen. Dat lukt mij dan door goede contacten op het schip te onderhouden, door een uitlaatklep te zoeken bij een collega of mijn partner en door meditatie en lichaamsgericht werk. Als praten niet meer helpt, is yoga en mindfulness ook voor een militair een uitweg…’
Michel Peters
Wie is Hannah Nováková?
Dr. Hannah Nováková (1967) is geestelijk verzorger bij Defensie en daarnaast supervisor en lichaamsgericht therapeut. Zij is geboren en opgegroeid in Tsjechië, sinds 1998 woont en werkt ze in Nederland. Hannah heeft universitaire theologie gestudeerd in Tsjechië, Duitsland en Nederland en is gepromoveerd als kerkhistoricus op de Karelsuniversiteit in Praag.
Stel jezelf een plek voor waar je tot in de eeuwigheid mag verblijven. Hoe dat eruit ziet zal ik proberen te beschrijven. Er zijn geen gouden straten, maar het ruikt er altijd naar pas gemaaid gras. Vlinders vliegen er vrij rond met de bijen. Wespen zijn er ook, maar ze prikken niet… Lees verder
Voor de AdRem ging Yvonne Hiemstra in gesprek met Joep de Valk over het nieuwe jaarthema: ‘Vele talen, in alles de liefde’. Met Pinksteren wordt het gelijknamige boek gelanceerd… Lees verder