Meditatie: In de naam van de Geest

Meditatie: In de naam van de Geest

Pinksteren vind ik het moeilijkste feest, zei ze me. Ik had ‘Pinksteren’ van Gerrit Achterberg aangehaald: En voel het blinde wonder / op uw tong preluderen: / gij kunt de taal schakeren / naar alle spraak en monden. Maar zij had niets met blinde wonderen. Zij wilde leven met haar ogen wijd open, was alert en strijdbaar, wist – als ze vond dat dat moest – pijnlijk scherpe lijnen te trekken.

In de laatste weken van haar leven, weken die aan het pinksterfeest voorafgingen, leek langzaam maar zeker iets te verschuiven. We vonden elkaar in de woorden van een lied dat de Geest als vogel Gods aanroept: Verschijn, Lichtengel, in de nacht / van onze geest, verward en trots. Ze schonk wat wijn in twee ziekenhuisbekertjes en zei: ‘Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn’. ‘Daar is God zelf in hun midden’, vulde ik aan. Die ongewone, onvoorbereide maaltijdviering is mij meer dan alle andere bijgebleven.

Bevrijd van verwarring en trots

Bijeen zijn en bevrijd worden van je ego met zijn verwarring en zijn trots – dat is precies wat de Geest met ons doet en waarom hij met recht ‘heilig’ wordt genoemd. Maar toch. Ook over deze Heilige Geest is in de geschiedenis van het christendom eindeloos lang gestreden – evenals dat bij de Vader en de Zoon het geval bleek. Rond de Geest, wie hij is en wat hij betekent, ontstond tien eeuwen geleden zelfs het grote schisma tussen de westerse en de oosterse kerk (meer daarover in hoofdstuk 15 van mijn boek Een brief die niet meer dicht kan). Verdrietig is dat wel, en tragisch. Want de Geest is de adem die mensen vitaal en vrij maakt, het vuur dat hen bezielt, maar bovenal: de wind die grenzen wegblaast en mensen met elkaar verbindt. Dat laatste staat dan ook voorop in de remonstrantse belijdenis 2006, wanneer ze spreekt over het geloof in Gods Geest,  

die al wat mensen scheidt te boven gaat
en hen bezielt tot wat heilig is en goed,
opdat zij, zingend en zwijgend,
biddend en handelend,
God eren en dienen.

Pas daarna komen Jezus en de raadselachtige Grond, de Zoon en de Vader, ter sprake. Voor deze volgorde zijn goede redenen te geven. Wie de Geest voorop laat gaan, wil geloven dat mensen ondanks hun talloze verschillen en door die verschillen heen, met elkaar verbonden zijn.

Dat is een kwetsbaar geloof. Op de natuur van de mens kan het niet gebaseerd zijn. Het maken van onderscheid, of erger: het geringschatten en discrimineren van wie of wat anders is: mensen, dieren, planten, lijkt ons eigen te zijn. We lijken er niet genoeg van te kunnen krijgen.

Wat gelovigen ertegenover kunnen stellen is een beetje moed, en de bede om niet in verzoeking van de wanhoop geleid te worden. Misschien ook het gefluisterde maar strijdbare vertrouwen dat de bekende regels van Henriette Roland Holst uitspreken:

De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind — dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

Johan Goud
Remonstrants emeritus-predikant. Van 2009 tot 2015 hoogleraar ‘Religie en zingeving in literatuur en kunst’ aan de Universiteit Utrecht.

Zie ook

De balans in de natuur is fascinerend
7 juli 2022

De balans in de natuur is fascinerend

Lucas Folmer (2001) studeert biologie in Wageningen. Geertrui Meinema daagt hem uit na te denken over schoonheid. Hij bubbelt van (voor)beelden, die de schoonheid en de rauwe randjes van de natuur voor hem verbeelden… Lees verder

Redactioneel  Mijn held en ik
9 juli 2020

Redactioneel Mijn held en ik

‘Mijn held en ik’ is het thema van dit zomernummer. We ontlenen het aan het jaarthema. Onder redactie van Bert Dicou en Koen Holtzapffel verscheen de bundel ‘Mijn held en ik. Autobiografisch bijbellezen’. Een aantal remonstrantse theologen heeft een held uit de bijbel uitgekozen… Lees verder